Home Gedachte-experimenten Het gedachte-experiment (8): Hoe voelt het om een vleermuis te zijn?
Bewustzijn Gedachte-experimenten

Het gedachte-experiment (8): Hoe voelt het om een vleermuis te zijn?

Een serie over geruchtmakende hersenbrekers. Deze keer: Theo Meijering over de vleermuis van Thomas Nagel.

Door Jeroen van Putten op 10 december 2012

vleermuis

Een serie over geruchtmakende hersenbrekers. Deze keer: Theo Meijering over de vleermuis van Thomas Nagel.

01-2002 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Stel je voor dat je een vleermuis bent. Hoe zou dat voelen? Je hebt vleugels en je vliegt er ’s nachts op uit op zoek naar insecten. Overdag hang je op je kop op zolder. Bovendien is je gezichtsvermogen ronduit slecht, want je neemt de wereld om je heen vooral waar met echolocatie. Doordat je voortdurend hoge piepgeluidjes, kan je uit de echo’s opmaken waar je bent. Kortom, de belevingswereld van een vleermuis verschilt radicaal van die van ons.

‘De vraag “What is it like to be a bat?” kun je nooit echt bevredigend beantwoorden. Al is je inlevingsvermogen nog zo groot, uiteindelijk zijn je pogingen gedoemd te mislukken. Je blijft altijd uitgaan van je eigen ervaringen’, verheldert Theo Meijering, docent wetenschaps- en cognitiefilosofie aan de faculteit der wijsbegeerte van de Universiteit Leiden. Je kunt hoogstens ontdekken hoe het voelt om je – als mens – te gedragen als een vleermuis. Maar het gaat er nu juist om hoe het voelt om een vleermuis te zijn voor een vleermuis. En dat kunnen wij niet weten. Meijering: ‘Op dezelfde manier kan iemand die al vanaf zijn geboorte blind is zich nooit echt voorstellen hoe het voelt om een kleur te zien. Dat kun je hem ook niet uitleggen. De roodervaring die je hebt als je iets roods ziet, is een uniek en onuitsprekelijk gevoel.’

Coca Cola

Dat unieke gevoel noemt de Amerikaanse filosoof Thomas Nagel, de bedenker van het vleermuisexperiment, bewustzijn of bewuste ervaring. Neem bijvoorbeeld pijn. Je legt je hand op een brandende kachel: dat doet zeer. De beschrijving van het fysieke proces – een complexe toestand in je hersenen die totstandkomt doordat de zenuwen in je hand doorgeven dat er iets niet goed gaat – is volgens Nagel nooit het complete verhaal. Kenmerkend voor pijn is immers dat nare gevoel dat er mee gepaard gaat – noem het de pijnlijkheid van pijn. ‘Die slogan van Coca Cola brengt het’,  volgens Meijering, ‘mooi onder woorden: “You can’t beat the feeling”. Een onuitsprekelijk gevoel. Om te weten hoe Coca Cola nou echt smaakt, moet je het gewoon zelf proeven.’

Je kunt daarom zeggen dat bewuste ervaringen, zoals het hebben van pijn of het proeven van Coca Cola, onlosmakelijk zijn verbonden met degene die ze heeft. Ze zijn persoonlijk. Meijering: ‘Bewustzijn heeft volgens Nagel wezenlijk een subjectief karakter. Anders gezegd, bewuste ervaringen brengen altijd een uniek gezichtspunt met zich mee. Dat gezichtspunt verwoordt hij prachtig met die kreet “What is it like to be…”’.

Subjectiviteit heb je op het niveau van individuen, maar ook op dat van soorten, zoals vleermuizen of mensen. En daar het gaat Nagel om. Zoals het op een bepaalde manier voelt om rood te zien of cola te proeven, voelt het ook op een bepaalde manier om een vleermuis te zijn. Vleermuizen hebben dan ook een soortspecifiek gezichtspunt en die verschilt radicaal van onze typisch menselijke kijk op de wereld.

Even tussendoor… Meer lezen over gedachte-experimenten? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Het vleermuisexperiment is bedacht als reactie tegen de filosofische tendens die reductionisme wordt genoemd. In de wetenschap is reductie een heel gebruikelijke manier van verklaren. Je verklaart een fenomeen door het te vertalen naar meer fundamentele fenomenen. Zo leg je bijvoorbeeld uit wat temperatuur is door naar de achterliggende natuurkundige processen te verwijzen. Temperatuur heeft te maken met de bewegingsenergie van botsende moleculen. Een prima verklaring. Meijering: ‘Nu kun je niet meer zeggen, “Waanzinnig interessant allemaal, maar wat is nou temperatuur?” Dan heb je het verhaal gewoon niet begrepen.’ Bij zo’n reductionistische verklaring doe je afstand van allerlei triviale aspecten van temperatuur, zoals koud- of warmervaringen.

De reductionist probeert op dezelfde manier met bewustzijn om te gaan. Hij verklaart het dan bijvoorbeeld in termen van hersentoestanden. Pijn is dan een proces waarbij de pijnreceptoren in je lichaam een signaal doorgeven aan je ruggenmerg. Via je hersenstam en je thalamus komt het uiteindelijk in je somatosensorische cortex terecht, het deel van je hersenen net voor het midden van je hoofd. Daar ontstaat een complex samenspel van duizenden zenuwcellen, de neuronen, die met elkaar communiceren door het uitwisselen van chemische stoffen, de neurotransmitters. Resultaat: pijn. Maar dit gaat Nagel te ver. Bij bewuste ervaringen ligt de zaak namelijk anders. Meijering: ‘Je kunt een heel verhaal over hersentoestanden ophangen. Maar dan kan iemand nog steeds vragen, “Ja, maar waarom gaat dat nu gepaard met dat nare pijngevoel? Waarom kan dat hele proces zich niet afspelen zonder dat ik er ervaringen bij heb?” En die vraag is legitiem’.

Aangezien het gedachte-experiment van Nagel laat zien dat bewustzijn een subjectief karakter heeft, moet de theorie over het bewustzijn ook die subjectiviteit, dat unieke gezichtspunt, verklaren. Meijering: ‘De reductionistische aanpak is volgens Nagel dodelijk voor het bewustzijn, want een wetenschappelijk theorie wil nu juist zo objectief mogelijk zijn en zal daarom dat unieke gezichtspunt juist verlaten. Einde argument. De reductionist laat bewustzijn niet alleen feitelijk buiten beschouwing, maar is ook principieel gedoemd het buiten beschouwing te laten.’ Nagel wil beweert niet dat er geen verband bestaat tussen bewustzijn en fysieke processen, bijvoorbeeld tussen pijn en hersentoestanden. Hij stelt alleen dat zulke verklaringen de lading niet volledig dekken. En volgens Nagel stuiten we dan, met het subjectieve aspect van bewuste ervaringen, op de grenzen van het wetenschappelijke verklaringsvermogen en misschien zelfs van het totale menselijke kenvermogen.