Home ‘Een rijk besturen is als visjes bakken’
Niet-westerse filosofie

‘Een rijk besturen is als visjes bakken’

Door Michel Dijkstra op 24 februari 2021

‘Een rijk besturen is als visjes bakken’

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Op 18 februari van dit jaar overleed sinoloog en antropoloog Kristofer Schipper. Hij werd in 1968 als eerste westerling tot taoïstisch meester benoemd en vertaalde werken van Chinese denkers als Lao Zi en Zhuang Zi. Een in memoriam van filosoof Michel Dijkstra.

Een filosofie van de vrijheid. Zo omschreef sinoloog en antropoloog Kristofer Schipper (1934-2021) het taoïsme, de Chinese filosofische stroming die hij levenslang bestudeerde. De vruchten van deze fascinatie deelde hij niet in alleen ruimhartig in collegezalen, maar ook met het Nederlandstalige publiek. Zijn vertalingen van de taoïstische meesters Lao Zi en Zhuang Zi gelden als klassiekers in de Nederlandse receptie van de oosterse filosofie.

De vrijgevochtenheid die Schipper kenmerkte kreeg hij van jongs af aan mee van zijn bewust ongehuwde moeder. Zij koos ervoor om in Zweden te bevallen. Zo groeide de kleine ‘Rik’ deels in Scandinavië en deels in ons land op, waarna hij geheel zelfstandig zijn weg vond naar de studies Chinees en Japans in Parijs. Schipper kwam via omzwervingen in de collegebanken terecht, want hij was aanvankelijk van plan om kunsthandelaar te worden. Met het taoïsme kwam hij eveneens op ongedwongen wijze in aanraking, namelijk toen hij vanuit het Parijse École française d’Etrême Orient de kans kreeg om de Chinese volksreligie in Taiwan te bestuderen. Schipper werd in 1968 als eerste westerling tot taoïstisch meester benoemd.
In lezingen sprak de hoogleraar graag over het contrast tussen zijn uitleg van het taoïsme en de populaire visie op deze Chinese filosofie Veel mensen denken namelijk dat het taoïsme een zweverige stroming is die een extatische verbinding met de kosmos zoekt. In plaats daarvan draait deze Chinese filosofie volgens Schipper om het concrete respect voor alles en iedereen om je heen, vooral de natuur. Door deze uitleg werd hij in de jaren zeventig eens bij een bijeenkomst van vrije geesten aan de deur geweerd: ‘Komt u maar niet binnen, meneer. Wij zijn hier allemaal taoïsten!’

Dezelfde opgeruimde toon slaat Schipper aan tijdens de interviews uit zijn latere jaren, met name die door Wim Brands. Zo vroeg Brands hem eens wat de fameuze taoïstische notie niet-doen nu precies betekende. Schipper: ‘Dat staat in de Daodejing. Een rijk besturen is als visjes bakken. Hoe doe je dat? Je moet zo min mogelijk met de schuimspaan in de pan roeren. Op die manier bakken de visjes zichzelf.’ Dankzij zulke lucide antwoorden wist Schipper het enthousiasme voor het taoïsme over te planten op Brands en daarmee op een smaldeel van literatuur minnend Nederland. In zijn lovende recensie van de Zhuang Zi-vertaling (2007) riep Michiel Leezenberg dan ook uit: ‘O filosofen van de lage landen, laat Heidegger zitten en stort u op Zhuang Zi!’

Dat Schippers expertise breder was dan taoïsme alleen bewijst de uitstekend geannoteerde vertaling van Confucius’ Gesprekken, die in 2014 verscheen. Op welke manier hij onze receptie van Chinees gedachtegoed nog verder had kunnen verrijken blijft, om het in taoïstische termen te gieten ‘duister en mistig’. Schipper is nu ‘ingehaald door de grote transformatie’, die van leven in dood. Wat blijft is zijn overdracht van de geest van Lao Zi en Zhuang Zi, gevat in fonkelend Nederlands.