Fotografie: Merlijn Doomernik
Heidi Dorudi (52) is filosoof en projectmanager, en publiceert op dorudi.nl.
Een jaar voordat ik mijn scriptie over Hannah Arendt ging schrijven, heb ik haar volledige oeuvre gelezen. Dat was geweldig. Ik begon met Eichmann in Jerusalem, ging verder met The Origins of Totalitarianism, en zo door. Ik heb alles gelezen. Echt alles. Sindsdien is Arendt altijd bij mij. En haar begrip “pluraliteit”.
Wij zijn allemaal verschillend, zegt Arendt. Het enige wat we met elkaar delen is de wereld en het mens-zijn. Pluraliteit heeft veel betekenissen: meervoudigheid, diversiteit, verscheidenheid. Stel dat we allemaal hetzelfde zouden zijn, wat heeft het leven dan nog voor betekenis? Met wie ga je nog praten? Wat maak je nog mee? Juist aan de grenzen van het verschil ontstaan dynamiek en betekenis. Ook als enkeling zijn we pluraal: ik ben niet meer dezelfde persoon als twintig jaar geleden. En als we denken zijn we in gesprek met onszelf. Iemand die mensen tot de Ander betitelt, wijst de realiteit van de wereld af. Onze wereld ís pluraal. Mensen roepen: de multiculturele samenleving is mislukt. Maar de samenleving ís multicultureel. Het is geen project, het is een feit. Ik ben vaak de Ander geweest in mijn leven. Ik ben een halfbloed. Mijn vader is Iraniër, mijn moeder Duitse. In Iran ben ik geboren en opgegroeid, maar ik ging daar naar de Duitse school. Een echte Iraanse was ik als halfbloed dus ook niet.
Ik ben mensenrechtenactivist, feminist. Als je kritisch wilt denken, heb je een maatstaf nodig. Voor mij is pluraliteit dat normatieve criterium. Pluraliteit als maatstaf kan nooit dogmatisch worden. Bij elke nieuwe situatie moet je opnieuw kijken: wat is het beste oordeel en de beste handeling? Pluraliteit is een inspiratiebron voor rechtvaardigheid.’