Home Julia Shaw: ‘Het kwaad bestaat niet’

Julia Shaw: ‘Het kwaad bestaat niet’

Door Marc van Dijk op 25 april 2019

Julia Shaw: ‘Het kwaad bestaat niet’
Cover van 05-2019
05-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

De jonge forensisch psycholoog en bestsellerauteur Julia Shaw verdiepte zich in het kwaad. Haar conclusie: kijk vooral naar je eigen agressie. 
 

Wat kan ik weten?

‘Wat je in elk geval moet weten is dat het kwaad niet bestaat. Mijn boek is een manifest tegen het kwaad; tegen het kwaad als begrip. De Engelse titel is Making Evil, vrij naar Nietzsche, die zei: “Over het kwaad denken is kwaad maken.” Ook Nietzsche vond dus dat we van dit construct af moesten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De monsters die we bedenken en die we associëren met het kwaad bestaan niet. Als zo’n monster gaat lunchen of een praatje maakt, doet hij dat op een kwaadaardige manier – wat moet ik me daarbij voorstellen? Het pure kwaad is een onhoudbaar en onbruikbaar concept. Als we het brein van Hitler zouden kunnen scannen, zouden we waarschijnlijk niets bijzonders zien. Uit de psychologische rapporten die over hem gemaakt zijn, komt niet naar voren dat hij erg afwijkend was. We zoeken altijd naar de simpele verklaring – een stoornis, iets abnormaals –, want dat onderscheidt de slechteriken van ons. Maar meestal is dat onderscheid er helemaal niet.

Maar, zeggen mensen dan, er zijn toch wel daden die we onder het kwaad kunnen scharen? Ik denk van niet. Want ook dat vereist iets dat zo abnormaal is dat de meesten van ons er nooit toe in staat zouden zijn. Terwijl we op basis van wetenschappelijk inzicht zouden moeten aannemen dat we juist wel tot alle denkbare slechte dingen in staat zijn – en dat geldt voor ieder van ons.
Juist als mensen het etiket “kwaad” op andere mensen plakken, gebeurt er iets schadelijks. Het ontmenselijkt die mensen. Dat gebeurt bijna altijd als we gruwelijke daden proberen te rechtvaardigen. Toen de Amerikaanse president Bush “de as van het kwaad” uitriep, was dat de rechtvaardiging om een oorlog te beginnen. De vijand staat voor het kwaad, en wij staan voor het goede, de rechtvaardigheid. We gebruiken een etiket om onze eigen gruweldaden recht te praten, die we misschien zonder dit etiket niet eens zouden begaan, of minder snel.’


Beeld: Martin Dijkstra

Wat moet ik doen?

‘Het narratief over goed en kwaad dat ons vanaf onze kindertijd onderwezen wordt, moet veranderen. De indeling van de mensheid in “goeden” en “slechten” komt denk ik voort uit de menselijke behoefte aan eenvoud en overzicht in een complexe wereld. Maar we mogen daar niet aan toegeven, we moeten leren dat er een continuüm is van goed en slecht menselijk gedrag. Passief-agressief gedrag, waaraan bijna iedereen zich weleens schuldig maakt, is niet zo slecht als fysiek geweld. En fysiek geweld is niet zo slecht als moord. Maar deze verschillende vormen van gedrag zijn wel met elkaar verbonden. Iemand die vaker agressief is, loopt meer risico om op een dag een moord te plegen. En iedereen kan, als de omstandigheden veranderen, vervallen tot het verwerpelijkste gedrag. Maar ik ben ervan overtuigd dat het nooit enkel je brein is dat jou dingen laat doen. Je kunt altijd zelf beslissen.

Het is dus belangrijk om na te gaan in welke mate je zelf al kwaad doet op lager niveau, en wat jouw morele overtuigingen zijn. Mijn eigen risicofactoren om ernstig kwaad te doen zijn behoorlijk laag, onder meer omdat ik een vrouw ben; mannen lopen veel meer kans om betrokken te raken bij gewelddadigheid. Maar ook ik doe anderen kwaad. Ik eet vlees, ik koop goedkope dingen, ik maak lange vluchten. En op persoonlijk niveau heb ik waarschijnlijk ook mijn agressieve momenten, zelfs als ik het niet zo bedoel.’
 

Wat mag ik hopen?

‘Neurowetenschapper James Fallon bestudeerde hersenscans van veroordeelde psychopaten. Die vergeleek hij met de hersenen van “gewone” mensen. Op een gegeven moment zag hij een scan voorbijkomen die hij onmiddellijk labelde als “psychopaat”. En toen ontdekte hij dat dit een scan van zijn eigen brein was.  

Hij ontdekte dat er meerdere moordenaars in zijn familie en onder zijn voorouders zaten. Maar dat hij zelf een psychopathisch brein heeft, betekent niet dat hij zich ook als zodanig is gaan gedragen. Zijn boodschap is: enkel het “verkeerde” brein hebben is niet genoeg. Er zijn altijd andere factoren van invloed. Dat geeft hoop.’
 

Wat is de mens?

‘Mensen zijn in staat tot het grootste kwaad, maar ook tot de grootste goedheid. Ik denk dat mensen uiteindelijk moeten vertrouwen op hun eigen beslissingsvermogen. Ik zou willen dat mensen de best denkbare gereedschappen zouden hebben om de beste beslissingen te kunnen nemen. Op dit moment ontberen veel mensen die gereedschappen. Dat kan ertoe leiden dat ze slechte dingen gaan doen.’