De muggenbeet heeft een bloedige afdruk achtergelaten op de menselijke geschiedenis. Historicus Timothy Winegard schat dat ongeveer de helft van alle mensen die ooit hebben geleefd het loodje heeft gelegd door muggenziektes. Tal van militaire operaties, van Hannibals trektocht over de Alpen tot de Amerikaanse Burgeroorlog, kregen een beslissende wending door toedoen van de mug. Maar vandaag de dag ontwikkelt de mens nieuw wapentuig waarmee hij zijn grootste biologische vijand wellicht een fatale slag kan toebrengen: gene drives, een vorm van genetische modificatie die ervoor zorgt dat bepaalde geselecteerde genen sowieso aan het nageslacht worden doorgegeven.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De belofte ervan is rigoureus: mensen kunnen de genetische samenstelling van wilde populaties (vooral van insectenpopulaties, waarop gene drives het meest effect hebben) in rap tempo transformeren. Zo zou een gemodificeerde malariamug die zich natuurlijk vermenigvuldigt ervoor kunnen zorgen dat de gehele populatie van malariamuggen in enkele generaties onvruchtbaar wordt. In het lab is de technologie met succes getest en binnen enkele jaren kan de volgende stap worden gezet: introductie in het wild. Maar moeten we ons wel aan die stap wagen?