Bij een expositie in Garage Rotterdam stuit ik op een wand beplakt met papiertjes in alle kleuren van de regenboog. Elk briefje vuurt in wiebelig kinderhandschrift een vraag op je af: Ben je onzeker? Waar ben je trots op? De tijdgeest laat zich horen: Mag jij Geert Wilders? Op welk geslacht val je? Provocaties: Samsung of iPhone? Ben je voor je moeder of vader? En, hartverscheurend: Haat je je lefen?
Ik zou alle vragen van dit koor van kinderstemmen wel willen opsommen. Er lijkt me een grote waarheid in te schuilen. Vertel me de vragen van uw kinderen en ik zeg u wie u bent, zoiets. Maar het koor houdt vooral een diepere waarheid af. De vrolijke kleuren en vindingrijke spelling bieden aan elke vraag een even vanzelfsprekende plaats. Duiding of antwoord niet nodig, misschien zelfs ongewenst.
Ik blijf van vraag naar vraag springen, geïmponeerd door de merkwaardige schoonheid van dit werk van De Uitpluizers, ‘een collectief van volwassenen en kinderen’. Alsof er bij een opgraving scherven zijn opgedoken van een mozaïek getiteld The class of 2024. Een historische sensatie, maar dan zonder dat de tijd is verstreken.
Waarom zijn er grenzen van alle landen? Waarom zijn meisjes mooi? O, het verdriet, het verlangen!