Home Kunst Waarom je geen held hoeft te zijn om een kunstwerk te verdienen
Kunst Schoonheid

Waarom je geen held hoeft te zijn om een kunstwerk te verdienen

Het Rotterdamse beeld van een ‘gewone’, zwarte vrouw op Nikes draait niet om heldendom, maar om de gemeenschap, zegt filosoof Stéphane Symons.

Door Femke van Hout op 08 juni 2023

moments contained standbeeld Rotterdam Stationsplein zwarte vrouw nikes gewoon Het beeld 'Moments Contained' van Thomas J. Price op het Stationsplein van Rotterdam. Beeld: Wikimedia

Het Rotterdamse beeld van een ‘gewone’, zwarte vrouw op Nikes draait niet om heldendom, maar om de gemeenschap, zegt filosoof Stéphane Symons.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Niet symbolisch voor de stad’, ‘onoprecht’ of juist ‘iconisch’ en ‘respectvol’ – er woedt een felle discussie rondom Moments Contained, het vier meter hoge beeld van een jonge, zwarte vrouw op Nikes dat op vrijdag 2 juni 2023 werd onthuld in Rotterdam. Volgens Stéphane Symons, docent esthetica aan de Universiteit van Leuven, nodigt het beeld ons uit om te bevragen wat de rol van kunst in de publieke ruimte is. ‘De vraag of mensen zich gehoord of gerepresenteerd voelen is belangrijker dan de vraag of het mooi is.’

NRC schreef dat dit beeld van een ‘gewone’ vrouw in joggingbroek ‘van het volk’ is, in plaats van ‘voor het volk’. Maar Moments Contained is aan Rotterdam gedoneerd door stichting Droom en Daad en het stadsbestuur besloot dat het bij het station zou komen te staan. Dat zijn vooral besluiten van bovenaf. Kun je dit beeld dan nog wel ‘van het volk’ noemen?   
‘Het is altijd belangrijk om je af te vragen hoe beslissingen over kunstwerken in de publieke ruimte tot stand komen. Als het goed is, voelen de mensen die in een stad wonen zich vertegenwoordigd door het stadsbestuur en zijn besluiten. Maar het beeld is vooral “van het volk” omdat het in de publieke ruimte staat. Daarmee is het automatisch een res publica, een publieke zaak. De betekenis van het werk wordt niet van bovenaf bepaald, maar door “het volk”, de mensen die er dagelijks interactie mee hebben. En die betekenis is niet alleen esthetisch – is het mooi? – maar ook politiek.’

Even tussendoor… Meer lezen over de betekenis van kunst? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Over politiek gesproken: NRC-columnist Rosanne Hertzberger noemde het beeld ‘beledigend’ omdat ‘deze vrouw niets bijzonders gepresteerd heeft’. 
‘Dat argument verbaast me, want het idee dat je iets uitzonderlijks moet doen om in een kunstwerk opgenomen te worden is al lange tijd achterhaald. Eind negentiende eeuw vond er een wending plaats in de kunst; kunst ging niet langer vooral over belangrijke mensen of gebeurtenissen, maar werd een weergave van de alledaagsheid van het leven. Denk maar aan impressionistische schilderijen van “de gewone burger”. Ook in de publieke ruimte gaat kunst niet langer enkel om het eren van helden of het herdenken van belangrijke gebeurtenissen. Publieke kunst is onderdeel van een gemeenschappelijk zelfonderzoek, waarbij we ons afvragen: wie zijn wij en wie behoort er tot onze publieke gemeenschap?

Hertzberger heeft mijns inziens verkeerd begrepen waar het hier om gaat: deze vrouw krijgt geen standbeeld puur en alleen omdat ze zwart is, alsof “zwart zijn” een verdienste op zich is. Wat dit beeld duidelijk maakt, is dat deze vrouw als zwart persoon deel uitmaakt van de publieke gemeenschap. Ze wordt niet apart gezet, maar hoort bij de rest.’  

Een onderzoek naar de publieke gemeenschap is precies wat de maker, de Londense kunstenaar Thomas J. Price, voor ogen had. Hij wil bevragen wie er een plek krijgt in de publieke ruimte en waarom.
‘Ja, maar het interessante aan publieke kunst is dat de bedoeling van de kunstenaar er minder toe doet. Een publiek kunstwerk is in zekere zin niet alleen gemaakt door de kunstenaar, maar ook door de stad, die bepaalt dat het kunstwerk er komt te staan. Rotterdam is daarmee zowel de oorsprong als de ontvanger van het werk. Het is een signaal van de stad aan de stad; maker en toeschouwer lopen door elkaar heen.’

In Rotterdam staan wel meer kunstwerken van ‘de gewone mens’, zoals Dijkwerkers, of Monsieur Jacques, een levensgroot beeld van de doorsnee burgerman. Waarom veroorzaakt dit nieuwe kunstwerk dan zoveel ophef?
‘Ik vermoed dat dat komt omdat het met woke geassocieerd wordt. Zelf zie ik die link eigenlijk niet. Een eventueel probleem dat je kunt hebben met woke is dat het de klemtoon legt op de andersheid van minderheidsgroepen. Je splitst de publieke ruimte op als je zegt: een wit persoon zal zich nooit met een zwarte vrouw kunnen identificeren. Maar deze sculptuur geeft precies het tegenovergestelde signaal. Het is een gedeeld goed: wie je ook bent en waar je ook vandaan komt, je kunt er op jouw manier interactie mee hebben.’

Is de logica die aan dit standbeeld ten grondslag ligt niet dezelfde logica die ervoor zorgt dat de standbeelden van ‘foute’ witte mannen worden neergehaald?
‘Beide acties horen bij het huidige tijdsgewricht, waarin we bevragen naar wie we eigenlijk opkijken en wie de ruimte krijgt om zich uit te drukken. Maar verder zijn het totaal andere bewegingen. Een standbeeld weghalen betekent dat je iets onttrekt aan de publieke ruimte en daarmee aan de publieke dialoog. Maar in dit geval wordt er juist een kunstwerk toegevoegd, dat een minderheidsgroep representeert die tot nu toe te weinig aandacht heeft gekregen. Dat is een constructieve houding; je voegt als het ware meer zuurstof toe aan het publieke debat.’

Veel Rotterdammers zeggen zichzelf te herkennen in dit beeld. Waarom vinden we representatie zo belangrijk?
‘Het idee dat de toeschouwer zich in publieke kunst vertegenwoordigd moet voelen is, denk ik, een voortzetting van de esthetica uit de achttiende eeuw. Immanuel Kant veroorzaakte een revolutie in de esthetica door te zeggen dat kunst niet draait om de kwaliteiten van het kunstwerk zelf, maar om de ervaring die het teweegbrengt in de toeschouwer. Dat zie je hier terug: het effect van het kunstwerk – voelen mensen zich gehoord, gerepresenteerd? – is eigenlijk belangrijker dan de inhoud ervan.’

Meer lezen over schoonheid? Bestel nu de speciale uitgave Te mooi om waar te zijn.