Een van Freges geniale ideeën was zo eenvoudig dat niemand voor hem ooit de moeite nam om het op te schrijven en er verder over na te denken: de betekenis van een zin is compositioneel opgebouwd. Wie ‘Jan snijdt het brood’ begrijpt, begrijpt wat ‘Jan’ ‘snijdt’ en ‘het brood’ betekent. Maar je begrijpt nog meer: je begrijpt ook de structuur van die zin: ‘Jan’ verwijst naar een persoon, ‘het brood’ naar het brood en ‘bakken’ is wat logici een ‘tweeplaatsig predikaat’ noemen: het verbindt twee argumenten (Jan en het brood) met elkaar. Een zin is dus niet zomaar een lijstje van woorden. Zinnen hebben een compositioneel opgebouwde structuur. Daarom is de betekenis van ‘Jan bakt een brood’ verschillend van ‘Een brood bakt Jan’.
Dit artikel is exclusief voor abonnees