Home Lieve Ayaan,

Lieve Ayaan,

Door Annette van der Elst op 18 april 2005

04-2005 Filosofie magazine Lees het magazine

Herman Philipse schreef een pamflet in briefvorm, waarin hij zijn 'toegenegen' vriendin verdedigt tegen de aantijging dat ze een Verlichtingsfundamentaliste zou zijn. Een kwalijke beschuldiging, vindt hij, want die slaat elk debat dood.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.


Niemand kan een Verlichtingsfundamentalist zijn en dus ook Ayaan Hirsi Ali niet, beredeneert de filosoof Herman Philipse in zijn pamflet Verlichtingsfundamentalisme?. Om de eenvoudige reden dat het begrip een contradictio in terminis is, te vergelijken met een vierkante cirkel. Een onmogelijkheid dus.
Philipse stelt zich de vraag of zijn ‘toegenegen’ vriendin – en tot voor kort minnares – fundamentalistisch is in haar oproep aan moslims om zelfstandig en kritisch na te denken en met haar opvatting dat een kritiekloos volgen van een strikte interpretatie van de Koran op z’n minst een legitimatie is van de onderdrukking van islamitische vrouwen.

Een belangrijke vraag, vindt Philipse. Want als ze een Verlichtingsfundamentaliste is, zou ze thuishoren in de categorie ‘fundamentalisme’, waartoe ook moslimfundamentalisten van ‘allerlei pluimage’ behoren die ze – aldus Philipse – ‘volkomen terecht als een gevaar voor een open democratische samenleving beschouwt.’
 

Geuzennaam

Het verwijt een Verlichtingsfundamentaliste te zijn, wordt haar gemaakt door enkele ‘spraakmakende commentatoren’ in Nederland. Een scheldwoord waar ze overigens een geuzennaam van maakte door in een artikel in NRC Handelsblad op te roepen tot een ‘liberale jihad’. Ook de minister van justitie, Piet Hein Donner, tevens coördinator terreurbestrijding, sluit zich in een interview met NRC Handelsblad (28-12-04) aan bij deze negatieve kwalificatie van Hirsi Ali. In datzelfde interview geeft Donner zijn visie op geloof, fundamentalisme en Verlichting: ‘De Verlichting, de gedachte dat er niet meer is dan je ziet of begrijpt met je verstand, is ook een geloof […] Daarom kun je niet strijden over welk geloof aangehangen moet worden. Ieder heeft zijn eigen geloof. […] Fundamentalisme is tot op zekere hoogte eigen aan ieder mens.’

Deze uitspraken zal Philipse gebruiken in zijn analyse van de term Verlichtingsfundamentalisme. Donner verdraait, misbruikt woorden en hanteert een onzinnige definitie van Verlichting, zegt Philipse. De laatste noemt nog eens Kants definitie ervan (‘[…] misschien, lieve Ayaan, zou je hem [Donner] kunnen wijzen op de beroemdste definitie van de Verlichting, te vinden in het opstel Was ist Aufklärung van Immanuel Kant’): ‘Verlichting betekent dat de mens zich bevrijdt van de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft. […] “Sapere Aude! Heb de moed jezelf van je eigen verstand te bedienen!” is dus de zinspreuk van de Verlichting.’
Verlichting is dan ook een geesteshouding, onderwijst Philipse. En deze houding staat diametraal tegenover de fundamentalistische levenshouding. Fundamentalistisch zijn namelijk stromingen die dogmatisch vasthouden aan een strikt geïnterpreteerde grondtekst, een geestelijke onderwerping daaraan en die kritiek en twijfel uitsluiten (van henzelf en anderen).

‘We moeten dus wel concluderen dat je [Ayaan] geen Verlichtingsfundamentalist kunt zijn. [ …] De geesteshouding van de fundamentalist [dogmatisch geloof] is namelijk onverenigbaar met de geesteshouding van de verlichte mens.’ Hirsi Ali is misschien radicaal en lijdt wellicht aan wat Kierkegaard noemt ‘de arrogantie van de Verlichting’, een fundamentaliste volgens de hierboven gegeven definitie is ze niet. Want waar heeft ze ooit getoond niet open te staan voor kritiek? Wanneer heeft ze het woord verruild voor dwang en geweld? Waar argumenteert ze niet langer en beroept ze zich op een ultieme waarheid? Waar hekelt ze het open debat? 
 
Zelfs als we Philipse niet volgen in zijn definitie van Verlichtingsfundamentalisme, is Donners kwalificatie onterecht. Donner maakt elke vorm van kritiek onmogelijk, door elk standpunt een geloof te noemen. Een geloof kan niet aangevallen worden omdat het gerespecteerd moet worden én het kan niet kritiseren omdat haar basis niet zo zeker is als Donner zou willen. Wie Donner volgt, rest nog slechts een woordeloos relativisme. En is dat niet een zeer ondemocratische, en om hier nog één keer dat woord te misbruiken, fundamentalistische opvatting?
 
Verlichtingsfundamentalisme? Open brief over Verlichting en fundamentalisme aan Ayaan Hirsi Ali. Mede bestemd voor Piet Hein Donner, door Herman Philipse, uitg. Bert Bakker, Amsterdam 2005, 41 blz., € 9,95