Miljoenen mensen in een klein land – toch verbazend hoe vaak er géén conflicten zijn. En als ze toch ontstaan? Een klein verontschuldigend gebaar is vaak genoeg, betoogt Sebastien Valkenberg. En minstens zo belangrijk: de gekrenkte partij moet zo grootmoedig zijn om de verontschuldigingen te aanvaarden.
Het Nederlandse wagenpark telt ruim 7 miljoen auto’s. Die halen op de snelweg gemakkelijk 120 kilometer per uur. Probeer met deze uitgangspunten maar eens tot een vlotte doorstroming van het verkeer te komen. Een conflict is zo geboren. Om dat te voorkomen is samenwerking vereist. En bij een mogelijk conflict moeten automobilisten zich op de een of andere manier met elkaar en de situatie zien te verzoenen. Nu is verzoening een mooi ideaal, maar hoe voeg je de daad bij het woord? Deze vraag is niet alleen belangrijk voor verkeersdeelnemers. Overal waar mensen elkaar ontmoeten komt die aan de orde, zeker als het er druk is. Op straat. In de rij voor de kassa. Op het balkon van de trein. Waar níét, eigenlijk?
We zijn niet gewend bij dergelijke logistieke problemen het woord ‘verzoening’ te gebruiken. Verzoening roept associaties op met het christendom, dat oproept je vijanden lief te hebben. Als iemand je op de wang slaat, zegt de Bijbel (in Lucas 6: 29), biedt hem dan ook de andere wang aan. Zo’n reactie geeft misschien blijk van een superieure moraal, maar hoe realistisch is deze eis in het dagelijkse – maatschappelijke – verkeer? Soms is zo’n gebaar gewoonweg te veel gevraagd. Dan moeten we op zoek gaan naar een toepassing van verzoening waarmee iedereen kan instemmen en die ertoe doet in de samenleving.
Dit artikel is exclusief voor abonnees