De deur is meer dan een afscheiding die open en dicht kan. Dat merk je zodra je een kamerdeur voor schilderwerkzaamheden tijdelijk uit haar scharnieren moet lichten. Het gat van de deur dat dan ontstaat heeft een heel andere uitwerking op de ruimte die erachter ligt, dan de deur had toen deze openstond.
Volgens de Duitse filosoof Georg Simmel (1858-1918) verbeeldt de deur niets minder dan ‘het grenspunt waarop de mens eigenlijk voortdurend staat’: de overgang van de eigen begrensde leefwereld naar de oneindigheid van het bestaan. Daarom ervaren we een buitendeur binnenshuis heel anders dan wanneer we er vanbuiten voor staan.
De dichte deur zorgt binnen voor veiligheid en gezelligheid. Vanbuiten zijn we verloren in een eindeloos bestaan.