Home Maarten van Rossem: ‘Arendt was niet te lullig om zeer impopulaire standpunten in te nemen’

Maarten van Rossem: ‘Arendt was niet te lullig om zeer impopulaire standpunten in te nemen’

Door Anton de Wit op 26 maart 2013

06-2004 Filosofie Magazine Lees het magazine

‘Zij liet geregeld zien dat standpunten waar ik uit politiek correcte overwegingen voor was, eigenlijk onaantrekkelijk en onjuist waren.’ Maarten van Rossem over de originaliteit van Hannah Arendt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

‘Iemand vroeg me eens: wie zijn uw helden? Nu vind ik dat een vrij onzinnige vraag, eerlijk gezegd. Maar min of meer spontaan antwoordde ik: Rosa Parks en Hannah Arendt.’ Deze twee ‘helden’ van Maarten van Rossem hebben iets belangrijks gemeen. ‘Civil courage’, noemt de historicus en publicist het zelf. De Afro-Amerikaanse Rosa Parks was moedig toen zij in 1955 weigerde haar zitplaats in de bus af te staan aan een blanke. En de joodse denker Hannah Arendt, aldus Van Rossem, ‘was niet te lullig om zeer impopulaire standpunten in te nemen. Zij is door wat ze over het Eichmann-proces schreef door de joodse gemeenschap uitgemaakt voor alles wat vies en voos is.’
 
Van Rossem verdiepte zich begin jaren tachtig intensief in het werk en het leven van Hannah Arendt, toen hij bezig was met zijn proefschrift Het radicale temperament. Zijn fascinatie voor de schrijfster van onder meer The Human Condition is gebleven. ‘Ik ben het vaak totaal niet met haar eens. Maar wat ze schrijft is wel erg stimulerend. Zij liet geregeld zien dat standpunten waar ik uit politiek correcte overwegingen voor was, eigenlijk onaantrekkelijk en onjuist waren.’

Als voorbeeld noemt Van Rossem een artikel dat Arendt schreef over het verspreiden van zwarten uit Amerikaanse binnensteden over verschillende scholen. ‘Alle linkse mensen waren daar destijds voor. Zoals alle linkse mensen tegenwoordig voor de vermenging van kindjes op achterstandsscholen en betere scholen zijn. Arendt was het daar niet mee eens, omdat dat ouders de vrijheid ontneemt om de aard van de school te kiezen. Ik ben er daardoor ook anders over na gaan denken. Het verlies van de vrijheid van schoolkeuze is een ernstige zaak, waartegen al die mooie linkse argumenten niet opwegen.’

Arendt deed in haar werk ‘een heel serieuze poging om het onbegrijpelijke te begrijpen’, stelt Van Rossem. Bijvoorbeeld in haar boek The Origins of Totalitarianism. ‘Hoewel ik niet geloof in de algehele waarheid van haar theorieën over totalitarisme, doet zij in dat boek wel een aantal interessante mededelingen. Zo laat zij heel mooi en overtuigend zien dat je met de beste intenties de meest gruwelijke dingen kunt doen. En dat die gruwel die Duitsland tussen ’33 en ’45 op Europa heeft losgelaten parallellen vertoont met de gruwel die veel nettere Europese landen op hun imperia hebben losgelaten. Denk aan een op zichzelf klein en fatsoenlijk landje als België en wat er in Belgisch-Congo gebeurd is.’

Abu Ghraib-gevangenis

Maar, zo relativeert hij, hoe interessant haar theorieën over totalitarisme ook zijn, aan relevantie hebben zij inmiddels wel ingeboet. Veel actuelere waarde heeft volgens Van Rossem haar roemruchte beschouwing over het proces tegen nazi-kopstuk Eichmann. ‘Ik geloof sterk in de banaliteit van het kwaad. Waar dan ook, ook in Nederland, kun je in no time mensen vinden die de meest gruwelijke dingen zouden doen.’ De vernederingen van Iraakse krijgsgevangenen in de Abu Ghraib-gevangenis zijn daar een duidelijk voorbeeld van, vindt Van Rossem. ‘Neem nu die foto die steeds getoond wordt van die vrouwelijke Amerikaanse soldaat met die wijzende vinger, dat sigaretje in haar mond en die Irakees met zijn halsband. Dat is een beetje een randdebiel meisje waar volgens mij niet veel kwaad in schuilt. Zij wordt nu als bad apple aangewezen, maar dat is onzin. Die mishandelingen zijn beleid geweest. En die soldaten voerden dat uit. Sterker nog, je hebt een goede kans dat ze er nog genoegen in scheppen ook. De afstand ten opzichte van de slachtoffers is erg groot. Voor die Amerikaanse soldaten zijn Iraakse krijgsgevangen in feite een soort Untermenschen.’
‘Hannah Arendt schrijft dat dergelijke criminele dingen gebeuren als je de context maar creëert en er sprake is van een criminele overheid. Dat zag je in nazi-Duitsland, waar een ideologische boevenbende aan de macht was gekomen en waar gekke dingen gebeurden. Maar toen Nederland werd bevrijd van de Duitse bezetting, werden de collaborateurs ook in kampen gestopt en mishandeld. Die dingen gebeuren steeds weer opnieuw. Het sterft niet uit.’
Hoewel haar denken over het kwaad daardoor actueel blijft, is het uiteindelijk de persoonlijkheid van Hannah Arendt geweest die de meeste indruk heeft gemaakt op Van Rossem. ‘Of je het met haar eens bent doet er niet toe. De meeste boeken en kranten praten elkaar na, maar hier is een originele geest aan het werk.’ Dat doen weinig mensen haar na, denkt Van Rossem – ook hijzelf niet. ‘Ik geloof dat ik voldoende gezond verstand heb om allerlei flauwekul en hysterie in de media door te prikken. Maar origineel ben ik niet. Ik ben nu zestig en als ik terugblik op mijn leven, wordt mij duidelijk hoezeer ik zelf voortdurend het slachtoffer ben geweest van de waan van de dag. Eigenlijk stelt me dat een beetje teleur. Dat ik toch steeds zo dicht tegen de conventional wisdom van mijn tijd heb aangezeten. Het is ook ontzettend moeilijk om dat te ontworstelen. Iemand als Hannah Arendt is daar veel beter in geslaagd.’

Filosofie Magazine behandelt dit jaar de tien belangrijkste filosofische werken van onze eigen IJzeren Lijst. Prominente Nederlanders vertellen welke invloed deze boeken op hun leven, werk en denken hebben.

De IJzeren Lijst

1. Aristoteles – Ethica Nichomacheia
2. Immanuel Kant – Kritik der reinen Vernunft
3. Plato – Politeia
4. John Rawls – A Theory of Justice
5. René Descartes – Meditaties
6. Karl Popper – The Open Society and its Enemies
7. Plato – Symposion
8. Karl Marx – Das Kapital
9. Hannah Arendt – The Human Condition
10. Benedict de Spinoza – Ethica