Home Jannah Loontjens: ‘Verwacht niet te veel’

Jannah Loontjens: ‘Verwacht niet te veel’

Door Frank Meester op 20 september 2011

Cover van 08-2011
08-2011 Filosofie magazine Lees het magazine

‘We menen dat we recht hebben op succes en dat we daar niet zo veel voor hoeven te doen’, zegt schrijfster Jannah Loontjens. Haar roman Hoe laat eigenlijk werd genomineerd voor de Halewijn-literatuurprijs.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

1 Wat kan ik weten?
‘Als het om weten gaat, speelt taal een belangrijke rol. Door taal kunnen wij dingen met elkaar delen, dus dingen te weten komen over elkaar. Het lastige is wel dat de ander natuurlijk altijd een ander beeld heeft bij een woord. Daarom kunnen woorden het contact tussen mensen ook in de weg zitten. Mijn boek gaat over de relatie tussen Aaf en Ralph. Ralph is nogal jaloers en hij probeert van alles over Aaf te weten te komen. Hij zoekt achter ieder woord dat zij uitspreekt een betekenis die zij er niet in wil leggen. Hoe meer woorden ze uitwisselen, hoe minder hij weet en hoe achterdochtiger hij wordt.
Onze cultuur hecht veel waarde aan waarheid, juist ook binnen het huwelijk of binnen andere vormen van liefdesrelaties. Het ideaal is in elkaar op te gaan, elkaar door en door te kennen. Ralph vraagt ook die extreme eerlijkheid van Aaf. Maar zijn wil om te weten werkt averechts: Ralph wordt steeds wantrouwiger en Aaf durft steeds minder te zeggen omdat ze weet dat ieder woord verkeerd wordt opgevat en hen verder uit elkaar drijft. Misschien werkt dat idee van totale openheid niet altijd en moeten we accepteren dat we de ander nooit helemaal zullen kennen. Gun een ander zijn eigenheid en zijn geheimen. Juist als je accepteert dat ieder zijn eigen mysteries en verborgenheden heeft, kun je de ander beter leren kennen.’

2 Wat moet ik doen?
‘Dat is misschien wel de moeilijkste vraag voor mensen van mijn generatie en daar gaat mijn roman ook voor een groot deel over. Wij zijn opgevoed met het idee dat we alles kunnen doen. Als je ontdekt waar je goed in bent, dan moet je daar maar lekker verder in gaan, zo redeneerden mijn ouders en docenten. We hebben de illusie dat we ons leven precies zo vorm kunnen geven als we zelf willen. Maar de vraag is vervolgens wel: hoe ziet dat ideale leven eruit? We hebben de vrijheid om een partner te kiezen van wie we echt houden, of dat nu iemand is van het andere of hetzelfde geslacht of van een ander geloof, dat maakt allemaal niet uit, als we maar echt van hem of haar houden. Het probleem is vervolgens dat we bij elke relatie twijfelen of het wel echte liefde is en of we wel echt bij die ander passen. Dat is ook precies wat Aaf en Ralph bezighoudt. Die twijfel is er niet alleen in de liefde. ‘Wat moet ik later worden?’ is net zo’n lastige vraag. Of: ‘Is mijn huidige beroep wel wat ik echt het beste kan?’ Als je alles kunt worden, is dat geen gemakkelijke keuze. Een enkeling weet misschien al van jongs af aan zeker wat hij later wil gaan doen, maar de meesten hebben helemaal geen idee. Als alles open lijkt te liggen, is de vraag naar wat je moet doen bijzonder lastig.’

3 Wat mag ik hopen?
‘De kans dat die vrijheid om je leven op een ideale manier vorm te geven – te worden wie je zelf wilt zijn en de ideale relatie te hebben – op een teleurstelling uitloopt is natuurlijk levensgroot. Bijna iedereen wil succesvol zijn, terwijl een enkeling uiteindelijk echt succesvol is. We menen dat we recht hebben op succes en dat we daar niet zo veel voor hoeven te doen. We zijn namelijk gewend dat alles vrij gemakkelijk gaat en zijn dan ook verbaasd en vaak zelfs kwaad als het opeens niet lukt. Daarom heeft Aaf het in mijn boek over ‘de generatie der teleurgestelden’. We hebben te hoge verwachtingen van ons leven. We stellen te hoge eisen. Die kunnen we niet waarmaken en bovendien zitten die verwachtingen ons ook nog eens in de weg. Voortdurend twijfelen of wat je doet wel goed is en of je relatie wel ideaal is, werkt averechts. Zeker als je er niet naar handelt. Aan de ene kant geloof ik dat je niet bang moet zijn om je leven te veranderen, om onverwachte beslissingen te nemen. Maar aan de andere kant moet je geen plotseling of gemakkelijk succes verwachten. Hopen mag wel. Dat moet je zelfs doen, want zonder hoop kun je niet leven. Ik zou zeggen behoud je hoop, maar probeer niet te veel te verwachten.’

4 Wat is de mens?
‘De mens is allereerst een talig wezen. “De taal is het huis van het Zijn”, schreef Heidegger. Met die taal kunnen we uitdrukken dat we bestaan en kunnen we nadenken over ons bestaan. We denken in taal, verwoorden onze gevoelens en geven betekenis aan onze belevingen in taal. Dat maakt de mens tot mens. We kunnen niet buiten de taal stappen. Ook de vraag ‘wat is de mens?’, kunnen we alleen maar in taal stellen. Maar, zoals ik eerder al zei, de taal kan ons nooit alles te weten laten komen. Meer taal leidt niet altijd tot meer begrip. Het talige wezen mens zal dus ook altijd een mysterieus wezen blijven.’

Hoe laat eigenlijk
Jannah Loontjens
(Prometheus)
320 blz./ € 19,55