Home Filosoferen achter tralies: Verkwist je tijd niet met onnozel gelummel
Tijd

Filosoferen achter tralies: Verkwist je tijd niet met onnozel gelummel

Door Lianne Tijhaar op 26 november 2018

Filosoferen achter tralies: Verkwist je tijd niet met onnozel gelummel
Cover van 12-2018
12-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Kan filosofie helpen als je in de gevangenis zit? Filosofie Magazine-redacteur Lianne Tijhaar volgt een filosofiecursus in de bajes. Deel 4, slot: een zinvolle tijdsbesteding met Seneca.

Dertien gedetineerde mannen zitten rond een tafel in de gevangenisbibliotheek van Almere. Ze drinken zwarte koffie uit plastic bekertjes. Het laatste speculaasje wordt uit een koekblik gegrist. Voor hun neus ligt een fragment uit Seneca’s klassieker De lengte van het leven. Cursusleiders Bert en Knut kijken verwachtingsvol de groep rond. ‘Wie leest vandaag de tekst voor?’ vraagt Bert. ‘Ik heb begrepen dat Herman heel goed kan voorlezen’.

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Bram Budel

Gedetineerde Herman (78) schudt zijn hoofd. Hij heeft al genoeg gelezen vandaag. Maar de groepsdruk wordt opgevoerd. Danny (46) steekt zijn vuist in de lucht: ­‘Her-man, Her-man, Her-man!’

Herman zwicht en leest voor.

‘Is het leven te kort?’

De meeste mensen, Paulinus, klagen dat de natuur ons zo karig heeft bedeeld. Dat we maar kort op de wereld mogen blijven, dat de ons gegeven tijd zo vlug, zo razendsnel verloopt. Op een paar uitzonderingen na verliest haast iedereen het leven terwijl men zich nog warmloopt.

Een algemeen kwaad is het, denken ze. En niet alleen de grote massa, het domme volk, zucht en steunt daarover, ook mannen van naam kennen dat gevoel, met alle jammerklachten van dien.

Maar onze tijd is helemaal niet kort! Nee, wij verspillen juist veel tijd. Het leven is lang genoeg, we krijgen royaal de ruimte om de werkelijk grote dingen af te maken, als we al die tijd maar goed besteden. Maar als het leven ons door de vingers glipt in onze zucht naar luxe en door desinteresse, als we er niets goeds mee doen, zien wij de feiten pas onder ogen in uiterste nood: eerst beseften we niet hoe het voortging, daarna merkten we dat het voorbij is.

Ja, zo is het. Het leven dat we krijgen is niet kort, wij maken het kort; we hebben er niet te weinig van, we gooien het met bakken overboord. Het is als met grote rijkdom van een koning: wanneer die in verkeerde handen valt is alles in een oogwenk verdwenen. Maar een bescheiden bezit dat wordt toevertrouwd aan iemand die er goed op past groeit met het gebruik. Zo vergaat het ook ons: wie de zaken goed inricht krijgt van het leven volop de ruimte. Wat klagen wij over de natuur? Die heeft zich heel welwillend opgesteld. Het leven is, wanneer je ermee kunt omgaan, lang.

Uit: Seneca, De lengte van het leven

De tekst gaat over tijdsverspilling. Volgens de stoïcijnse filosoof Seneca is het leven helemaal niet kort, zoals vaak wordt gezegd, zolang je je tijd maar goed besteedt. In werkelijkheid is het leven lang, schrijft Seneca. Dat mensen het als kort ervaren, komt doordat ze hun tijd vergooien.

Een duidelijke boodschap, maar het is nogal wat om te verkondigen in de gevangenis. Zoveel hebben de mannen hier niet te kiezen. Er is een aantal vaste activiteiten in de Penitentiaire Inrichting Almere, zoals een kerkdienst, vaste tijden om te luchten op een betegelde binnenplaats, het bezoekuur en deze cursus Filosofie en Humanisme. Om halfvijf wordt iedereen weer ingesloten op zijn cel van drie bij twee. Dus hoezo zinvolle tijdsbesteding?

De mannen lijken er zelf niet echt mee te zitten. Terwijl Herman getrouw de tekst voordraagt, luistert iedereen zonder gemor.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Levenslust 

Als Herman klaar is met lezen, duikt cursusleider Bert meteen de diepte in. ‘Volgens Seneca moet je iets goeds doen met de tijd die je hebt. Maar wat is goed?’

De gedetineerde mannen kijken hem meewarig aan. ‘Iedereen heeft zijn eigen interesses, toch?’ zegt Charif (41). Dat is niet wat Bert bedoelt. Hij wil weten welke interesses het leven zinvol maken. ‘Wie bepaalt wat zinvol is dan?’ vraagt Charif.
‘Jijzelf’, antwoordt Bert.
‘Nou, dat zeg ik toch?’ zegt Charif. ‘Iedereen heeft zijn eigen interesses.’
Zo snel laat Bert zich niet uit het veld slaan. ‘Natuurlijk’, zegt hij, ‘maar soms helpt het om even stil te staan bij je leven. Dan vraag je je af: is dit wel wat ik gewild heb?’

Groepsoudste Herman schudt geërgerd zijn hoofd. ‘Wat geweest is kun je toch niet meer veranderen’, zegt hij en hij zucht diep. ‘Je hebt alleen invloed op wat nog komt, en bij mij komt er niet zoveel meer.’

Charif snapt helemaal wat Herman bedoelt: ‘Je levenslust is beperkt als je ouder wordt. Hoe jonger je bent, hoe meer je kunt ontdekken. Je kunt het je permitteren om fouten te maken. Als je ouder wordt, moet je niet meer te veel willen veranderen. Dat kan alleen maar slecht aflopen.’
Bert denkt daar toch anders over. ‘Ik ben nu 75 en ik denk dat het beste nog moet komen.’
‘Je bent wel optimistisch, man’, joelt Danny.
Charif geeft hem een corrigerende tik. ‘Dat is levenswijsheid’, sist hij.

Gedetineerde Herman denkt nog even na. Moet het beste inderdaad nog komen? Er zijn heus nog wel dingen die hij zou willen doen. Hij wil nog graag naar Zuid-Afrika, maar op zijn leeftijd zit dat er echt niet meer in.

Bert reageert bemoedigend. ‘Het kan natuurlijk ook goed zijn om pas op de plaats te maken. We leven geen parallelle levens. Je hebt bepaalde keuzes gemaakt; die kun je niet overdoen.’
‘Natuurlijk wel!’ roept Danny.
Opnieuw een por van Charif: ‘Hij bedoelt letterlijk ­overdoen.’
‘O’, zegt Danny en hij haalt zijn schouders op.
 

Tijd

Mensen zeggen vaak dat de tijd vliegt. Deze uitspraak is de gedetineerde mannen ook niet vreemd. Maar hier in de gevangenis ligt het toch een beetje anders. De mannen die aan deze tafel zitten wachten nog op hun vonnis. Ze hebben geen idee welke straf hun boven het hoofd hangt. Voor hen kruipt de tijd.

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Bram Budel

Maar wat is tijd eigenlijk? Bert probeert het abstracte onderwerp concreet te maken: ‘Tijd is een reeks gebeurtenissen die elkaar opvolgen. Vergelijk het met muziek. Verschillende tonen achter elkaar worden muziek. Ons leven kan een urenlange symfonie zijn of een kort liedje. Maar probeer die muziek zo mooi mogelijk te maken.’

‘Dat begrijp ik allemaal wel, maar dat is voor de meeste mensen heel lastig’, zegt Charif. ‘Mijn overtuiging is dat de mensen dat niet kunnen. Anders zouden niet zoveel mensen medicijnen slikken.’
‘Of in de bak zitten’, vult een ander aan.
Het is even stil in de groep. De mannen aan tafel denken op dit moment vast niet dat ze het beste uit hun leven hebben gehaald. Of juist wel?

Cursusleider Knut verbreekt de stilte met een troostende filosofische gedachte. ‘Volgens Seneca staat alles wat gebeurt in deze wereld vast. Maar de vrijheid van de mens zit ’m erin dat hij zelf kan bepalen hoe hij erop reageert. Misschien hebben we iets aan Seneca’s stoïcisme.’
Herman trekt zijn wenkbrauw op. Danny zakt iets verder onderuit in zijn stoel. Charif strijkt peinzend over zijn kin.
‘We zouden er misschien best iets aan kunnen hebben’, zegt Charif, ‘maar niet iedereen kan die filosofen begrijpen.’

Bert geeft een praktisch voorbeeld. ‘Stel je voor dat iets mij irriteert. Als ik me eraan blijf ergeren, verspil ik mijn tijd. Dat is zonde. Dus ik stel mezelf de vraag: wat irriteert mij en wat kan ik eraan doen? Als ik er niets aan kan doen, kan ik het maar beter accepteren. Als ik er wel iets aan kan doen, dan moet ik in actie komen.’
Daar zijn alle gevangenen het mee eens. Aanpakken of accepteren. Zeuren is hier geen optie.
 

Afgepakt

‘Maar nu wil ik een stapje verder’, zegt Charif. ‘Tijd wordt irrelevant als je tevreden bent. Dan is de tijd niet meer belangrijk. En ik denk dat dat goed is. Tijd maakt ons zenuwachtig. Mensen zeggen vaak dat ze geen tijd voor je hebben. Je wordt een stuk rustiger als je gewoon accepteert dat het leven doorgaat.’

Danny is het daar grondig mee eens. ‘De tijd wordt pas zichtbaar als het niet zo lekker loopt. Anders ben je je niet bewust van de tijd.’
‘Dat is een belangrijk punt’, zegt Bert. ‘Heel veel tijd verstrijkt zonder dat we er erg in hebben. Zolang alles goed gaat, merken we niet dat ons leven voorbijvliegt. Dan kijk je achteraf terug en denk je: potverdorie. Ik ken een man van 53 die zijn hele leven opging in zijn werk. Hij had een prachtige Porsche, een leuke vriendin, leuke kinderen. Maar toen realiseerde hij zich dat zijn kinderen al volwassen waren. Hij had hun hele jeugd gemist. En opeens kwam de vraag op: waar heb ik me altijd zo druk om gemaakt?’

‘Ik denk niet dat dat verkeerd is’, zegt Stefan. Hij zou wel willen ruilen met die man.

Charif begrijpt dat wel: ‘Híj kreeg erkenning en respect voor het werk dat hij deed. Dat willen we allemaal. Maar wanneer kwam hij erachter dat hij daar niet gelukkig van werd? De omgeving heeft hem daar eigenlijk heen geleid. Die man heeft een opleiding gevolgd om erkenning te krijgen. De omgeving is best wel leidend in je leven.’

Maar de omgeving is niet allesbepalend, vindt Bert: ‘Het gaat erom dat je een ander niet jouw tijd moet laten stelen. Zorg dat een ander niet bepaalt waar jij je tijd in steekt, maar hou het heft in eigen handen.’

De mannen knikken instemmend. Maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Hun tijd ís hun nu juist afgepakt.
De tijd zit erop, de mannen gaan terug naar hun afdeling.

Volgens Knut kunnen we wat tijdsbeleving betreft nog iets van gevangenen leren. ‘Als je in de gevangenis zit, kun je ervaren dat de tijd veel langzamer gaat. Gedetineerde Danny zei het net al: de tijd wordt pas zichtbaar als het niet zo lekker loopt. Zeker als je tot levenslang veroordeeld bent.’ In een andere gevangenis kwam hij in aanraking met twee gedetineerden die na jarenlange opsluiting een geheel andere kijk op tijd ­hadden ontwikkeld. ‘Zij geloofden dat je levenstijd niet lineair is, maar circulair. Dat is een troostende gedachte, en misschien is het wel de enige manier om je staande te houden als je tot levenslang veroordeeld bent.’

Dat is ook wat Bert belangrijk vindt: ‘Ik probeer het draaglijk te maken. Vanaf het moment dat mensen deze gevangenis in stappen, zijn ze volledig overgeleverd aan het oordeel van anderen. De rechter bepaalt welke straf je krijgt, de bewakers bepalen wanneer je uit je cel mag. Dat is hier de dagelijkse realiteit. Die bewakers kun je niet veranderen, maar de manier waarop je ermee omgaat wel. Als we met deze cursus maar een paar handvatten kunnen bieden om dat op een goede manier te doen, ben ik tevreden.’

Milan (42): ‘Als je leeft zoals ­iedereen, ga je heel snel dood’
‘De tijd gaat veel te snel. Ik ben nu 42. Normale mensen van mijn leeftijd hebben een koophuis en een gezin. Ik zie er nog hetzelfde uit als vroeger’, zegt de in trainingspak gehulde Milan. ‘Als ik vrienden uit het verleden tegenkom, schrik ik me rot. Zij hebben een stabiel leven, maar ze zien eruit als opa’s. Manfield-schoenen, ruitjesblouse, een uitgezakte vrouw naast zich. Zo wil ik niet zijn. Ik heb liever dat elke dag anders is.

Mijn schoonouders hebben van alles geprobeerd om me uit het boevenvak te halen, zodat ik voor mijn dochter kon zorgen. Maar ik kon het niet. Het benauwde me. Soms vind ik het jammer dat ik niet zo ben, maar misschien komt het door de gebeurtenissen uit mijn verleden. Ik kan me niet zo makkelijk binden. Er zijn veel verantwoordelijkheden in het leven die ik niet wil.

Diep in mijn hart was ik liever fulltime vader geweest. Maar ik vind niet dat ik mijn leven vergooid heb. Hier zitten is wel weggegooide tijd. In totaal heb ik al 12,5 jaar gezeten. Die jaren ben ik gewoon kwijt. Aan de andere kant zou ik voor geen goud willen ruilen met de ruitjesblouse en de Manfield-schoenen. Als je leeft zoals het leven je wordt voorgeschreven, ga je heel snel dood.’

Herman (78): ‘Ik zie mijn tijd hier niet als tijds­verspilling’
‘Als ik terugkijk op mijn leven, vind ik niet dat ik mijn tijd vermorst heb. Maar ik had nooit gedacht dat ik na 78 jaar nog eens in de gevangenis zou belanden. Ik heb altijd hard gewerkt. Nooit eerder ben ik in aanraking gekomen met justitie.

Als ik had kunnen vergeven dan had ik hier niet gezeten. Maar ik kon het niet. Mijn zoon, mijn lieve zoon, raakte verwikkeld in een moeilijke scheiding. Het werd hem onmogelijk gemaakt om voor zijn kind te zorgen. Mijn vrouw en ik mochten geen oma en opa meer zijn. Ik kon dat niet accepteren. En nu zit ik hier.

Achter de celdeur zitten is een volstrekte ramp. En toch zie ik mijn tijd hier niet als tijdsverspilling. Het heeft veel teweeggebracht dat ik werd opgepakt. Mijn zoon is weer gaan vechten voor zijn gelijk. Eindelijk luisteren de instanties naar hem. Voor mijn vrouw vind ik het wel verschrikkelijk. Ik wil niets liever dan hier weg. Dan ga ik met mijn vrouw op vakantie naar Griekenland.’

De gebruikte namen van de gedetineerden zijn om privacyredenen gefingeerd.