De excuses van premier Rutte vorige maand aan de Joodse gemeenschap voor de passieve opstelling van de Nederlandse overheid tijdens de Tweede Wereldoorlog, werden met open armen ontvangen. De erkenning van historische misstappen kan voor slachtoffers of nabestaanden van grote waarde zijn. In de Verenigde Staten woedt al decennia een debat over een kwestie met enige verwantschap: genoegdoening aan de zwarte bevolking voor het leed van de slavernij. Een belangrijk verschil is dat dit Amerikaanse debat ook draait om de vraag naar financiële compensatie. In de loop van de voorverkiezingen voor het presidentschap van 2020 hebben enkele kandidaten van de Democratische Partij gepleit voor een open discussie over herstelbetalingen. Een unicum in de Amerikaanse politiek. Zijn herstelbetalingen aan de zwarte bevolking moreel wenselijk?
Dit artikel is exclusief voor abonnees
In de VS is een wit huishouden tien keer zo rijk als een zwart huishouden
Nee
Tegenstanders van de compensatie voeren drie argumenten aan. Ten eerste is de kwestie verjaard. Onder de huidige Amerikaanse bevolking bevinden zich geen slaven en evenmin slavenhouders. Sterker nog: niemand heeft een nog levende grootouder die slaaf was. Wie zou dan compensatie moeten verlenen aan wie? Ook al was er sprake van historisch onrecht, dat onrecht ligt inmiddels te ver in het verleden. Ten tweede zijn de belanghebbende groepen diffuus. Goed, de huidige zwarte bevolking bestaat goeddeels uit nakomelingen van slaven. Maar er zijn uitzonderingen. Zo speelden enkele leden van zwarte families zelf een actieve rol in de slavenhandel. En de witte Amerikaanse bevolking bestond niet alleen uit slavenhouders. Sommigen streden juist voor afschaffing van de slavernij. Moet je de ene nabestaande dan wel compensatie verlenen en de andere niet? Een derde kritiekpunt is dat de discussie bevolkingsgroepen tegen elkaar opzet. Het is olie op het vuur van de Amerikaanse identiteitspolitiek. Want hoe zit het dan met geïmmigreerde hispanics of Aziatische Amerikanen? Moeten zij als belastingbetalers ook bijdragen aan herstelbetalingen?
Ja
Volgens voorstanders van herstelbetalingen is de zwarte bevolking gedurende de Amerikaanse geschiedenis groot onrecht aangedaan. Compensatie daarvoor is op zijn plaats. Toegegeven: de slavernij is al lang afgeschaft, maar de historische sporen ervan zijn nog niet uitgewist. Ook na de afschaffing bleef de wettelijke ongelijkheid tussen de zwarte en witte bevolking lange tijd bestaan. En al is die inmiddels opgeheven, in de praktijk zijn de verschillen nog duidelijk zichtbaar. In de VS is het doorsnee witte huishouden tien keer zo rijk als het doorsnee zwarte huishouden, en die kloof wordt er niet kleiner op. Dat valt niet alleen aan de slavernij toe te schrijven, maar ook aan de lange geschiedenis van ongelijke behandeling. Er was gedurende de Amerikaanse geschiedenis sprake van structurele ongelijkheid. Het doel van de herstelbetalingen is om die ongelijkheid tegen te gaan. En welke partij moet dat op zich nemen? Volgens veel voorstanders is dat niet de witte gemeenschap, maar de Amerikaanse overheid. Die heeft immers duidelijk schuld aan de achterstand van de zwarte bevolking.
Nationale context
De Amerikaanse discussie over herstelbetalingen is lastig. Niet in de laatste plaats omdat die verweven is met een ander moreel vraagstuk: wat is een rechtvaardige welvaartsverdeling? Tegenstanders wijzen terecht op de praktische problemen van herstelbetalingen aan individuen. Compensatie aan de Afro-Amerikaanse gemeenschap als geheel lijkt een betere optie, zeker waar die gemeenschap een sterk achtergestelde positie heeft. Herstelbetalingen zouden bijvoorbeeld ten goede kunnen komen aan bewoners van zwarte achterstandswijken. Maar verdienen achterstandswijken van hispanics dan niet evenveel steun? Ook al is compensatie vanuit moreel oogpunt juist, de implementatie daarvan moet geen ander onrecht in de hand werken.
De Amerikaanse discussie toont ook het belang van de nationale context. In de VS kan de zwarte bevolking een redelijke aanspraak doen op herstelbetalingen, omdat zij de dupe is van een structurele ongelijkheid, die in de Amerikaanse geschiedenis blijvend aanwezig is geweest – ook nadat de slavernij was afgeschaft. Dat maakt de situatie anders dan – bijvoorbeeld – in Nederland, dat weliswaar een slavernijverleden heeft, maar geen vergelijkbare geschiedenis van segregatie. De discussie over de vraag of een groep historische compensatie verdient, moet met oog voor de nationale context worden gevoerd.