Home Leren filosoferen Wat is geloven?
Wat is geloven?
Filosofie is makkelijker als je denkt

Wat is geloven?

Wat is geloven?
beeld Mikko Kuiper

Filosofie is makkelijker als je denkt

In ‘Filosofie is makkelijker als je denkt’ helpen we je in vier stappen op weg in het zelf leren denken. Dit keer: wat is geloven?

Is geloven een keuze?

Kun je ook helemaal niets geloven?

Hoe weet je wat je moet geloven?

Kun je geloven zonder twijfel?

Is geloven een vorm van weten?

Is weten een vorm van geloven?

Kun je religieus zijn zonder te geloven?

Is geloof een gevoel?

Is er verschil tussen geloof en bijgeloof als God niet bestaat?

‘Geloven is een daad van het verstand’

Filosofie is makkelijker als je denkt. Maar moet je ook alles geloven wat je denkt? Een korte inleiding in de filosofie van geloof.

Wanneer we iemand op zijn woord geloven, gaan we er vanuit dat hij de waarheid spreekt, al weten we het niet zeker. Maar als we zeggen in God te geloven, lijkt het toch om meer te gaan dan dat. Niet voor niets is vrijheid van godsdienst een grondrecht – waar iemand in gelooft is deel van diens identiteit. Maar wat houdt het in om te geloven? Is gelovig zijn een karaktertrek, een culturele erfenis, een individueel gevoel? En wat verlies je wanneer je je geloof verliest? In het christendom is geloof, samen met hoop en liefde, een belangrijke deugd. Is geloven dus iets wat je kunt leren?

Wil je dit artikel verder lezen?

Sluit een abonnement af op Filosofie Magazine voor slechts 4,99 per maand en krijg toegang tot dit artikel én de duizenden andere diepgaande filosofische artikelen. Luister nu ook alle nieuwe artikelen als audio.
Word abonnee en lees verder > Al abonnee? Log dan in en lees (of luister) verder.

‘Geloven is een daad van het verstand dat instemt met de goddelijke waarheid,’ zo meent de Italiaanse filosoof en theoloog Thomas van Aquino (ca. 1225-1274). Dat we ons verstand moeten gebruiken om tot het geloof te komen, laat hij zien met zijn godsbewijzen: logische argumenten voor het bestaan van God. Zo stelt hij dat alles in de wereld ontworpen lijkt te zijn met een speciaal doel, wat betekent dat er ook een grote ontwerper moet bestaan.

De Britse evolutiebioloog Richard ­Dawkins (1941) weigert daarentegen te geloven dat religie en rationaliteit samengaan. Als fervent atheïst probeert hij via wetenschappelijke inzichten godsbewijzen zoals die van Aquino te weerleggen. Geloof, zo meent Dawkins, is niet redelijk: het is een collectieve waanzin. Maar kan wetenschap wel iets zeggen over iets onmetelijks als een god?

Is geloven een keuze of iets dat je overkomt?

Dat de gelovige voor anderen waanzinnig lijkt, is volgens de Deense filosoof en theoloog Søren Kierkegaard (1813-1855) onvermijdelijk. Het religieuze overstijgt de grenzen van het verstand. Iemand die gelooft, doet dat ‘krachtens het absurde, krachtens het feit dat voor God alle dingen mogelijk zijn’. Het geloof is een paradox: de gelovige accepteert dat iets onmogelijk is, maar vertrouwt erop dat God, voor wie niets onmogelijk is, het toch waar kan maken. Geloven is dus een kwestie van overgave en vertrouwen. Is het geloof dan eigenlijk een keuze of juist iets dat je overkomt?

De Oostenrijks-joodse filosoof Martin Buber (1878-1965) schrijft: ‘Als in God geloven betekent: in de derde persoon over hem kunnen spreken, geloof ik niet in God. Als in hem geloven betekent: tot hem te kunnen spreken, geloof ik in God.’ Geloof bestaat voor Buber uit een persoonlijke relatie met God, die we voelen maar niet kunnen uitdrukken. Maar deze relatie alleen is niet genoeg. We moeten ook ernaar handelen, bijvoorbeeld door andere mensen en de natuur met respect te behandelen. Volgens de Japanse zenboeddhist Dogen (1200-1253) kan spiritualiteit zelfs geheel liggen in wat we doen: je hoeft volgens hem niets meer te doen dan mediteren om boeddhistische verlichting te bereiken. Hoef je eigenlijk wel ergens in te geloven om gelovig te zijn?

Loginmenu afsluiten