Home Moreel dilemma Moreel dilemma: mogen transatleten deelnemen aan competities voor vrouwen?
Moreel dilemma Rechtvaardigheid Sport

Moreel dilemma: mogen transatleten deelnemen aan competities voor vrouwen?

Transvrouwen houden fysiologische eigenschappen over die voordeel bieden bij topsport. Is het eerlijk als zij het tegen vrouwen opnemen?

Door Jeroen Hopster op 19 augustus 2022

Moreel dilemma: mogen transatleten deelnemen aan competities voor vrouwen?

Transvrouwen houden fysiologische eigenschappen over die voordeel bieden bij topsport. Is het eerlijk als zij het tegen vrouwen opnemen?

Cover van 09-2022
09-2022 Filosofie magazine Lees het magazine

Het optreden van de Nieuw-Zeelandse Laurel Hubbard zorgde voor opschudding tijdens de Olympische Spelen in Tokyo. Niet alleen omdat zij als een van de eerste openlijke transgenderatleten deelnam aan de Spelen, maar ook vanwege de discipline waarin ze dat deed: gewichtheffen. Hubbard, die sinds 2012 als vrouw door het leven gaat, kon in Tokyo geen potten breken. Maar de vraag die haar deelname opriep is voer geworden voor discussie: mogen vrouwelijke transgenderatleten in alle sporten deelnemen aan de vrouwelijke competitie? Voorheen voerden sportbonden het beleid om op basis van testosteronwaarde te bepalen of een atleet mee mocht doen. Dat leidde echter tot discriminatie waar ook als vrouw geboren atleten de dupe van werden. Steeds meer sportbonden vormen daarom nieuwe richtlijnen. In plaats van lichamelijke kenmerken, stellen pleitbezorgers van transatleten, zou de gender-identificatie of hun wettelijke geslacht de doorslag moeten geven. Maar levert dat wel een eerlijke competitie op?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

NEE

De bestaansreden van aparte mannen- en vrouwencompetities is de fysieke ongelijkheid tussen man en vrouw. Met name qua lichaamskracht hebben mannen vanaf de puberteit een sportief voordeel. Daarom nemen mannen en vrouwen het niet tegen elkaar op in unisekscompetities: bij veel sporten zou de winnaar altijd een man zijn. Transvrouwen die als man de puberteit hebben doorlopen behouden enkele fysieke voordelen, ook na een hormoonbehandeling. Hen laten deelnemen in vrouwencompetities van individuele sporten waar kracht een factor van betekenis is – zoals gewichtheffen, boksen of tennis – is oneerlijk tegenover andere vrouwen. Het principe van fairness, essentieel in competitieve sport, wordt hiermee ondermijnd. Een alternatief voorstel dat dit principe wél honoreert is om geboortegeslacht als uitgangspunt te nemen. Dit is een duidelijk en objectief criterium. Niet bij alle sporten doet dat criterium ertoe: hippische sporten, schietsporten of racesporten kunnen best gemixt worden. Maar vaak is een indeling op basis van geboortegeslacht eerlijk en wenselijk, net zoals er indelingen kunnen worden gemaakt naar gewichtsklasse, leeftijd of lichamelijke beperking. En inclusie? De Britse sportfilosoof Jon Pike bepleit om in competitieve sport twee categorieën te hanteren: een categorie voor atleten die sinds hun geboorte vrouw zijn en een open categorie waarin iedereen welkom is. Transvrouwen kunnen aan die laatste categorie deelnemen, waardoor hun recht om topsport te beoefenen gewaarborgd is.

Lichamelijke verschillen horen nu eenmaal bij topsport

JA

Twee morele argumenten ondersteunen de deelname van transvrouwen in vrouwelijke competities. Ten eerste een beroep op inclusie. Sport beoefenen geldt als mensenrecht; niemand mag daarbij worden uitgesloten. Maar in welke competitie kunnen transvrouwen terecht? Transvrouwen zijn vrouwen. Ze hebben een transitie tot vrouw ondergaan, vaak met bijkomende hormoonbehandeling, en hebben in veel landen ook de juridische status van vrouw. Om hen desondanks te weren uit vrouwencompetities is discriminerend. Het tweede argument wijst op de lichamelijke verscheidenheid die atleten eigen is, ook binnen hetzelfde geslacht. De een is van nature lang, de ander snel, weer een ander flexibel. Van lichamelijke gelijkschakeling is in geen enkele sport sprake. Bekijken we mannen en vrouwen als groep, dan bestaan er inderdaad verschillen tussen hun gemiddelde prestaties, maar ook een aanzienlijke overlap tussen beide. Bezie succesvolle transatleten daarom als goed presterende individuen, die – net zoals andere vrouwelijke topsporters – bijzondere lichamelijke kwaliteiten hebben die deze prestaties mogelijk maken. Belangrijk is bovendien dat het lichamelijk voordeel dat transgendervrouwen als groep genieten ten opzichte van andere vrouwen bij lange na niet groot genoeg is om competities te ontwrichten. Kijk naar Hubbard: het lukte haar niet om bij de Spelen een medaille te bemachtigen. Net zoals het vrouwen met lange benen vrijstaat om mee te doen bij het hoogspringen, moet het transvrouwen vrijstaan om mee te doen bij gewichtheffen. Lichamelijke verschillen horen nu eenmaal bij topsport.