Home Haroon Sheikh: ‘Het Atlantische tijdperk komt ten einde’
Mens en techniek

Haroon Sheikh: ‘Het Atlantische tijdperk komt ten einde’

Door Marc van Dijk op 18 mei 2016

Haroon Sheikh: ‘Het Atlantische tijdperk komt ten einde’
Cover van 06-2016
06-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Geboren reiziger Haroon Sheikh doceert als filosoof aan de universiteit, maar werkt ook bij een investeringsmaatschappij. In zijn eerste boek analyseert hij de opkomst van het Oosten. 

Al in de eerste zin van zijn boek heeft Haroon Sheikh iets van een orakel: ‘Het tijdperk van de gemakkelijke globalisering, de wereld waarin wij al lange tijd leven en waarmee 
wij vertrouwd zijn, komt nu ten einde.’
Tel daarbij op dat de Duitse sterfilosoof Peter Sloterdijk de jonge auteur op de achterflap omschrijft als ‘een medium, opgegroeid te midden van verschillende culturele en filosofische stromingen’ en de toon is gezet.
 

Op de avond van het interview is Sheikh zijn koffers aan het inpakken, voor enkele gesprekken in Brazilië en op de terugweg een conferentie in Hong Kong. Hij is een geboren reiziger. Haroon Sheikh (1980), zoon van een Pakistaanse vader en een Surinaamse moeder, studeerde bestuurskunde, politicologie en filosofie. Hij doceert aan de Vrije Universiteit, maar werkt ook bij een investeringsmaatschappij. 
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In zijn eerste boek analyseert Sheikh de opkomst van het Oosten. De hoofdstukken zijn voorzien van wereldkaarten vol pijlen en historische, economische en geografische gegevens. De hoofdstukken zelf vormen ook één langgerekte, oostwaartse pijl; van Duitsland via Oost-Europa, Rusland, Turkije en Iran naar China, de ‘leermeester van de wereld’.
Sheikh put uit oude bronnen, maar bespreekt ook hedendaagse denkers uit Rusland en China die bij ons veelal onbekend zijn. ‘We zullen steeds meer geconfronteerd worden met ideeën uit het Oosten over goed bestuur, rechtvaardigheid en het goede leven. Dat zal de wereld verrijken, maar het vergt wel van ons dat wij leren daarmee om te gaan.’
 
U stelt onder andere dat ‘het Atlantische tijdperk ten einde is’. Wat heeft dat te betekenen?
‘Ooit was de Euraziatische vlakte de slagader van de wereld, met in het hart de tot dan toe meest beschaafde samenleving op aarde: China. Van daaruit bestond er een netwerk waarmee India, moslimsamenlevingen en uiteindelijk ook westerse samenlevingen verbonden waren, met een grote mate van gelijkwaardigheid. 
 
Dat schema werd doorbroken toen in Europa een kleine groep experimentele zeevarende naties de moderniteit begon te ontwikkelen. Denk aan de Italiaanse stadstaten, Portugal en de Nederlanden. Het Westen verhief zich tot een andere positie. We trokken verder westwaarts, stichtten iets nieuws – Amerika, dat het centrum van de wereld werd. Zo ontstond het “Atlantische tijdperk”. 
Als ik zeg dat dit nu ten einde loopt, bedoel ik niet alleen de westerse economische hegemonie, maar ook de ongelijkwaardigheid die daarmee gepaard ging.’
 
Wordt het Oosten net als het Westen?
‘Nee. Ik geloof niet dat moderniteit een lineair proces is. Mijn stelling is dat tradities juist niet verdwijnen, maar continu transformeren, en overal andere, door lokale gebruiken bezielde varianten van moderniteit creëren. Denk bijvoorbeeld aan het staatsgeleide kapitalisme dat we nu zien in China. Dat is in feite een voortzetting van een eeuwenoude traditie van bestuur door geleerde bureaucraten, in een andere gedaante. De huidige leiders zijn als het ware de reïncarnaties van de vroegere keizers.’

 
U stelt ook dat de morele superioriteit van het Westen deze eeuw gaat eindigen. 
‘Zeker. Het wordt een gelijkwaardiger gesprek. Met de opkomst van het Westen ontstond een vertoog van oriëntalisme, met een aantal standaard-dichotomieën. Het Westen was rationeel, mannelijk, actief en vrij. Het Oosten emotioneel, vrouwelijk, passief en onderdanig. Allemaal tegenstellingen die het denken en zelfs onderzoek hebben geanimeerd, maar die daarin ook subtiel als vooroordelen blijven doorwerken en die de morele superioriteit van het Westen tot op de dag van vandaag lijken te legitimeren. Dat gaat eindigen.’
 
Denkt u dat China ons in de toekomst net zo de les gaat lezen als westerse leiders nu doen?
‘Dat kunnen wij ons maar moeilijk voorstellen. Dat een Aziatisch staatshoofd hier op bezoek komt en zegt: wij maken ons een beetje zorgen over jullie omgang met de Marokkanen. Dat geeft trouwens ook mooi aan hoe ongelijkwaardig de verhoudingen nog steeds zijn.’
 
Ziet u al voorbeelden van een kentering?
‘Volop. Een Chinese financieel leider heeft onlangs gezegd dat Amerika bij winst van Trump de autoriteit verliest om nog wereldleider te zijn. En een Chinese denker als Zhang Weiwei zegt: jullie houden Afrikaanse staten het belang van mensenrechten en democratie voor. Maar hebben ze daar ook recht op welvaart? Wij drijven handel met 
ze, waardoor ze zelf ook iets kunnen kopen. Hoe discutabel ook, er zit een kern van waarheid in.
 
Hij zegt ook: in China zijn misschien geen verkiezingen, maar de leiders dragen wel persoonlijke verantwoordelijkheid. Hoeveel mensen zijn er in het Westen werkelijk gestraft voor het veroorzaken van de kredietcrisis? In China vindt men de Amerikaanse democratie steeds meer lijken op een Hollywoodvertoning.’