Home De tien beste boeken voor bij de kerstboom

De tien beste boeken voor bij de kerstboom

Door Florentijn van Rootselaar op 26 maart 2013

10-2004 Filosofie magazine Lees het magazine

Welke boeken zijn bij uitstek geschikt om te lezen in december, de maand van bezinning? Filosofie Magazine maakte een selectie van de tien beste boeken over ‘levenskunst’ die zijn verschenen in 2004. Plus: drie filosofische leesclubs.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Je moet je bij een beperkt aantal denkers houden en je daarmee voeden, als je er tenminste iets uit wilt halen wat zich echt vastzet in je geest’, adviseert Seneca (ca. 4 v.Chr.-65 n.Chr.) zijn vriend Lucilius. ‘Zo’n stapel boeken werkt versnipperend’, luidt Seneca’s modern aandoende opmerking (Leren sterven. Brieven aan Lucilius). Want ‘wie overal is, is nergens.’

Daarom uit alle boeken die dit jaar zijn verschenen een selectie van de tien beste boeken over levenskunst. Boeken die ook nog eens een grote samenhang vertonen omdat ze zijn doortrokken van dezelfde geest, die van Seneca. Na een keuze van de tien belangrijkste boeken over het goede leven uit 2004, bleek de Romeinse denker in haast elk boek op te duiken. Bijna altijd als inspiratiebron, wat niet wegneemt dat hij regelmatig zwaar onder vuur ligt.

Maar hoe nu met deze stapel boeken om te gaan? Ook daarover geeft Seneca een advies aan zijn vriend Lucilius: ‘En als je van alles hebt doorgelezen, haal er dan één ding uit dat je gedurende die dag kunt herkauwen. Dat doe ik zelf ook: uit het vele wat ik lees maak ik mij telkens iets eigen.’

Leren sterven is een heel toegankelijk boek, waarin Seneca in zijn brieven aan Lucilius telkens een aansprekende kwestie behandelt: de oude dag, eenvoud, maar ook geluidsoverlast. Het is bepaald geen boek van iemand zonder levenservaring. Seneca was senator, filosoof en opvoeder van keizer Nero. Dat belette Nero niet om Seneca uiteindelijk ‘de gelegenheid’ te geven om een eind aan zijn leven te maken – om daarmee een executie te voorkomen. Als stoïcijn hechtte Seneca een grote waarde aan onverstoorbaarheid, en wanneer kun je die onverstoorbaarheid beter bewijzen dan tegenover de dood? Uitgangspunt van Seneca is dat we niet bang hoeven te zijn voor de dood omdat die buiten onze macht ligt.
Misschien is zijn brief over euthanasie wel het meest persoonlijk. Als de oude dag ‘mijn geest begint op te schudden en er stukken van begint weg te halen, als hij mij niet zozeer het leven laat als wel mijn levensadem, dan spring ik van het wrakke en vervallende gebouw’.

Hedonisme

Het is die gedachte die ook Michel Onfray tweeduizend jaar later terugvoert naar Seneca. In zijn nieuwste boek (Het lichaam, het leven en het lijden), dat begint met de indringende beschrijving van Onfrays reactie als hij hoort dat zijn levensgezellin Marie-Claude borstkanker heeft, noemt Onfray de brieven aan Lucilius van Seneca ‘een onmogelijk te overtreffen summa’. ‘Het goede, het aangename kiezen, het slechte afwijzen, in alle omstandigheden, dat is de Romeinse regel: als het leven goed is, daaraan de voorkeur geven, als het slecht is, het afwijzen, idem wat de dood betreft.’ Hoewel Onfray hier Seneca noemt, is hij uiteindelijk veel heroïscher dan Seneca. Onfray noemt zelfmoord bij ondraaglijk lijden ook wel een manier om jezelf weer toe te eigenen. ‘Amor fati, schrijft Nietzsche: houd van je lot…’

Onfray omarmt het hedonisme, alles om het leven aangenamer te maken – van cosmetische chirurgie tot Viagra. Dat zet hij in tegen de christelijke moraal, die volgens hem het genot verwerpt en het gekwelde lichaam verheerlijkt. Dat doet hij net als de andere levenskunstenaars in een persoonlijke stijl.
Lou Marinoff mist de brille en de diepgang van Onfray, maar hij is wel de meest toegankelijke van de levenskunstenaars. Hij schreef een leesbaar boek (Levensvragen) dat oneerbiedig samengevat kan worden als een voorbeeld van positief denken. ‘Wat je denkt, is wat je bent.’

Zwakheid

Wilhelm Schmid is nu juist het tegendeel van het geloof in positief denken. In een nieuwe bundel van zijn stukken (Handboek voor de levenskunst), die de lezers van zijn rubriek in Filosofie Magazine bekend voor moeten komen, houdt hij een pleidooi voor zwakheid. Waar Onfray alle moderne middelen, alle geesteskracht wil inzetten om het leven te verbeteren, vindt Schmid dat de moderne mens eerst maar eens moet toegeven aan zijn zwakte. Schmid wil de permanente drang om te presteren onderbreken, en terugkeren naar een meer oorspronkelijke ervaring van zwakheid. De parallellen met Werkwoorden van de ethiek van Jacques de Visscher zijn groot. In zijn korte columns over onder meer aanvaarden, polariseren en ontzien kiest ook hij voor het relativeren van de autonomie.

Emoties

Michel de Montaigne – die zijn werkkamer had versierd met spreuken uit de Oudheid – behoeft waarschijnlijk geen introductie. Zijn essays zijn een vaak amusant, dan weer diepzinnig, dan weer absurdistisch mengsel van ideeën, anekdotes en avonturen – altijd aanstekelijk verteld. Overigens was ook Montaigne (1533-1592) een erfgenaam van Seneca. ‘Wij moeten ons niet al te zeer door onze stemmingen en emoties laten bepalen’, schrijft hij in de essays.

Martha Nussbaum zet in Oplevingen van het denken – een belangrijke studie over emoties – het project van Seneca voort, maar toont ook de pijnpunten. Net als Seneca weet zij door te beginnen met de dood, een dieper inzicht in het leven te geven. Bij Nussbaum gaat het niet om de eigen dood, maar om de dood van een ander, van haar moeder. Kenmerkend voor de stoïcijnen is om in zo’n geval geen mededogen te willen voelen met de nabestaanden. Op het eerste gezicht een hardvochtige reactie, maar Nussbaum legt uit dat de stoïcijn geen medelijden wil voelen omdat dat afbreuk zou doen aan de waardigheid van de nabestaanden. Het zou immers impliceren dat de persoon met wie men medelijden heeft totaal in beslag wordt genomen door verdriet, terwijl hij veel meer is dan dat. Als je zelf niet door emoties bent overmand, betekent mededogen dat je je superieur aan de ander acht. Het afwijzen van mededogen, concludeert Nussbaum, komt voort uit hele egalitaire motieven.

Evident is dat er veel kritiek mogelijk is op deze stoïcijnse afkeer van het mededogen. Maar los daarvan tonen de stoïcijnen toch het belang aan van de traditie die de menselijke waardigheid boven het mededogen stelt. Als er één ding is dat hier uit gehaald kan worden om, zoals Seneca zei, de hele dag op te herkauwen, is dat het belang van menselijke waardigheid en ook de vraag hoe die het best gegarandeerd kan worden.
De eerste mogelijkheid is vol medelijden reageren op de ander, wat op politiek niveau betekent dat een samenleving uit moet gaan van de menselijke zwakheid en de mens zoveel mogelijk moet beschermen. Pas daardoor, zo is de redenering, wordt vrijheid mogelijk.
De tweede mogelijkheid is het stoïcijnse standpunt, dat het individu in zijn vrijheid vooropstelt. Alleen vrije mensen zijn volgens stoïcijnen in staat tot vriendschap en samenleven.

Theorie

Wie zich na alle persoonlijke en toegankelijke boeken wil verdiepen in de theorie en de geschiedenis van de levenskunst, kan het best terecht bij Michel Foucault en Pierre Hadot. Michel Foucault (zie ook het artikel over Foucault op pagina 34) keert terug naar de antieke Oudheid om zich te bevrijden van de christelijke moraal en de mogelijkheid voor zelfstilering te exploreren (Breekbare vrijheid). Het levert een vernieuwend, inspirerend en belangrijk, maar wel moeilijk boek op.

Foucault liet zich op zijn beurt inspireren door Pierre Hadot, wiens Filosofie als een manier van leven ook net is vertaald. Rode draad is dat filosofie volgens Hadot een manier van leven kan zijn. De dialogen van Plato bijvoorbeeld, waren volgens Hadot bedoeld als oefening om het eigen standpunt te overstijgen door te leren zich in te leven in dat van anderen.

Top 10 van de levenskunst

1. Leren Sterven. Brieven aan Lucilius, door Seneca, vert. Vincent Hunink, uitg. Athenaeum – Polak en Van Gennep, Amsterdam 2004, 147 blz., € 17,50

2. De essays, door Michel de Montaigne, uitg. Athenaeum – Polak en Van Gennep, vert. Hans van Pinxteren, Amsterdam 2004, 1557 blz., € 54,95

3. Breekbare vrijheid, door Michel Foucault, nawoord Laurens ten Kate en Henk Manschot, uitg. Boom/Parrèsia, Amsterdam 2004, 271 blz., € 24,90

4. Het lichaam, het leven en het lijden, door Michel Onfray, uitg. Lemniscaat, Rotterdam 2004, 320 blz., 320 blz., € 24,95

5. Oplevingen van het denken. Over de menselijke emoties, door Martha Nussbaum, vert. Patty Adelaar, uitg. Ambo, Amsterdam 2004, 710 blz., € 44,95

6. Handboek voor de levenskunst, door Wilhelm Schmid, vert. Willem Visser, uitg. Ambo, Amsterdam 2004, 396 blz., € 22,95

7. Filosofie als een manier van leven, door Pierre Hadot, vert. Zsuzsó Pennings, uitg. Ambo, Amsterdam 2004, blz., € 24,95

8. Werkwoorden van de ethiek, door Jacques de Visscher, uitg. Klement/Pelckmans, Kampen/Kapellen 2004, 108 blz., € 12,95

9. De wijsheid van de liefde, door Alain Finkielkraut, vert. Maarten van Buuren, uitg. Contact, Amsterdam 2004, 192 blz., € 14,90

10. Levensvragen. Hoe filosofie je leven kan veranderen, door Lou Marinoff, uitg. Archipel, Amsterdam 2004, 488 blz., € 24,95

Leesgroep Antonio Negri

Muziek, reclameborden en etalages. De stationsrestauratie van Utrecht ligt op de grens van de spoorbanen en een van de grootste overdekte winkelcentra van Nederland. Het is de onbedoeld symbolische plek waar de leesgroep Linke Hersens, gelieerd aan GroenLinks, bijeenkomt. De groep leest samen Menigte, een boek van Antonio Negri en Michael Hardt over de macht van het kapitalisme, dat steeds meer onze levens binnendringt.

De groep bestaat al zo’n zes jaar, al is er veel verloop. Deze keer is de helft van de zestien deelnemers er voor het eerst bij. Naast een gedeeld engagement, en ook gezelligheid, is begrip een van de belangrijkste redenen om deel te nemen aan de groep. ‘Biopolitiek. Ik dacht dat ik dat woord begreep’, zegt Susanne over de term die Negri gebruikt om de macht te beschrijven. ‘Maar als je het hier voor de groep wilt uitleggen, dan blijkt dat ik het vooral aanvoelde.’

Negri werd bekend door zijn boek Empire (co-auteur: Michael Hardt), over de globalisering van het kapitalisme. Het is nog steeds dé bijbel voor andersglobalisten. In Menigte, de opvolger van Empire, laat Negri zien dat het kapitalistische systeem zelf mogelijkheden tot verzet biedt. Juist door gebruik te maken van de middelen die het systeem zelf heeft geschapen, zoals mondiale communicatienetwerken, kunnen nieuwe samenwerkingsverbanden worden gecreëerd.
Negri is niet altijd even toegankelijk. Wouter: ‘Door over het boek te praten, krijgen de deelnemers aan Linke Hersens vanzelf meer inzicht in de complexe materie. Hiervoor vinden ze een deskundige professional die uitlegt hoe het zit niet nodig.’ Patrick: ‘Er is hier niemand die als de paus pontificaal vertelt hoe het zit.’

Menigte, door Michael Hardt en Antonio Negri, uitg. De Bezige Bij, Amsterdam 2004, 391 blz., € 24,90

Leesgroep Georges Bataille

Tien mensen zitten bij elkaar in hotel De Filosoof in Amsterdam. Ze discussiëren over De erotiek, het belangrijkste werk van Georges Bataille (1887-1962). ‘Sex sells’, zo verklaart een van de deelnemers van de leesgroep de hoge opkomst. Bataille is immers de filosoof van de erotiek, de extase en de dood. ‘Bataille valt buiten de academische kaders’, zegt Dries Boele, de leider van de leesgroep. ‘Hij onderzocht zaken die buiten de sfeer van het nuttige en het rationele liggen.’ De wijze waarop Bataille geweld en erotiek met elkaar verbindt, is voor de meesten moeilijk te begrijpen. Filosofiestudent Hans zal meerdere malen benadrukken dat seks heel prettig kan zijn en niet noodzakelijk iets gemeen hoeft te hebben met geweld en verkrachting.

Voor elke bijeenkomst lezen de deelnemers zo’n veertig á vijftig bladzijden, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad. De bijeenkomsten zijn wekelijks. Boele: ‘Ik ben telkens weer verrast hoe verschillend je een tekst kunt lezen. De variatie aan interpretaties vind ik leerzaam. Door de leesgroep kom ik ertoe om filosofische teksten te lezen die ik nog niet kende. Het is een goede gelegenheid om intellectueel bij te tanken.’
Hans begrijpt niet goed wat de rol van het verbod is, en de overschrijding daarvan. Seks is toch niet verboden? ‘De dagelijkse orde verbiedt seks’, zegt Boele. ‘We kunnen hier nu niet aan een orgie beginnen.’ Erotiek onderscheidt ons van de dieren, volgens Bataille; dieren hebben slechts seks. Erotiek is een zaak van de verbeelding, het is een ervaring van zelfverlies, een gewelddadige grensoverschrijding.

Martijn Meijer

Leesgroep Peter Sloterdijk

‘Ik wil me niet laten ringeloren door mijzelf. Daarom kom ik hier.’ Marjolijn Februari – filosofe, schrijfster en columniste – hoort bij de dissidente leden van de Sloterdijk-leesgroep. Schäume, het laatste deel van Sloterdijks Sferentrilogie, vindt ze weliswaar een belangrijk werk, maar het is niet iets dat toe te eigenen is als andere filosofische werken. De passages uit het boek blijken na lezing maar moeilijk samen te vatten. ‘Het systeem ontbreekt’, concludeert romanschrijfster Connie Palmen, aan wier keukentafel de groep zich buigt over Sloterdijk.

Aan de overzijde van de tafel zit Babs van den Bergh, medewerker van de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid. Zij behoort tot de echte Sloterdijk-fans. ‘Handig voor de groep’, vindt René Gude, directeur van de ISVW, ‘want Babs kan vast een selectie maken uit de 2400 pagina’s van de trilogie.’ De groep dwingt me tot een kritische houding, vindt Babs, die zich teweer moet stellen tegen de dissidenten aan de tafel.
Sloterdijk houdt een pleidooi voor het denken van de ruimte: het naast elkaar leven van mensen, het samen leven, de grensoverschrijding van geld, toeristen en vluchtelingen. Daartoe introduceert hij het beeld van het schuim. In het schuim liggen de cellen – individuen, huishouden en andere verbanden – zo dicht op elkaar dat iedereen zowel verbonden als gescheiden van elkaar leeft. De mogelijkheid van meerdere cellen om samen te gaan – beschouwt Sloterdijk als een verzet tegen het totalitarisme van bijvoorbeeld communisme, fascisme en kapitalisme. ‘Sloterdijk heeft een bijzonder besluit genomen’, vindt Palmen. ‘Alle filosofie wordt vanuit de tijd gedacht. Sloterdijk kiest ervoor om vanuit de ruimte te denken. Daarmee geeft hij een heel omvattende benadering om deze tijd te begrijpen.’

Sferen, door Peter Sloterdijk, vert. Hans Driessen, uitg. Boom, Amsterdam 2003, 950 blz., € 55,-
Schäume: Plurale Sphärologie, door Peter Sloterdijk, uitg. Suhrkamp, Frankfurt 2004, 916 blz., € 26,90