Lachen gaat vaak ten koste van de stuntelaar die op de lachspieren werkt. Is lachen per definitie uitlachen? De scherven van twee kapotgevallen glazen zijn het er nog niet over eens.
Een terras in een middelgrote stad, een zonnige middag
Een ober steekt de weg over van een café naar het bijbehorende terras. Routineus houdt hij met één hand een dienblad in de lucht. Terwijl de ober glimlacht naar een van de klanten, nadert een wielrenner met grote snelheid. De ober reageert in een reflex en maakt een sprong opzij, waarbij hij de twee volle glazen die op het dienblad staan aanvankelijk weet te redden, maar als hij zijn rug weer recht, vallen ze alsnog kapot op de stenen. De ober kijkt niet naar het terras, maar vlucht terug het café in.
scherven van bierglas
En het leek zo’n mooie dag.
scherven van wijnglas
Het is nog steeds een mooie dag.
scherven van bierglas
Jij bent echt niet stuk te krijgen, hè?
scherven van wijnglas
We zijn in elk geval goed voor een paar lachende gezichten – ook al durven ze hun lach niet te tonen.
scherven van bierglas
Het is toch wel treurig dat mensen hierom moeten lachen. Maar het verbaast me niets. Lachen is nou eenmaal een vorm van plotselinge trots. Een trots die voortkomt uit de afgang van een ander. Een teken van kleingeestigheid, vooral te vinden bij mensen die zich ervan bewust zijn dat ze zelf over weinig bekwaamheden beschikken. Ik zou die lachers weleens met zo’n dienblad deze weg willen zien oversteken.
scherven van wijnglas
Denk jij echt dat die terraszitters zich zoveel beter voelen dan die arme klunzige ober die de glazen onbedoeld in duizend stukjes heeft laten vallen?
Dit artikel is exclusief voor abonnees