Home Een manager en een zwerver: Je verdient een schop onder de kont

Een manager en een zwerver: Je verdient een schop onder de kont

Door Marc van Dijk op 26 september 2018

Een manager en een zwerver: Je verdient een schop onder de kont
Cover van 10-2018
10-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Waarom werken wij eigenlijk? Een vrouwelijke topmanager en een zwerver raken met elkaar in gesprek over de motivatietheorie.

Amsterdam, Gustav Mahlerplein (bij station Zuid), middag.

TESSA, een manager in een modieus pak, zit een broodje te eten. PAULTJE, een dakloze in onfrisse kleren en met een weelderige baardgroei, komt voorbij en blijft staan.

Paultje
Goedemiddag, mag ik jou iets vragen?
 
Tessa
Ik heb geen kleingeld, sorry.
 
Paultje
Ik wilde weten hoe laat het is.
 
Tessa
Oh, sorry. Vijf over half twee.
 
Paultje
Kijk aan, de vijf is in de klok.
 
Paultje haalt een blikje bier tevoorschijn en gaat op het bankje zitten, net iets te dichtbij Tessa.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tessa
Proost.

Paultje
Wil je ook een blikje? Ik heb er nog een paar.

Tessa
Nee dank je, ik moet nog werken.

Paultje
Je baas heeft duidelijk geen kind aan jou.
 
Tessa
Ik geef leiding aan een afdeling van 35 mensen.
 
Paultje
Maar je hebt ook een baas denk ik?
 
Tessa
Jawel, hoezo?
 
Paultje
Fijn voor hem om zulke brave hondjes onder zich te hebben.
 
Tessa
Nou, dat gaat anders niet vanzelf hoor. Mensen motiveren is een vak. Het liefst zouden we allemaal doen wat jij doet.
 
Paultje
Wat doe ik dan?
 
Tessa
Om vijf over half twee een biertje ­opentrekken.
 
Paultje
Maar ik heb je er net eentje aangeboden!
 
Tessa
Ik kan daar niet aan meedoen. Ik lijd aan de woedende manie die de moderne samenleving beheerst, ook al weten we dat we eraan kapot gaan: de liefde voor arbeid. Dat zal jij niet begrijpen. Jij leeft van de bedelstand.
 
Paultje
Ik heb een uitkering.
 
Tessa
Toe maar. Dus ik werk voor jou.
 
Paultje
Ja, en ik heb een nieuwe opdracht voor je: vraag ook een uitkering aan.
 
Tessa
Ik zou me diep vernederd voelen.
 
Paultje
Zo listig zit het in elkaar. Dat jij je vernederd voelt als je er niet meer aan mee zou doen. Terwijl je jezelf nu dagelijks
vernedert door er wél aan mee te doen.
 
Tessa
Als ik dat niet zou doen, waar moet jouw uitkering dan van betaald worden?
 
Paultje
Als jij het niet meer zou doen, als je hier naast me blijft zitten en dat blikje bier gewoon aanneemt – zoals je eigenlijk wilt – dan zouden er nog genoeg anderen zijn die voor ons blijven werken.
 
Tessa
Je hebt geen doel man! Je zit hier maar je tijd te verdoen. Ik zou daar helemaal gek van worden.
 
Paultje
Van werken komt meer ellende dan van nietsdoen. Een leven zonder luiheid of traagheid is geen menselijk leven.
 
Tessa
Ik ben trots op mijn werk.
 
Paultje
Het is zo knap dat ze je dat doen geloven. Je bent erin getuind. Ze hebben je precies waar ze je willen hebben. Een verleidelijke minnaar is gevaarlijker dan een verkrachter. Bij een verkrachter weet je waar je aan toe bent en weet je dat je uit zijn buurt moet blijven. Maar een verleidelijke minnaar, die kan jou wijsmaken dat hij echt van je houdt en zo kan hij je helemaal in zijn greep krijgen.
 
Tessa
Je bent opvallend goed met woorden. Ik moet op mijn hoede zijn.
 
Paultje
Ik weet dat je eigenlijk dit biertje wilt. En dat je hier op dit bankje in de zon wilt blijven zitten. Alles wat je nodig hebt is een schop onder de kont: zeg die baan op en vraag een uitkering aan.
 
Tessa
Wij hebben een vacature… ik denk ineens dat jij best een geschikte kandidaat zou kunnen zijn. Zal ik je helpen te solliciteren?
 
Paultje
Nee, dank je wel. Maar kun jij misschien toch wat kleingeld missen?