‘Wetenschap strekt de mens zo tot eer, dat het gerechtvaardigd is te stellen dat ze voor allen en iedereen bereikbaar moet zijn’, schreef de zeventiende- eeuwse Anna Maria van Schurman. Verstand heeft geen geslacht, aldus deze zeer begaafde vrouw – die op haar derde jaar al de Bijbel las. Ze dichtte, schilderde en publiceerde in zeven talen. Van Schurman was de eerste Nederlandse vrouw die werd toegelaten aan de universiteit, in 1631. Beroemd is het verhaal dat zij de colleges moest bijwonen vanachter een houten schot, om de mannelijke studenten niet af te leiden.
In Utrecht leerde Van Schurman René Descartes kennen. Descartes was zeer onder de indruk van haar, maar keert zich een paar jaar later van haar af. Ze is ‘bedorven geraakt’ en houdt zich te zeer ‘bezig met theologische controversen’. Die verwijdering was wederzijds. Net als veel van haar tijdgenoten had Van Schurman moeite met Descartes’ filosofie, waarin hij openlijk aan het bestaan van God twijfelde, en waarmee hij de grondlegger van het latere mechanistische wereldbeeld zou worden. Tegenover die mechanistische visie – waarin lichaam en ziel ontkoppeld worden – stelde Van Schurman dat de fysieke werkelijkheid wel degelijk bezield is en een doel in zich draagt. Gevoel, intuïtie en spiritualiteit worden ten onrechte overschaduwd door de wetenschappelijke methode die Descartes voorstaat.
Descartes heeft de wereld voor ons ontzield, en daarmee de basis gelegd voor een vliegende start van de natuurwetenschap. Maar van ‘de ziel’ zij we nog altijd niet verlost; die is dit jaar het thema van de Maand van de Filosofie. En in het kader daarvan willen wij van u weten: wat bezielt u? En wat is dat dan, die bezieling? Is die een vorm van inspiratie, van kennis, vooral een ervaring of iets heel anders? Zie verder de oproep op pag. 12.
Anna Maria van Schurman is een van de vrouwen uit 100 vrouwelijke filosofen – een groots overzichtswerk dat in maart verschijnt. Vanaf pag. 54 vindt u een voorpublicatie hieruit.