Wetenschap toetst met experimenten de feiten, filosofie toetst met experimenten het denken.
Stel je voor!
Bestaan rechten van nature, of alleen binnen een samenleving? Om die vraag te beantwoorden onderzocht de Engelse filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) hoe het leven eruit zou zien als er geen overheid of wetten zouden zijn om onze rechten te beschermen. Zijn beschrijving van deze zogeheten ‘natuurtoestand’ is niet bepaald rooskleurig. Volgens Hobbes zorgt de schaarste aan goederen ervoor dat we elkaar constant naar het leven staan. Of dat nu is om je eigen spullen te beschermen of de spullen van een ander te pakken. Dat mensen zowel qua lichamelijke kracht als qua denkvermogen in grote mate gelijk aan elkaar zijn, helpt ook niet echt mee. Met een sluw plan kan zelfs de zwakste onder ons immers de sterkste overmeesteren.
De natuurtoestand ontaardt volgens Hobbes daarom in een oorlog van allen tegen allen. In deze oorlog bestaat er geen recht of onrecht. Het enige recht dat we van nature hebben, is het recht onszelf te beschermen en in leven te houden, met alle middelen die we tot onze beschikking hebben. Of je een ander nu bedriegt, besteelt of vermoordt, zolang het jou helpt om in leven te blijven is het allemaal geoorloofd.
De enige manier om aan deze natuurtoestand te ontkomen, is als we collectief inzien dat deze situatie voor iedereen – onszelf incluis – nadelig is. Wanneer we er dus genoeg van hebben constant bang te moeten zijn dat een ander ons van vee, huis of leven berooft, gaan we ertoe over een verbond te sluiten. In dat verbond spreken we af dat we afzien van het recht om uit zelfbescherming de ander het leven of eigendom te ontnemen. Dat werkt natuurlijk alleen als iedereen zich eraan houdt. Daarom hebben we volgens Hobbes een soeverein nodig die wetten formuleert om ons en ons eigendom te beschermen, en ervoor zorgt dat die wetten ook nageleefd worden.
Echt?!
Hobbes kreeg veel kritiek op het pessimistische mensbeeld dat uit zijn natuurtoestand spreekt. Zouden we elkaar echt massaal uitmoorden als er geen wetten zijn om onze rechten te beschermen? Mensen die hem van ongegrond pessimisme beschuldigen moeten zichzelf volgens Hobbes de volgende vragen stellen: doe ik niet de deur op slot wanneer ik mijn huis verlaat? Bewaar ik mijn kostbare spullen niet op een veilige plek? Spreekt uit mijn handelingen niet een even groot wantrouwen jegens de medemens als uit de natuurtoestand van Hobbes? Hiermee roept Hobbes optimistische denkers op na te gaan of hun ideeën wel met hun feitelijke gedragingen overeenkomen.