De Britse filosofe en toneelschrijfster Margaret Cavendish bezocht in de zeventiende eeuw Nederland. Ze is nog steeds een inspiratiebron voor feministen.
‘De man moet zijn vrouw niet alleen de broek laten dragen, maar dient haar zelfs zijn hele garderobe af te staan.’ Met deze uitspraak werd Margaret Cavendish (1623-1673) een voorbeeld voor feministen uit de jaren tachtig. Zij waardeerden de feministische idealen van Cavendish, maar ze begrepen haar niet heel goed, betoogt Thijs Weststeijn, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Ze schilderden de zeventiende-eeuwse filosofe en toneelschrijfster af als een miskende vrouw, onderdrukt door de geleerde mannen uit haar tijd. Haar vooruitstrevende ideeën zouden niet erkend worden.
Dat beeld komt niet overeen met wie Cavendish werkelijk was, vertelt Weststeijn, auteur van Margaret Cavendish in de Nederlanden, waarmee hij de ABG VN Essay Prijs voor academisch schrijftalent won. Weststeijn: ‘Cavendish was een flamboyante verschijning: met haar zelfontworpen kleding was ze niet alleen een openbaar schouwspel. Ze publiceerde ook nog eens veel.’ En de vijftien jaar die de Engelse in Nederland verbleef, onderhield ze uitgebreide contacten met haar mannelijke mede-geleerden. Weststeijn: ‘De Nederlandse dichter en diplomaat Constantijn Huygens was een van haar grootste bewonderaars.’
Vooral in haar toneelstukken blijkt Cavendish een feminist. ‘In haar toneelstukken sneed zij volledig nieuwe onderwerpen aan, die zelfs Shakespeare vijftig jaar daarvoor niet aandurfde’, vertelt Weststeijn. ‘De 25 toneelstukken die Cavendish geschreven heeft vonden veel gehoor bij tijdgenoten en gaan over onderwerpen als dronken en agressieve echtgenoten en de vraag of het huwelijk wel goed is voor de vrouw. Het was iets geheel nieuws om vrouwen op het podium over hun man te zien praten’.
De onderwerpen in de toneelstukken mogen hedendaagse feministen aanspreken, maar de argumentatie erachter zal dat volgens Weststeijn minder doen. ‘De filosofe ging in haar visie volledig uit van de zeventiende-eeuwse stereotypen van de vrouw. Zo heeft ze het over “het zwakke geslacht, dat in haar aard dom en onbetrouwbaar is”. Juist door zulk soort algemeen aanvaarde opvattingen als uitgangspunt van haar theorie te nemen, kon Cavendish heel strategisch met een nieuw punt komen: de vrouw moet niet dom gehouden worden, maar moet zich juist ontwikkelen omdat ze nog veel moet leren’. Zo pleiten de vrouwen in haar stuk The Unnatural Tragedy zelfs voor een politieke rol voor vrouwen: ‘Als vrouwen zich met de staatszaken zouden bemoeien, zou de wereld een stuk gelukkiger zijn’.
Marjolein Wegman
Margaret Cavendish in de Nederlanden. Filosofie en schilderkunst in de Gouden Eeuw, door Thijs Weststeijn, Amsterdam University Press, Amsterdam 2008, 56 blz., € 19,90