Home Linguistic terms: Vreemde zinnen

Linguistic terms: Vreemde zinnen

Door Filip Buekens op 26 maart 2013

08-2004 Filosofie magazine Lees het magazine

Een van Freges geniale ideeën was zo eenvoudig dat niemand voor hem ooit de moeite nam om het op te schrijven en er verder over na te denken: de betekenis van een zin is compositioneel opgebouwd. Wie ‘Jan snijdt het brood’ begrijpt, begrijpt wat ‘Jan’ ‘snijdt’ en ‘het brood’ betekent. Maar je begrijpt nog meer: je begrijpt ook de structuur van die zin: ‘Jan’ verwijst naar een persoon, ‘het brood’ naar het brood en ‘bakken’ is wat logici een ‘tweeplaatsig predikaat’ noemen: het verbindt twee argumenten (Jan en het brood) met elkaar. Een zin is dus niet zomaar een lijstje van woorden. Zinnen hebben een compositioneel opgebouwde structuur. Daarom is de betekenis van ‘Jan bakt een brood’ verschillend van ‘Een brood bakt Jan’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Toch geloven sommigen dat er meer nodig is om zinnen te begrijpen. Een brood kan onmogelijk Jan bakken. En iedereen begrijpt de zin ‘Mientje snijdt de taart’, maar niemand begrijpt ‘Mientje snijdt een fiets’, of ‘Het brood snijdt Jan’. Toch volgen die zinnen de logische structuur van andere zinnen. Er staat niet: ‘Fiets de snijdt Mientje een’, of ‘Brood Jan een snijdt’. Die zinnen zijn echt onbegrijpelijk: ze volgen niet de regels van de taal. Maar welke regel van de taal  wordt overtreden in de zin ‘Mientje snijdt de fiets’? Je begrijpt alle woorden, en de logische structuur is perfect analoog met de structuur van ‘Mientje snijdt het brood’. Volgens taalfilosoof John Searle begrijp je ‘Mientje snijdt de fiets’ niet omdat er geen achtergrond of background bestaat die het mogelijk maakt die zin te begrijpen. We weten allemaal wat het betekent een taart te snijden, en daarom begrijpen we wat iemand zegt met de zin ‘Mientje snijdt het brood’. Maar wat zou het kunnen betekenen om een fiets te snijden? Searle is pessimistisch: hij gelooft dat de zin ‘Mientje snijdt de fiets’ geen betekenis heeft. We begrijpen hem niet, zegt hij.

Ik protesteer. Ik denk dat je ‘Mientje snijdt de fiets’ wel begrijpt. De verklaring is de volgende: je kan, in gedachten, altijd een situatie bedenken waarin Mientje een fiets snijdt. Misschien is ze wel een reuzin die met een reuzenschaar een fiets in tweeën knipt. Als ik je vraag: ‘beeld je in dat Mientje een fiets snijdt’, kom je terecht bij een ingebeelde situatie waarin die zin waar is. En daar kun je pas terechtkomen als je de zin begrijpt. Je kan je geen situatie inbeelden waarin ‘Fiets de snijdt een Mientje’ waar is, en daarom heeft deze laatste zin geen betekenis. Van veel zinnen kennen we situaties waarin hij waar is, maar met een beetje verbeelding kun je altijd situaties bedenken waarin zelfs de vreemdste zinnen waar zijn. ‘De maan valt op de aarde’ is een vreemde zin volgens Searle, maar waarom kan ik hem dan gebruiken om science-fiction scenario’s te bedenken? Omdat ik hem begrijp natuurlijk. Vreemde zinnen bestaan dus niet. Er bestaan alleen maar vreemde, ingebeelde situaties.

Filip Buekens is universitair hoofddocent logica en taalanalyse aan de Universiteit van Tilburg