Home Levenskunst Is dit wel wat ik wil?
Levenskunst

Is dit wel wat ik wil?

Door Mariska Jansen op 17 februari 2009

02-2009 Filosofie magazine Lees het magazine

Neem ik die nieuwe baan? Verbreek ik mijn relatie? – op de meest beslissende momenten overvalt je vaak de grootste twijfel. Vertwijfeling is een ziekte, zegt de Deense filosoof Kierkegaard. Een ziekte waar iedereen doorheen moet.

Ik sta op het punt om te gaan samenwonen. Natuurlijk sta ik achter deze nieuwe wending in mijn leven – ik kijk er zelfs naar uit –, maar er zijn ook momenten waarop de vertwijfeling mij overvalt. Immers, door deze keuze geef ik andere mogelijkheden op; ik sluit ook dingen af. Dan schieten me de woorden te binnen van Eline Vere, het romanpersonage van Louis Couperus. Als een man haar ten huwelijk vraagt, antwoordt ze: ‘Je begrijpt niet dat in het hart van een vrouw zulke verschrikkelijke vertwijfelingen zijn. Je begrijpt niet dat ik soms niet weet wat ik voel, wat ik wil, wat ik denk. Zie je, er is iets in me dat niet af is, dat niet voltooid is. Ik twijfel altijd, ik zoek altijd, ik weet nooit.’
Eline Vere beschrijft treffend het verlammende gevoel dat je kan overvallen als je voor ingrijpende beslissingen staat. Het nemen van beslissingen gaat altijd gepaard met onzekerheid, en daardoor ook met een zekere angst. Wie bijvoorbeeld besluit te stoppen met werken om zijn leven een andere wending te geven, geeft de zekerheid van een maandsalaris op. Wie zijn baan aanhoudt, moet echter aanvaarden dat hij is gebonden aan verplichtingen. Wie een lange relatie beëindigt, valt terug op zichzelf en moet opnieuw beginnen. Wie zijn relatie nog een kans geeft, sluit juist de mogelijkheid van opnieuw beginnen uit – wat soms ook een bevrijding kan zijn. Geen wonder dat bij dergelijke ingrijpende keuzes de vertwijfeling toeslaat. Is dit wel wat ik wil?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Eline Vere noemt het gevoel van vertwijfeling typerend voor vrouwen, maar waarschijnlijk is die toestand eerder kenmerkend voor een bepaalde tijd, voor vrouwen én mannen in die tijd. Een illustratie van een vertwijfelde man is de hoofdpersoon van Milan Kundera’s De ondraaglijke lichtheid van het bestaan: hij wil vrijgezel blijven om geen enkele vrouw te hoeven missen. Vertwijfeling is vooral een typisch modern gevoel. Modern omdat ze kenmerkend is voor mensen die het idee hebben dat ze hun leven min of meer in eigen hand hebben. De roman van Couperus dateert van het eind van de negentiende eeuw, en dat is geen toeval: vertwijfeling doet zich pas voor als je ervaart dat er verschillende mogelijkheden zijn. Als je je vrij voelt om een beslissing te nemen over de richting van je leven.

Angst voor het onbekende

Wat is vertwijfeling eigenlijk? En wat is het verschil met twijfel? Om te beginnen: twijfel bij belangrijke keuzes is heel gewoon, en zelfs belangrijk. Je wilt immers het juiste doen, dus dan ga je niet over één nacht ijs. Maar tussen twijfel en vertwijfeling bestaat een groot verschil. Vertwijfeling gaat veel dieper, schrijft de negentiende-eeuwse Deense filosoof Søren Kierkegaard (tijdgenoot van Couperus): ‘Vertwijfeling is een veel diepere en volledigere uitdrukking, haar beweging veel meer omvattend dan die van de twijfel. Vertwijfeling is namelijk een uitdrukking voor de hele persoonlijkheid, twijfel alleen voor de gedachte.’ Vertwijfeling is, zo schrijft Kierkegaard in De ziekte tot de dood, ‘een onrust die in je binnenste woont, een onvrede, een disharmonie, een angst voor iets onbekends’. Die onrust ontstaat doordat vertwijfeling je daadwerkelijk op jezelf terugwerpt, op je bestaan, op wie je wilt zijn. Daarom is vertwijfeling volgens Kierkegaard een ethische kwestie: de beslissing die je moet nemen gaat je echt aan, en daarom hecht je er veel belang aan dat je het goede doet.

Twijfel is echter veel objectiever, en rationeel op te lossen, door de ‘voors’ en ‘tegens’ op een rijtje te zetten. Je bent daar minder ‘als persoon’ bij betrokken. Zo kun je twijfelen of je je succesvolle baan zult inruilen voor die baan waarmee je weliswaar veel minder verdient, maar waarmee je wel bijdraagt aan een betere wereld. In dat geval ga je rationeel te werk: haal ik het financieel? Houd ik het vele reizen bij die nieuwe baan vol?

Dat vertwijfeling niet rationeel op te lossen is, maar te maken heeft met je diepste kern, maakt het er niet eenvoudiger op. Bij vertwijfeling komen vragen op als: wie ben ik? Waar sta ik? Hoe doe ik het goede of het juiste? Er staat nogal wat op het spel. Vertwijfeling kan er daardoor toe leiden dat je voortdurend alle mogelijkheden open wilt houden. Het kan leiden tot eindeloos afwachten. Tot niet willen of kunnen beslissen omdat je denkt dat je vrij bent (en vrij blijft!) zolang alle mogelijkheden nog voor je openliggen. Geen wonder dat veel mensen belangrijke beslissingen voor zich uit schuiven. Maar wie, zoals Eline Vere, uit vertwijfeling niets onderneemt, alleen maar afwacht en verstrooiing zoekt, verliest zichzelf, aldus Kierkegaard. Het is een groot maar sluipend gevaar, stelt hij: ‘Het grootste gevaar, jezelf te verliezen, kan in de wereld zo geruisloos verlopen alsof het niets is.’

Je móét wel kiezen

Wat is Kierkegaards recept tegen de vertwijfeling? Om te beginnen is het van belang je te realiseren dat vertwijfeling in stand gehouden wordt doordat je een verkeerd begrip van vrijheid hebt. Een treffend voorbeeld hiervan is de Tsjechische dokter Tomas in Milan Kundera’s roman De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. De ontrouwe Tomas weigert lange tijd echt te kiezen voor zijn huwelijk. Talloze minnaressen doen hem geloven dat hij er naast zijn gebonden bestaan het ‘lichte leven’ van een vrijgezel op na kan houden. Tomas, die tevens strijdt voor de bevrijding van Tsjechië, verdedigt zijn manier van leven uit naam van de vrijheid: hij wil niet beknot worden, ook niet door de vrouw van wie hij houdt. Maar Tomas kan het niet volhouden alle wegen open te houden. Hij raakt in de knoop.

Tomas is een typisch voorbeeld van iemand die een verkeerd idee van vrijheid heeft. Want vrij zijn, zegt Kierkegaard, betekent je wél engageren met een van de mogelijkheden die voor je liggen. Kiezen voor de richting waarvan je vindt dat die het meest bij je past, het dichtst bij je ligt. Dat hoeft natuurlijk niet de keuze voor een huwelijk te betekenen – Kierkegaard is in dit opzicht helemaal niet moralistisch –, maar het betekent in elk geval wel het einde van het openhouden van alle opties omdat ze gelijkwaardig of even interessant zijn. Die manier van niet-kiezen leidt tot zelfverlies. Het perspectief van ‘vrijheid betekent kúnnen kiezen’ verandert in ‘vrijheid betekent móéten kiezen’.

Wat is die vrijheid om te kiezen? Deze vrijheid is precies wat een mens tot mens maakt. Alleen is vrijheid niet: om het even wat doen. Met vrijheid van keuze komt ook de verantwoordelijkheid er wat van te maken, dus om zo goed en zo kwaad als het kan de juiste keuze te maken. De moderne mens – bevrijd van vanzelfsprekende tradities – is auteur van zijn eigen levensverhaal. Hij kan niet zomaar alles schrijven, hij moet rekening houden met omstandigheden, maar hij is en blijft de schrijver. Hij kan erop worden aangesproken. Het is uiteindelijk zíjn keuze, en hij staat voor die keuze. De Franse denker Paul Ricoeur legt wat dat betreft een verband tussen verantwoordelijkheid en het Latijnse prudentia, de klassieke deugd van wijsheid of inzicht. In een interview noemt hij dat ‘het vermogen zich te oriënteren in volstrekt onbekende situaties en daarbinnen morele keuzes te maken’.Volgens Ricoeur betekent verantwoordelijkheid ‘het gewicht van onze eigen daden kunnen dragen, maar ook in staat zijn beslissingen te nemen in complexe situaties’. Voor het maken van deze keuze valt geen eenvoudig recept te geven. Belangrijk is om te beseffen dat volgens Kierkegaard vertwijfeling een ziekte is waar iedereen doorheen moet. Ook al lijkt het soms aantrekkelijk om alle opties open te houden, uiteindelijk leidt die houding tot vertwijfeling en verlamming. Hoe moeilijk soms ook, we moeten volgens Kierkegaard de sprong durven te wagen van verleden naar toekomst.