Wereldbewaring is een aan de zaakheerschappij tegengestelde houding. Ze heeft geen eigendom nodig, maar een standplaats van waaruit ze aan haar verplichting tegenover ander leven kan voldoen. Deze zorgende instelling is geen opoffering en vergt ook geen altruïsme. Zodra we ons onze afhankelijkheid van de levensfundamenten op deze planeet voor ogen voeren, wordt duidelijk dat wereldbewaring een vorm van zelfbehoud is: een zelfbehoud dat de afhankelijkheid van ander leven openlijk kan toegeven en het daarom zonder heerschappij kan stellen.
‘Getijden in stand houden’ klinkt misschien abstract – terwijl wereldbewaring uit heel eenvoudige en concrete levenshandelingen bestaat, overal waar geen controle wordt afgebakend en ook geen winst wordt gemaakt.
Eva von Redecker (1982) is een Duitse filosoof en schrijver. Haar onderzoek richt zich op de relatie tussen kapitalisme, vrijheid en de maatschappij. Ze publiceerde meerdere boeken, waaronder De vrijheid om te blijven (2024) en Praxis and revolution (2021). Revolutie voor het leven is haar recentste boek in Nederlandse vertaling.
Wereldbewarende tussenruimtes zijn er in bijna ieder leven, alleen zijn ze veel dunner gezaaid en vaak meer conform de logica van onderdrukking als we in plaats van de indigene strijd witte reproductieverbanden onder de loep nemen. In witte, westerse dagelijkse beslommeringen verplicht Atlas’ taak ons in dit opzicht altijd ook tot praktische solidariteit met de discussies die wereldwijd in rechtstreekse confrontatie met kapitalistische landroof worden gevoerd. Tegelijk gaat het erom ruimte te geven aan die momenten waarop we, in plaats van als een veldheer over de wereld uit te kijken, ons deel daarvan op de schouders nemen. Waar kunnen we een gebied vrijgeven, in plaats van het te veroveren? Welke nieuwe relaties zouden we juist kunnen aangaan met die bestanddelen van de wereld waaraan ons het meest gelegen is en die we daarom overhaast ‘ons eigen’ noemen?
De Engelse dichteres U. A. Fanthorpe beschrijft het werk van Atlas met deze woorden:
Atlas
Er is een soort liefde die onderhoud heet
die de wd40 opbergt en weet wanneer die
gebruikt moet worden
Die de verzekering controleert en de melkboer
niet vergeet; die eraan denkt bollen te
planten;
Die brieven beantwoordt; die de weg kent
die het geld aflegt; die zich bekommert om
tandartsen
En wegenbelasting en treinschema’s,
en kaartjes aan de eenzamen; die schraagt
De altijd gammele doorwrochte
structuren van het leven, die Atlas is.
En onderhoud is de verstandige kant van
de liefde,
Die weet wat de tijd en het weer aanrichten
aan mijn metselwerk; die mijn defecte
bedrading isoleert;
om mijn droge, slechte grappen; die denkt aan
mijn behoefde aan glans en voegmortel; die
mijn verdachte bouwwerk rechtop in de lucht
houdt
zoals Atlas met de hemel deed.
Het gaat dus om een speciaal soort liefde, een heerlijk profane en nuchtere liefde, die niettemin de wereld bijeenhoudt. Deze liefde, die Fanthorpe ‘onderhoud’ noemt – of ‘zorgzaamheid’, hoe dan ook redelijk –, maakt in het gedicht de weg vrij voor een perspectiefwissel. Je zou zeggen dat hier iemand dankbaar over een andere persoon spreekt (en veel van Fanthorpes gedichten zijn inderdaad duetten met haar partner), maar aan het eind blijkt dat het het huis zelf is dat zijn waardering uitspreekt voor de lijst van onderhoudswerkzaamheden. Zorgzaamheid weet welke sporen de tijd en het weer in het metselwerk achterlaten, en zorgzaamheid houdt het bouwwerk overeind – zoals Atlas het hemelgewelf. Zo laten deze regels zien wat het betekent als zorg en solidariteit de omweg langs de dingen in de wereld nemen. We affirmeren onszelf niet alleen wederzijds in ons menselijke wezen, maar we affirmeren ons ook als deel van een wereld.
Met de kritiek op de zaakheerschappij wordt pas ruimte gecreëerd voor zulke bedachtzame relaties. Maar deze kritiek biedt ons ook een maatstaf om zulke bedachtzaamheid niet alleen te beperken tot het ingekapselde leven dat ons in de maalstroom van de exploitatie wordt toegestaan. De zorgzaamheid weet dat het huis, dat snel in een bouwval kan veranderen, in andere reproductieve cycli is ingebed. Verzekering en wegenbouw. Tandartsbezoek en troostende brieven. Elk ding verwijst naar de ‘gebrekkige, verfijnde structuren van het leven’. Voor zover we niet alleen een oud huis bewonen, maar ook een aangeslagen planeet, moeten we met nog veel meer getijden rekening houden dan welke het gedicht opsomt.
De bij Atlas afgekeken neiging om zijn deel van het hemelgewelf omhoog te houden biedt een goede richtlijn. Ze laat ons tot in de kleinste uithoeken van ons dagelijks leven waarnemen dat ‘het leven’ vaak uit precies die dingen bestaat die het kapitalisme voor ons bederft en ons onthoudt. Wie heeft er tegenwoordig nog tijd om troostende brieven aan een verre vriend te schrijven? Wie bezit de huizen met het metselwerk om ons over te ontfermen? Zo ontstaan de gevechten die abstracte solidariteitsbetuigingen vertalen in de praktische allianties tegen winstmaximalisatie en eigendomsfixatie die je overal tegenkomt. Ook de strijd om de steden, om toegang tot woonruimte en tot veilige havens, werpt de zaakheersers uit het zadel. De strijd om hun onteigening is dan altijd ook een strijd die vanuit het perspectief van het in stand houden van de wereld wordt gevoerd, door fonkelnieuwe antieken die zich al op nieuwe manieren over de wereld ontfermen.
Dit is een bewerkt fragment uit Revolutie voor het leven van Eva von Redecker, dat op 25 maart is verschenen bij ISVW Uitgevers.
Revolutie voor het leven. Een filosofie van nieuwe protestbewegingen
Eva von Redecker
vert. Peter Huijzer en Jan Sietsma
ISVW Uitgevers
288 blz.
€ 27,95