Home Cornel West: ‘Ferguson is geen conflict van wit versus zwart’

Cornel West: ‘Ferguson is geen conflict van wit versus zwart’

Door Alicja Gescinska op 26 november 2014

Cornel West: ‘Ferguson is geen conflict van wit versus zwart’
Cover van 01-2015
01-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Cornel West heeft meer dan een half miljoen volgers op Twitter. Hij maakte verschillende hiphopalbums, speelde mee in de Matrix-trilogie, is auteur van verschillende bestsellers en een veelgevraagd politiek commentator voor CNN, Fox News en andere Amerikaanse nieuwszenders. Filosoof Cornel West is big in America. Toen hij onlangs op hardhandige wijze gearresteerd werd tijdens een betoging, werd West andermaal voorpaginanieuws in heel Amerika. De filosoof is bovenal een politiek activist. ‘Ik ben bereid te sterven voor mijn overtuigingen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

West liep voorop in een betoging in Ferguson om het vermeend arbitraire politiegeweld aan te klagen. In Ferguson werd afgelopen zomer Michael Brown door een politieagent doodgeschoten. Brown, een zwarte tiener, was ongewapend. Het voorval veroorzaakte heel wat onlusten in het stadje in Missouri. De zwarte gemeenschap verdacht de politieagent van racisme en ongeoorloofde agressie. ‘Ik wil niemand op voorhand veroordelen. Maar ik wil wel gerechtigheid’, zegt West. ‘En dat kan pas wanneer de politieagent in kwestie voor het gerecht verschijnt.’

Justice. Het woord zal tijdens het gesprek nog vaak vallen. Sociale rechtvaardigheid is dan ook de rode draad in heel Wests oeuvre. Een thema dat hij, zoals in zijn bekendste boek Race Matters (1994), vaak verbindt aan de structurele achterstelling van zwarten in Amerika. Zelf groeide West op in een achtergestelde wijk van Sacramento. Er was niet eens een bibliotheek in de buurt, enkel een bookmobile die af en toe langskwam. Toen hij als tiener een boek van Kierkegaard ontleende, ging de wereld van de filosofie voor hem open.

Het existentialisme is een duidelijke inspiratiebron voor West. Hij omschrijft de sociale onrechtvaardigheid en discriminatie van zwarten als ‘het absurde’. Maar anders dan bij Camus, Beckett of Sartre meent hij niet dat aan de absurde bestaansconditie niet ontkomen kan worden, of enkel via berusting, onverschilligheid of (vergeefse) revolte. West gelooft in de emancipatie van de mens, de bevrijding uit het absurde, de opheffing van de sociale onrechtvaardigheid. Daartoe is een sociale filosofie nodig die marxisme combineert met christelijk personalisme, kantianisme en pragmatisme. Het lijkt een merkwaardige cocktail van gedachten. De kern is dat sociale onrechtvaardigheid de menselijke waardigheid aantast, en dat de mens pas waardig in het leven kan staan als hij niet als middel, maar als doel bestaat. Waardigheid als ultiem sociaal en politiek ideaal.

West omschrijft zijn denken als een ‘profetisch pragmatisme’ en hij ziet zichzelf graag als een ‘Jazzman in the world of ideas.’ Hij denkt en spreekt inderdaad als een jazznummer. Eclectisch, improvisatorisch, van het ene onderwerp naar het andere. Hij laat zich net zo makkelijk inspireren door Socrates als door Marx, door de christelijke traditie als door de evolutionaire biologie, door de populaire cultuur als door de oude klassiekers.

Na academische omzwervingen in Harvard en Princeton is hij sinds enkele jaren verbonden aan het Union Theological Seminary in hartje Manhattan. Haast verborgen en diep in het seminariegebouw, met zijn doolhof aan kleine gangen, heeft hij zijn kantoor. Het is er chaotisch, het lijkt wel een opslagplaats voor boeken. Aan de muren hangen portretten van zijn twee grote helden: John Coltrane en Martin Luther King. Ik vraag hem waarin ze hem precies tot voorbeeld zijn.

‘Ze herinneren me aan mijn roeping. Ik geloof dat iedereen een eigen roeping heeft: de taak om een beter mens te zijn en anderen ook aan die taak te herinneren. Iedereen beschikt daartoe over zijn eigen talenten. John Coltranes talent bestond eruit dat hij klanken aan de wereld schonk: klanken die je uit je comfortzone halen, je wakker schudden. Zijn geschenk aan de mensheid is even waardevol als dat van Martin Luther King. Kings roeping is ook de mijne: schrijven, lezen, spreken, leugens blootleggen, wantoestanden aanklagen. Bereid zijn gearresteerd te worden en zelfs je leven te geven voor de idealen waarin je gelooft. Een ideeënactivist te zijn.’

Een echte filosoof of intellectueel zijn, zit daar altijd een activistisch kantje aan?
Ergens is dat toch het fundament van de filosofie. Een stem zoeken om de waarheid te vertellen. Getuigenis afleggen. Aanklagen. Je kan als filosoof onmogelijk een erfgenaam van Socrates zijn, zonder de leugens uit de wereld te willen jagen of zonder de wereld te willen verbeteren. Zelfs als de dood daarvoor de prijs is.

Filosofen moeten de wereld verbeteren, eerder dan begrijpen? Dat klinkt nogal marxistisch.
Begrijp me niet verkeerd. Ik vind niet dat iedere filosoof de straat op moet. Ik geloof ook dat de wereld proberen te begrijpen op zich al inhoudt dat je de wereld wil verbeteren. En als je al maar een enkel persoon kan beïnvloeden en zijn denken kan veranderen, verander je de hele wereld. Iedereen draagt de hele wereld in zich. Een enkel persoon veranderen, dat kan zelfs de intellectueel in de ivoren toren. Ik kijk daar niet op neer. Niet iedereen hoeft een activist te zijn als ik. Socrates was geen politiek activist of lid van een sociale beweging. En kijk eens hoeveel levens hij om zich heen heeft veranderd.

U bent wel een uitgesproken politiek activist. Ook al verklaarde u onlangs in Time geen leider van de zwarte gemeenschap in Amerika te zijn, klaagt u toch vooral misstanden in de samenleving aan waarvan zwarten het slachtoffer zijn. Ook nu met het voorval in Ferguson.
‘Ik zie Ferguson niet zozeer in termen van wit versus zwart. Dat is hooguit de achtergrondproblematiek. Ik zie het voorval vooral als een democratisch deficit. Machtsmisbruik. Steeds wanneer macht lichtzinnig wordt gebruikt, zonder verantwoording te hoeven afleggen, wijst dat op een democratisch tekort. Democratie is in essentie een kwestie van wederzijdse verantwoordelijkheden en aansprakelijk zijn voor wat je doet. Zeker in kwesties die over leven en dood gaan. Maar vandaag de dag staan machthebbers en machtsorganen daarboven. Ferguson wijst dus op een dieper conflict tussen machthebbers en machteloze burgers.

En dat valt niet samen met een conflict tussen wit en zwart?
Inderdaad. Het probleem is de morele, politieke, rechtelijke aansprakelijkheid van de machthebbers. Vijftig jaar geleden viel de kloof tussen machthebbers en machtelozen samen met de kloof tussen wit en zwart. Vandaag de dag is de elite meer divers. We hebben een zwarte aan het hoofd van Federal Express. Vrouwen bekleden politieke topfuncties. We hebben zelfs een zwarte president. De elite is diverser geworden, maar de gebruiken en misbruiken zijn dezelfde gebleven.

Plus ça change, plus c’est la même chose?
Er bestaat een ‘ijzeren wet van de oligarchie’: in elke structuur heb je oligarchen aan de top met een disproportionele concentratie van macht. Hoe meer macht, hoe minder aansprakelijkheid je nastreeft. Ongeacht je sekse of huidskleur: de machtsstructuren zijn vastgelegd en wil je bovenaan meedraaien, dan moet je je schikken in de bestaande mechanismen. Of je nu Bush of Obama heet. Het autoritaire karakter van de machtsstructuren blijft behouden.

U hebt Obama de afgelopen jaren sterk bekritiseerd.
Obama is een gemiste kans. Hij was niet moedig genoeg. Als individu ontbrak het hem aan lef en ruggengraat. Zijn beloftes zijn uiteengespat op de ijzeren wet van de oligarchie. Hij was bang en geïntimideerd door het establishment. Hij bezat niet de moed die Franklin Delano Roosevelt bezat, toen die streed tegen de oligarchen van zijn tijd. Hij bezat niet de moed van Lyndon B. Johnson ten tijde van de burgerrechtenbeweging. En hij bezat al helemaal niet de moed van de beste president die we ooit hadden: Lincoln. We dachten dat Obama een Lincoln zou zijn, en hij blijkt een Bill Clinton: een neoliberale opportunist.

Die ijzeren wet van de oligarchie, kan die eigenlijk doorbroken worden. Of zal macht altijd corrumperen?
Om structurele wantoestanden in de samenleving te doorbreken is slechts één ding nodig: moed. Het vergt moed om niet te conformeren. Geven om iets dat groter is dan jezelf. De liefde voor gerechtigheid. De liefde voor democratie. De liefde voor God. Voor gelijkheid. Het vergt een utopische energie die ervoor zorgt dat je de cyclus van oligarchische dominantie kan verstoren.

Die utopische energie, zal die dan ooit een utopische eindtoestand opleveren?
Nee, daar geloof ik niet in. Elke samenleving heeft haar getuigen die de ketens willen breken. Maar na het verstoren van de orde volgt steeds een nieuwe routine, een nieuwe bureaucratisering en een nieuwe groep oligarchen. Neen, ik geloof niet in een paradijs aan het eind van de geschiedenis. Ik ben geen utopist. We zijn stervelingen met een vermogen tot verbetering, maar onvermogend om perfectie te bereiken. Ik geloof niet in een ongerepte, zuivere sociale orde.

Obama’s verkiezingssucces is ook aangedreven door die utopische energie en toch is er volgens u niet veel goeds uit voortgekomen?
Obama’s presidentschap is het presidentschap van Wall Street. Het presidentschap van drones. En het presidentschap van een politiestaat. De banken worden beschermd ten koste van de burgers. Zelfs Reagan trad kordater op tegen grootschalige financiële wanpraktijken. Maar Obama niet. De topman van JPMorgan Chase, dat is zijn beste maatje. Verantwoordelijkheid nemen? Aansprakelijk zijn? Vergeet het maar.

Verantwoordelijkheid. Aansprakelijkheid. Dat zijn termen die een hele morele lading dekken.
Wat er vandaag gebeurt, is ook een moreel probleem. Dat gebrek aan verantwoordelijkheidszin en aansprakelijkheid is een ethical disgrace: een morele schande. En net hetzelfde gebeurt met de drones en het politiegeweld. Wordt er iemand aansprakelijk gesteld voor al die burgerslachtoffers van onze honderden drones? Wordt er iemand aansprakelijk gesteld voor het doodschieten van een ongewapende tiener? Als je als tiener niet meer op straat kan lopen. Als je constant gecontroleerd, gearresteerd of zelfs vermoord wordt door de machthebbers, is dat een flagrante aantasting van onze elementaire rechten en vrijheden. De benzinetank van onze democratie loopt leeg.

U bent zelf gearresteerd tijdens een betoging. Vindt u dat ook een aantasting van uw elementaire rechten en vrijheden?
Nee, eigenlijk niet. Ik had het recht om mijn mening te uiten. Ik heb mijn zeg kunnen doen en het arbitraire politiegeweld en gebrek aan aansprakelijkheid aangeklaagd. Maar voor elke vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid moet je een prijs betalen. In mijn geval was dat gearresteerd worden. Maar geen prijs is me te hoog.

Vindt u dat de staat het recht heeft om mensen de mond te snoeren? Om meningen te verbieden?
Als het op de vrijheid van meningsuiting aankomt ben ik erg libertair. Zelfs de Ku Klux Klan moet je toelaten in een democratie. De KKK heeft het recht om fout te zijn. Geen recht op bedreigingen of geweldpleging uiteraard. Maar wel het recht om te marcheren, met vlaggen te wapperen en te spreken. Ik rek de vrijheid van meningsuiting graag zo ver mogelijk uit. Pas wanneer er concreet geweld of aansporen tot geweld aan te pas komt, moeten er grenzen gesteld worden. Maar in een democratie heeft een fascist evenveel recht van spreken als ik. Dat was ook het failliet van Amerika tijdens de Koude Oorlog en de klopjacht op communisten. In een democratie moet een communist zijn mening kunnen geven, ook al is negentig procent van de bevolking anticommunistisch. Democratie is niet de wil of mening van de meerderheid. De democratie wordt gedragen door de rechten, vrijheden en instituten die zich boven de wil en mening van de massa verheffen.

In uw nieuwste boek – Black Prophetic Fire – licht u de blijvende betekenis van enkele van uw helden toe: Frederick Douglas, Ida Wels, Martin Luther King. Deze negentiende en twintigste-eeuwse burgerrechtenactivisten wilden de positie van zwarten in de samenleving verbeteren. De tijden zijn natuurlijk enorm veranderd. U zegt zelf dat raciale verschillen in Amerika eerder een achtergrondproblematiek zijn. Wat leren die activisten ons vandaag dan nog? 
‘In onze market society is het makkelijk om aan geschiedenisamnesie te lijden. Alles staat in het teken van ‘het nu’. We raken ontworteld met het beste van onze geschiedenis. Ik wil de herinnering en traditie levend houden van mensen die volgens mij de belichaming zijn van eerlijkheid en fatsoen. Maar eerlijkheid en fatsoen zijn ver te zoeken in een samenleving waarin alles en iedereen te koop is. Je hebt meer dan ooit nood aan voorbeelden die idealen belichamen. Kant wees al op het belang van voorbeeldfiguren. Wijze oordelen kunnen vellen, dat is geen kwestie van regeltjes leren en toepassen. Je hebt voorbeelden nodig waarop je praktische wijsheid kan steunen.

Is dat de reden waarom u in uw geschriften ook vaak op het belang van de humanities in het onderwijs wijst: geschiedenis, kunst, literatuur. We kunnen leren uit vroegere voorbeelden en het beste dat de geschiedenis ons te bieden heeft?
Ja, daar heb ik herhaaldelijk over geschreven. Vooral omdat het schoolsysteem helemaal de andere kant uitgaat. In Amerika zijn de arts programs zo goed als overal geschrapt in de openbare scholen. Dat is een misdaad tegen de mensheid. Muziek, schilderkunst, dans. Echte reflectie en verbeelding stimuleren. Dat is allemaal een voorrecht van de rijken geworden.

Het is de schuld van het kapitalisme?
Een specifieke vorm van het kapitalisme is schuldig aan de malaise in het onderwijs, ja. Niet het kapitalisme op zich is problematisch. Finland is ook een kapitalistisch land, maar ze hebben een geweldig onderwijssysteem. Dankzij de combinatie van sociaaldemocratie en kapitalisme. Maar hier in Amerika zitten we met een roofdierachtige vorm van kapitalisme. Het stort zich op alle facetten van het leven en verscheurt elk deel van de publieke ruimte om er winst uit te slaan.

Ook het onderwijs?
Ook het onderwijs is ten prooi gevallen aan het kapitalistische marktdenken. Het marktmodel draait om scholing: een vaardigheid aanleren die instrumenteel is en waarmee je aan een job geraakt. Het democratisch onderwijsmodel draait daarentegen om paideia: maturiteit en inzicht verwerven, een kritisch en krachtdadig burger leren zijn. Maar daar is geen ruimte meer voor in het onderwijs. Onderwijs is je klaarstomen voor de arbeidsmarkt. Learn to make money.

Onderwijs zou een hoger doel moeten dienen?
Ja, in plaats van te leren hoe je geld moet verdienen, moeten jongeren leren om gepassioneerd in het leven te staan. Voorbeeldfiguren van paideia zoals ik in Black Prophetic Fire beschrijf kunnen ons die passie aanbrengen. Ze zijn morele krachten. Ze maken ons dorstig en hongerig naar een betere en meer rechtvaardige wereld. Ze passioneren ons. En in vuur en vlam staan voor gerechtigheid, dat is een wonderschoon iets.