Home Aandacht De wereld raast richtingloos voort
Aandacht

De wereld raast richtingloos voort

We worden niet moe omdat we ons haasten, maar omdat we nergens een punt achter kunnen zetten. We leven in een tijd van ‘eindeloze, richtingloze vooruitgang’, schrijft de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han.

Door Byung-Chul Han op 17 december 2013

We worden niet moe omdat we ons haasten, maar omdat we nergens een punt achter kunnen zetten. We leven in een tijd van ‘eindeloze, richtingloze vooruitgang’, schrijft de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han.

01-2014 Filosofie magazine Lees het magazine

In zijn Wissenschaft der Logik schrijft Hegel: ‘Al het redelijke is een conclusie.’ Voor Hegel is de conclusie geen formeel-logische categorie. Een conclusie komt tot stand als het begin en het einde van een proces een zinvolle samenhang vormen, als ze in elkaar grijpen en een zinvolle eenheid worden. Het narratieve is bijvoorbeeld een conclusie. Door de conclusie schept hij zin. Ook rituelen en ceremonieën zijn vormen van conclusies. Dat komt doordat ze hun eigen tijd, ritme en maat hebben. Het zijn narratieve processen, die zich onttrekken aan de verhaasting. Verhaasting van een offerritueel zou immers gelijkstaan aan heiligschennis. De computer verhaast zich echter wel eindeloos, omdat deze niet vertelt, maar optelt. Narratieven laten zich niet zomaar verhaasten. De verhaasting vernietigt hun oorspronkelijke zin- en tijdstructuur. Wat de moderne tijdservaring verontrustend maakt is niet de verhaasting als zodanig, maar de ontbrekende conclusie: de dingen hebben geen maat en ritme meer.

Niet alleen de vertelde tijd is een conclusie. Ook het gelukkig makende, vervullende ogenblik is een conclusie. Dit ogenblik is in zichzelf besloten. Het heeft niets om zich heen. Het rust in zichzelf. Het heeft genoeg aan zichzelf. Het gelukkige ogenblik is zonder verleden en zonder toekomst, zonder herinnering en zonder verwachting – zonder ‘zorg’ in de zin van Heidegger. Deze afwezigheid van zorg maakt gelukkig. Maar we leven nu eenmaal langer dan een ogenblik, en dus vallen we onomkeerbaar uit het ogenblik. Vervolgens herinneren we ons het ogenblik als een moment. Het ogenblik onderscheidt zich van de vertelde tijd, die een geheel andere tijdsduur heeft.

In zijn mooie studie van de fotografie De lichte kamer citeert Roland Barthes Franz Kafka: ‘Mijn verhalen zijn een vorm van ogen sluiten.’ Hij merkt vervolgens op: ‘De fotografie moet stil zijn. Dat is geen kwestie van “discretie”, maar van muziek. De absolute subjectiviteit bereikt een mens slechts in een toestand van stilte, in een verkrijgen van stilte (het sluiten van de ogen betekent dat het beeld in de stilte tot spreken wordt gebracht).’ De absolute subjectiviteit is de subjectiviteit in de vorm van een conclusie. Zonder stilte verstrooit zij zich en kan zij niet tot zichzelf terugkeren. Zonder terugkeer kan zij zich niet afsluiten. Zo wordt zij depressief.

Geurloze beelden

De digitale beelden van tegenwoordig zijn zonder stilte, zonder muziek en zonder geur. Ook de geur is een soort conclusie. Beelden zonder stilte spreken of vertellen niet, maar maken lawaai. Ten overstaand van deze ‘dreunende’ beelden kan niemand de ogen sluiten. Het gesloten oog symboliseert een conclusie. De waarneming kan tegenwoordig niets afsluiten, omdat ze voortdurend zapt door het eindeloze digitale web. De snelle afwisseling van beelden maakt het onmogelijk om de ogen te sluiten. Dit sluiten veronderstelt een contemplatief halt houden, maar de beelden zijn zo geconstrueerd dat de ogen sluiten niet meer mogelijk is. Tussen de beelden en het oog vindt een onmiddellijk contact plaats, dat geen contemplatieve afstand toestaat. De dwang tot permanente waakzaamheid en zichtbaarheid maakt het moeilijk de ogen te sluiten. Transparantie is het kenmerk van hyperwaakzaamheid en hyperzichtbaarheid.

De verhaasting vindt haar oorzaak in de algemene onmogelijkheid om te sluiten en af te sluiten. De tijd stort zich vooruit, omdat ze nergens tot een conclusie en een afsluiting komt. In de verhaasting komt een doorbraak van de tijd tot uiting. Er bestaan geen dammen meer die de stroom van de tijd regelen, articuleren of er een ritme aan geven. Dammen die de tijd kunnen stoppen en intomen met een stopmoment, een stop in de mooie, dubbele zin van het woord, zijn verleden tijd. Als de tijd alle ritme verliest, als ze zich zonder te stoppen en zonder richting in de openheid en de leegte stort, verdwijnt ook alle juiste of goede tijd.

Prousts Op zoek naar de verloren tijd begint typisch genoeg met de woorden: ‘Longtemps, je me suis couché de bonne heure.’ (Lange tijd ben ik vroeg naar bed gegaan.) De bonne heure betekent ‘op tijd’. Dit is een belofte van geluk (bonheur), het tegenovergestelde van de slechte oneindigheid, van een lege, van zin ontdane tijd. De goede slaap is in zichzelf een conclusie. Ook slapeloosheid is het gevolg van deze onmogelijkheid om af te sluiten. Men moet de dag kunnen afsluiten om in te slapen. Vandaag de dag sluit de mens, als hij daartoe al in staat is, de ogen vanwege vermoeidheid en uitputting. Het is dan ook correcter om te zeggen dat de ogen simpelweg dichtvallen, wat geen conclusie is.

Lawine

Vandaag de dag verouderen tijdsgebonden dingen veel sneller dan vroeger. Ze verglijden snel in de vergankelijkheid en ontglippen aan de aandacht. Het heden is gereduceerd tot een puntje van de actualiteit. Zo verliest de wereld aan tijdsduur. De oorzaak van de verschrompeling van het heden en van de verdwijnende tijdsduur is niet de verhaasting, wat abusievelijk wordt aangenomen. De tijd stort zich daarom juist als een lawine vooruit, omdat ze nergens meer stopt. Alle punten van het heden, waartussen geen tijdelijke aantrekkingskracht en spanning meer bestaat, veroorzaken dit meesleuren van de tijd. Het leidt tot een zinloze verhaasting zonder richting.

Wie depressief is, komt niet tot welke afsluiting dan ook. Maar zonder afsluiting vervaagt alles. Er komt geen stabiel zelfbeeld tot stand, dat eveneens een vorm van een afsluiting is. Het is niet toevallig dat besluiteloosheid en de onmogelijkheid om tot een beslissing te komen symptomatisch zijn voor depressie. De depressie is karakteristiek voor een tijd waarin we niet langer in staat zijn om te sluiten en af te sluiten. Ook het denken veronderstelt het vermogen om af te sluiten, even op te houden en stil te staan. Daarin onderscheidt het zich van het rekenen. Het denken laat zich in tegenstelling tot het rekenen niet zomaar verhaasten. Symptomatisch voor het Information Fatigue Syndrom, de informatievermoeidheid, is de onmogelijkheid analytisch te denken. Dit is het onvermogen om af te sluiten en te concluderen. De zich steeds verhaastende informatiemassa verstikt dus het denken. Ook het denken heeft stilte nodig. Men moet de ogen kunnen sluiten.

De moderne mens kan niet afsluiten. Hij breekt onder de dwang steeds meer te moeten presteren. Juist deze onmogelijkheid tot concluderen en afsluiten leidt tot een burn-out. En in een wereld waarin de conclusie en de afsluiting geweken zijn voor een eindeloze, richtingloze vooruitgang is het zelfs niet mogelijk om te sterven, omdat ook het sterven de mogelijkheid tot afsluiten veronderstelt: het afsluiten van het leven. Wie er niet in slaagt op tijd te sterven, moet zijn einde vinden in de on-tijd.

Zinloze communicatie

Menselijke communicatie zorgt alleen voor zin omdat ze een conclusievorm is. De mens communiceert om aan de dood te ontkomen en om zijn leven zin te geven. De dialoog is een mooie conclusievorm. Daarom kan hij zin scheppen. Het is ook een communicatie met een ‘jij’. Ook het gebed is een dialoog. God is, zoals Martin Buber zou zeggen, een eeuwig ‘jij’. Het digitale web is geen conclusievorm. Daarom kan digitale communicatie niet tot een dialoog leiden. Die wordt almaar narcistischer en doet de ander geheel verdwijnen. De zinloosheid leidt ertoe dat men zonder pauze ononderbroken communiceert. De leegte tussen communicaties is als de dood, die zo snel mogelijk moet worden weggevaagd door nog meer communicatie. Dat is echter een uitzichtloos ondernemen. Een zinscheppende communicatie als dialoog onttrekt zich aan de verhaasting. Alleen onderbuikcommunicatie is eindeloos te verhaasten.

Enkele jaren geleden was er op het CTM-festival, een festival voor experimentele en elektronische muziek in Berlijn, een death metal-band die zich ernstig zorgen maakte om de afsluiting van het op te voeren muziekstuk. Het is eigenlijk niet mogelijk muziek waarin structureel geen afsluiting aanwezig is zinvol te beëindigen. De muzikanten van de death metal-band waren dan ook zeer opgelucht toen de luidsprekers doorbrandden wegens overbelasting. De oplossing dook op in de vorm van een catastrofe. Zo abrupt en catastrofaal zal ook onze wereld eindigen, die zich vanwege de ontbrekende conclusie steeds meer verhaast.  

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.