Op 18 februari van dit jaar overleed sinoloog en antropoloog Kristofer Schipper. Hij werd in 1968 als eerste westerling tot taoïstisch meester benoemd en vertaalde werken van Chinese denkers als Lao Zi en Zhuang Zi. Een in memoriam van filosoof Michel Dijkstra.
Een filosofie van de vrijheid. Zo omschreef sinoloog en antropoloog Kristofer Schipper (1934-2021) het taoïsme, de Chinese filosofische stroming die hij levenslang bestudeerde. De vruchten van deze fascinatie deelde hij niet in alleen ruimhartig in collegezalen, maar ook met het Nederlandstalige publiek. Zijn vertalingen van de taoïstische meesters Lao Zi en Zhuang Zi gelden als klassiekers in de Nederlandse receptie van de oosterse filosofie.
Dezelfde opgeruimde toon slaat Schipper aan tijdens de interviews uit zijn latere jaren, met name die door Wim Brands. Zo vroeg Brands hem eens wat de fameuze taoïstische notie niet-doen nu precies betekende. Schipper: ‘Dat staat in de Daodejing. Een rijk besturen is als visjes bakken. Hoe doe je dat? Je moet zo min mogelijk met de schuimspaan in de pan roeren. Op die manier bakken de visjes zichzelf.’ Dankzij zulke lucide antwoorden wist Schipper het enthousiasme voor het taoïsme over te planten op Brands en daarmee op een smaldeel van literatuur minnend Nederland. In zijn lovende recensie van de Zhuang Zi-vertaling (2007) riep Michiel Leezenberg dan ook uit: ‘O filosofen van de lage landen, laat Heidegger zitten en stort u op Zhuang Zi!’
Dat Schippers expertise breder was dan taoïsme alleen bewijst de uitstekend geannoteerde vertaling van Confucius’ Gesprekken, die in 2014 verscheen. Op welke manier hij onze receptie van Chinees gedachtegoed nog verder had kunnen verrijken blijft, om het in taoïstische termen te gieten ‘duister en mistig’. Schipper is nu ‘ingehaald door de grote transformatie’, die van leven in dood. Wat blijft is zijn overdracht van de geest van Lao Zi en Zhuang Zi, gevat in fonkelend Nederlands.