Home Nudging

Nudging

Door Ivana Ivkovic op 23 juni 2014

Cover van 07/08-2014
07/08-2014 Filosofie magazine Lees het magazine

Gezond eten op ooghoogte zetten in de schappen zodat mensen gezonder gaan leven – het is een van de bekendste voorbeelden van nudging. Blijven we werkelijk vrij als de overheid ons zo’n duwtje in de rug geeft?

Dingen verbieden is een beetje uit de mode. De moderne burger hecht aan zijn keuzevrijheid en politici hebben doorgaans weinig zin om zich impopulair te maken met harde maatregelen. Gelukkig biedt nudging uitkomst: nudge staat voor een duwtje in de goede richting, voor een gebod met een zachte ‘g’. Zet gezond eten vooraan in de schappen, en mensen gaan gezonder eten – zo simpel is het. Het nieuwe bestuurlijke toverwoord is dan ook ‘keuzearchitectuur’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De term nudge raakte in zwang dankzij het gelijknamige boek van de Amerikaanse econoom Richard Thaler en de rechtsgeleerde Cass Sunstein, verschenen in 2008. Thaler en Sunstein baseerden hun werk op de gedragswetenschappen – en de kern van die wetenschappelijke inzichten is dat mensen in hun keuzes niet helemaal rationeel zijn. Zelfs in de gevallen waarin ze de juiste informatie tot hun beschikking hebben, hebben mensen in bepaalde situaties de neiging om verkeerde keuzes te maken. Een bekend voorbeeld is onrealistisch optimisme bij inschattingen van kansen. Zeg tegen een groep mensen dat ze een kans van 50 procent hebben om een studie af te maken, bijvoorbeeld, en zo ongeveer iedereen van die groep denkt bij de ‘goede’ helft te horen. En zelfs bij veel kleinere kansen rekenen mensen zichzelf rijk – anders zou er geen enkele loterij kunnen bestaan. Maar dit leidt tot problemen daar waar mensen zichzelf onvoldoende beschermen tegen risico’s, en bijgevolg onderverzekerd zijn of slachtoffer worden van een vermijdbaar ongeval. Een ander bekend probleem is dat mensen de neiging hebben om kortetermijnbelangen te laten prevaleren. Op korte termijn krijg je een heel voldaan gevoel van een patatje met, terwijl je gezondheid op lange termijn veel meer baat heeft bij een salade. Ook hier zijn rationele keuzes moeilijk te maken, en zelfs iemand die beter weet kan niet altijd stoppen met snacken en snoepen.

Menselijke aard

Thaler en Sunstein proberen mensen niet te veranderen, maar nemen de menselijke aard zoals die is als uitgangspunt. Als ons keuzegedrag inderdaad een aantal structurele zwakheden vertoont, hebben we allemaal baat bij een beetje steun in onze dagelijkse beslissingen – een duwtje, een nudge. Zie het als een correctie op onze zwakheid, bedoeld om op het rechte pad te blijven, en voortaan wél die rationeel beste keuze te maken. Dat is in elk geval de inzet van Thaler en Sunstein – zij willen er door nudging voor zorgen dat we betere beslissingen nemen over onze gezondheid, dat we verstandiger omgaan met geld, en jawel: zelfs dat we er gelukkiger van worden. Nudging vergt geen mentale omslag: de verandering is niet mentaal, maar komt van buitenaf. De omgeving waarin mensen functioneren, moet dusdanig worden aangepast dat ze voortaan wel de juiste keuzes maken. Daarom gaat het dus om keuzearchitectuur. Een bekend voorbeeld van nudging is de richtvlieg, die de hoeveelheid urine naast de urinoirs op sommige plekken met wel 80 procent deed verminderen.

Disciplineren

Soms kunnen mensen zichzelf volgens dit model disciplineren – Thaler en Sunstein noemen als voorbeeld een wekker voor echte slaapkoppen die wegrent en zich verbergt als je hem niet op tijd uitzet. De slaapkop gaat erachteraan en tegen de tijd dat de wekker eindelijk stil is, is de bezitter ook klaarwakker. Maar belangrijker nog: Thaler en Sunstein willen dat ook de overheid de burgers meer gaat nudgen. Om een gezondere levensstijl te ontwikkelen, bijvoorbeeld, want dat is goed voor de mens en het drukt de kosten van de zorg. Nudging heet daarom ook ‘libertair paternalisme’ – het is bevoogdend én het houdt de keuzevrijheid van het individu overeind. Want essentieel voor nudging is dat keuzes niet helemaal worden weggenomen; ze worden alleen maar meer of minder voor de hand liggend gemaakt; ze worden herschikt. De kool en de geit sparen, dat is het idee: én vrij zijn in je keuzes, én de juiste keuze maken.

Klinkt dat te goed om helemaal waar te zijn? Nudging kent uiteraard ook vele critici. Waar houdt het nudgen van de burger op en begint regelrechte manipulatie? Daar, inderdaad, waar de belangen van de burgers niet langer vooropstaan en de duwtjes bedoeld zijn om de zelfzuchtige belangen van de regerende klasse te dienen. Thaler en Sunstein erkennen dit gevaar, maar dat zou afgewend moeten worden door de gebruikelijke democratische middelen: toezicht op de regeerders en transparantie. Want zoals elk machtsinstrument moet nudging nauwgezet gevolgd worden door het publieke oog.

Verkeerde keuzes

Maar is de kern van vrijheid niet om óók de verkeerde keuzes te kunnen maken? Thaler en Sunstein antwoorden daar met een volmondig ‘ja’ op. Ze zeggen: als iemand erop staat om zijn hele vermogen te investeren in aandelen van een onbekend Roemeens hightech bedrijf, dan moet hij dat vooral kunnen doen. Ze pleiten er alleen voor om minder ontwikkelde beleggers bij dergelijke keuzes een paar flinke waarschuwingstekens te laten tegenkomen. Nudging zou het meeste effect hebben bij mensen die hun keuzes op de automatische piloot en onnadenkend maken; diegenen die heel bewust voor iets kiezen zijn juist minder gevoelig voor duwtjes.

De belangrijkste vraag blijft: draagt nudging bij aan onze zelfstandigheid of niet? Als je gezond eten kiest omdat dat als eerste voor het grijpen ligt, dan ben je niet bewust bezig met je eetpatroon; als de volgorde in de schappen wordt veranderd, verandert het eetpatroon gewoon mee. Dat is zelfs empirisch bevestigd. Idealiter zouden we uit onszelf gezondere keuzes maken en nudging lijkt daar weinig aan bij te dragen. Een iets hoopvoller beeld ontstaat als je nudging ziet als een onderdeel van een soort uitbestede autonomie. Denk bijvoorbeeld aan gezondheidsapps die mensen helpen om gewicht te verliezen. De app is een nudger: je houdt daarin bij wat je eet, en je telefoon geeft een seintje wanneer je te veel hebt gesnoept. Het schijnt enorm te helpen. Het vlees blijft zwak en snoepen blijft een verleiding, maar de autonomie van de afvaller is in combinatie met zijn app wel vergroot.

Nudge
Richard Thaler en Cass Sunstein
Business Contact
303 blz. / € 27,50