Home Liefde voor het onzichtbare

Liefde voor het onzichtbare

Door André van de Putte op 22 november 2012

09-2001 Filosofie magazine Lees het magazine
Op 2 oktober overleed Jos Decorte aan de gevolgen van een verschrikkelijk verkeersongeval. Hij was op 21 juli 47 jaar geworden. Aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (H.I.W.) van de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij sinds oktober 2000 tot gewoon hoogleraar was bevorderd, doceerde hij Fundamentele Wijsbegeerte en Geschiedenis van de wijsbegeerte, met bijzondere aandacht voor de Middeleeuwen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Met Jos Decorte verliest het H.I.W. een van zijn meest prominente leden. Decorte was niet alleen een uitstekend onderzoeker met een brede kijk op zijn vakgebied. Authenticiteit kenmerkte zijn colleges. Hij was een leraar die het zich tot taak rekende ervoor te zorgen dat filosofie een levende werkelijkheid werd voor studenten. Wat hij te vertellen had kwam diep uit hemzelf. En hij hield dan ook niet op te reflecteren over zijn eigen onderwijs en het onderwijs in het algemeen.

In een periode van 21 jaar (sinds 1980, toen hij benoemd werd tot wetenschappelijk medewerker) publiceerde hij een aantal opmerkelijke wetenschappelijke artikelen en studies die het totale domein van het middeleeuwse denken bestrijken. Uitgesproken aandacht besteedde hij aan het werk van Henricus van Gent. Decorte zag in Henricus een belangrijke brugfiguur tussen Thomas van Aquino en Scotus. In toenemende mate ging de laatste tijd zijn aandacht ook uit  naar het oeuvre van Cusanus. Zijn grote belangstelling voor de mystiek uitte zich het meest in zijn persoonlijke interesse in diens mystieke theologie.

Decorte schreef drie boeken, waarin hij zijn inzicht in het middeleeuwse denken aanwendde om onze eigen tijd een spiegel voor te houden. In De waanzin van het intellect. Twee modellen van de eeuwige strijd tussen goed en kwaad (1989) stelt hij, geïnspireerd door Michel Foucault de historiciteit en dus de begrensdheid van elke opvatting van redelijkheid in het licht. In Waarheid als weg. Een beknopte geschiedenis van de middeleeuwse wijsbegeerte (1992) toont hij aan dat de middeleeuwse traditie weliswaar rationaliteit hoogacht maar haar onderschikt aan een hoger doel. In wat zijn laatste boek zou worden Raak me niet aan . Over middeleeuws en postmiddeleeuws transcendentiedenken verdedigt hij de stelling dat een goed begrip van de betekenis van religie en mystiek in de middeleeuwse cultuur niet alleen leidt tot een beter begrip van de middeleeuwse vormen van weten maar ook tot een beter begrip van religie voor vandaag. Centraal daarbij staat zijn kritiek op de moderne eenzijdige rationaliteit die verbiedt het zichtbare te overschrijden en in en achter het zichtbare het onzichtbare te zien. Volgens Decorte heeft het onvermogen tot zo’n symbolische blik grote gevolgen voor onze cultuur, aangezien onze beperkte wetenschappelijke rationaliteit vrijwel niets aan het licht kan brengen op de existentiële domeinen van het menselijke leven, zoals  geluk, vrede, zingeving, esthetische ontroering, ethisch engagement en gevoeligheid voor het goede, het mysterie van de liefde en dat van de dood.
Met Jos Decorte verliest zijn familie een liefhebbende echtgenoot en een genereuze vader; het H.I.W. één van zijn belangrijkste pijlers en allen die met hem mochten samenwerken een trouwe en loyale vriend.
 
André Van de Putte is decaan van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte te Leuven.
 

Jos Decorte & Filosofie Magazine

Enkele dagen voor zijn dood leverde Jos Decorte bij de redactie van Filosofie Magazine een artikel aan over de middeleeuwse denker Cusanus. Het artikel geeft een beeld  van zijn denken. ‘Hij wilde weten wat er gezegd kon worden over het mysterie van het bestaan’, schrijft Decorte over Cusanus. De zin is haast autobiografisch, want ook Decorte is er altijd op uit geweest om het onzegbare op de een of andere wijze te tonen.
Zijn filosofische taak nam hij niet zonder engagement en zo reikte zijn handelen verder dan alleen het werk aan de academie. Hij schreef opiniestukken in De Standaard en maakte hij zich sterk voor de invoering van filosofieonderwijs in het Vlaamse voortgezet onderwijs. Zelf gaf hij een paar jaar filosofie op een school, voor zijn tijd aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Decorte was jarenlang actief lid van de Vlaamse redactieraad van Filosofie Magazine, zorgde ervoor dat de redactie op de hoogte bleef van de ontwikkelingen in de Vlaamse filosofie en schreef hij artikelen. Met Jos Decorte is een waardevol medewerker verloren gegaan. (EE)