Home Lonely Planet voor het oude Athene

Lonely Planet voor het oude Athene

Door Pieter Hoexum op 21 september 2009

08-2009 Filosofie magazine Lees het magazine

In een geslaagde parodie op de reisgids reanimeert Philip Matyszak ‘de bakermat van onze beschaving’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De opmerking dat ‘alle filosofie bestaat uit voetnoten bij Plato’ mag inmiddels wel gelden als een gemeenplaats. Nog meer versleten is het cliché van het klassieke Athene als de bakermat van de westerse beschaving. Je moet van heel goeden huize komen om dergelijke clichés nieuw leven te kunnen inblazen. De Britse historicus Philip Matyszak slaagt hier wonderwel in in zijn boek Het oude Athene voor vijf obolen per dag, ook al was dat niet de opzet. Matyszak schreef ‘gewoon’ een – overigens bijzonder geestige – parodie op de bekende Lonely Planet-reisgidsen, zoals hij eerder een reisgids voor het oude Rome schreef. Het boek is ook als zodanig vormgegeven: met handige tips, kaartjes en een hoofdstukje ‘hoe en wat in het Grieks’.

Doordat Matyszak een ‘echte’ reisgids schrijft, lijkt het alsof je nu zelf naar dat oude Athene toe kunt gaan. Alsof je in het voorjaar van het jaar 431 v.Chr. uitstapt in Anthela, een van de havenstadjes nabij Thermopilai. Via Delphi kun je dan naar Athene – gezien de staat van de wegen en de onbarmhartige mediterrane zon zijn ‘stevige schoenen en een brede hoed’ aan te raden – en een ezel voor de bagage, natuurlijk.

De filosofisch geïnteresseerde lezer fantaseert wellicht over een bezoekje aan Plato’s Academie. Maar die is nu nog gewoon een gymnasion, een fitnesscentrum. Sterker nog: Plato moet nog geboren worden. Maar gefilosofeerd wordt er volop, met name door Socrates, een van de topattracties van de stad. Je kunt hem treffen op of nabij de agora, het marktplein en de centrale ‘ontmoetingsplaats’. Bij een van de stoa (zuilengalerijen) zal hij wel staan te discussiëren. Je kunt hem gemakkelijk herkennen, ‘doodgewoon omdat hij in een gezelschap altijd de lelijkste is’.

De ongekroonde koning van Athene is Pericles. ‘Zijn’ Athene is het zeer zelfbewuste intellectuele en kunstzinnige centrum van de beschaafde wereld. Het is dan ook slim van Matyszak de reiziger te laten aankomen bij Thermopilai. De slag tegen de Perzen die daar een generatie eerder plaatsvond, verloren de Grieken weliswaar, maar uiteindelijk won het kleine, vrije Griekenland de oorlog van zijn grote, machtige buurman.

Sindsdien hebben de Grieken het hoog in de bol, en het hoogst de Atheners. Die hoogmoed zal voor de val komen. Athene is weliswaar een democratisch bestuurde polis, maar het behandelt zijn ‘bondgenoten’ ronduit imperialistisch. Het Athene van 431 v.Chr. bevindt zich op het hoogtepunt én op de rand van de afgrond, die gevormd wordt door de Peloponnesische Oorlog. Tijdens deze van 431 tot 404 v.Chr. durende ‘Griekse wereldoorlog’ verzwakten Sparta en Athene elkaar zo dat beide stadstaten nooit meer de oude zouden worden. Bovendien, zo merkt Matyszak op: ‘Zilver is de ruggengraat van de schatkist van het imperialistische Athene, en dus is de macht van de stad gebouwd op de rug van de slaven die afzien en sterven in de mijnen van Laurion, goed uit het zicht van de filosofen op de agora.’

Athene blijkt inderdaad ‘de stad waar alles kan’ en die bruist van de ‘intellectuele energie’. Maar het is in meer dan één opzicht hét voorbeeld voor de westerse beschaving: het is net zo kortzichtig als ruimdenkend, net zo bekrompen als nieuwsgierig.