Home Mens en techniek Computers hebben geen persoonlijkheid

Computers hebben geen persoonlijkheid

Door Bennie Mols op 24 april 2012

Cover van 05-2012
05-2012 Filosofie magazine Lees het magazine

Op 23 juni 2012 was het precies honderd jaar geleden dat Alan Turing werd geboren. Turing is de geestelijk vader van de computer en de kunstmatige intelligentie. Hij droomde van een machine die kan denken zoals de mens.

In december 2011 werd in Groot-Brittannië een internetpetitie gelanceerd, gericht aan het Britse ministerie van Justitie: ‘Wij vragen de regering om aan Alan Turing postuum pardon te verlenen voor zijn veroordeling wegens “grove onfatsoenlijkheid”. In 1952 werd hij veroordeeld wegens “grove onfatsoenlijkheid” met een andere man. Hij werd gedwongen om chemische castratie te ondergaan via de toediening van vrouwelijke hormonen. Twee jaar later doodde hij zichzelf met cyanide, slechts 41 jaar oud. Alan Turing werd tot wanhoop en een vroegtijdige dood gedreven door een land waarvoor hij zoveel had gedaan. Dit blijft een schande voor de Britse regering en de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk. Een officieel pardon kan dit onrecht in elk geval voor een klein deel goed maken […].’

Alleen inwoners van Groot-Brittannië mogen de internetpetitie ondertekenen, maar wie dit doet − het kan nog tot december 2012 − moet eerst bewijzen dat hij een mens is en geen computer. De ondertekenaar wordt gevraagd een CAPTCHA te doen; hij moet een reeks vervormde letters en cijfers herkennen en intoetsen. Zo kan de computer bepalen of een mens of een computerprogramma zich wil registreren.

CAPTCHA staat voor Completely Automated Public Turingtest to tell Computers and Humans Apart. Een CAPTCHA is eigenlijk een omgekeerde turingtest. In 1950 bedacht de Britse wiskundige Alan Turing de turingtest om een antwoord te kunnen geven op de filosofische vraag wanneer machines kunnen denken. In de turingtest mag je via een toetsenbord en een beeldscherm − waarop alle tekst verschijnt − chatten met een mens en een machine. Je weet echter niet wie wie is. Wanneer je niet binnen vijf minuten in staat bent te onderscheiden wie de mens en wie de machine is, dan is het volgens Turing terecht om te zeggen dat de machine kan denken.

De turingtest heeft een cultstatus bereikt onder wetenschappers, filosofen en zelfs onder het brede publiek. Tik op Twitter ‘Turingtest’ in, en elke dag verschijnen weer nieuwe tweets die, in alle vrijheid associërend, verwijzen naar Turings gedachte-experiment. Zo schreef #DomDoze: ‘Afgelopen nacht werd ik dronken en deed met mijn magnetron de turingtest. Hij slaagde. Het was de dag waarop mijn keuken slimmer werd dan ikzelf.’

Waar de mens in de turingtest moet bepalen of hij met een ander mens of met een computer chat, is het bij een CAPTCHA dus de computer die bepaalt of hij met een mens of met een computer te maken heeft. Wat een ironie: om de man die de turingtest heeft bedacht van alle blaam te zuiveren, moet je anno 2012 eerst aan de computer bewijzen dat je een mens bent.

Enigma-code

De petitie om de voor homoseksualiteit veroordeelde Alan Turing postuum vrij te pleiten, werd gelanceerd aan de vooravond van het internationale Alan Turing-jaar 2012. Het belang van Alan Turing (1912-1954) voor de informatica is net zo groot als dat van Isaac Newton voor de natuurkunde. Turing is de geestelijk vader van zowel de computer als de kunstmatige intelligentie. Daarnaast speelde hij tijdens de Tweede Wereldoorlog de hoofdrol in het kraken van de geheime Duitse Enigma-code door de Britten.

Turing heeft zich nooit filosoof gevoeld. Zijn contact met de filosofie is voor zover bekend beperkt tot het bijwonen van het college ‘Grondslagen van de wiskunde’ bij Ludwig Wittgenstein. Maar hij was een origineel denker, die, geheel buiten de kring van academische filosofen om, een van de meest geciteerde artikelen uit de moderne filosofie heeft geschreven: ‘Computing Machinery and Intelligence’ (1950). Het was dit artikel waarin Turing de beroemde turingtest beschreef, die aan de basis ligt van de filosofie van de kunstmatige intelligentie.

De man die een informaticus was voordat dit vakgebied werd uitgevonden en die een filosoof was zonder het te beseffen, werd in de jaren dertig van de vorige eeuw in Cambridge opgeleid als wiskundige. Turing trok zich niets aan van de in die tijd strikte scheiding tussen zuivere en toegepaste wiskunde. Een zuivere wiskundige dacht in die tijd alleen met pen en papier bij de hand na over stellingen en bewijzen. Turing dacht na over een hypothetische machine die berekeningen uitvoert.

In 1936 stelde hij zich het simpelste machinemodel voor dat beschrijft hoe de menselijke geest rekent. Zo’n machine moet symbolen kunnen opschrijven, lezen en wissen. Hij rustte zijn denkbeeldige machine uit met een oneindig lange band, een centrale controle-eenheid en een kop. De band, die onder de kop door loopt, dient voor de in- en uitvoer van informatie en voor het geheugen. De centrale controle-eenheid voert de instructietabel uit (tegenwoordig noemen we die instructietabel een computerprogramma). De kop kan nullen en enen op de band schrijven en ze ook lezen of wissen. Zo’n machine heet een turingmachine, Turings revolutionaire bijdrage aan de theoretische informatica. Elk probleem dat kan worden berekend, kan worden berekend op een turingmachine.

Hoewel de turingmachine geen concreet ontwerp is van een computer, vormt die wel de theoretische basis van ons moderne begrip van een computer die niet alleen kan rekenen, maar alle soorten gedigitaliseerde informatie kan verwerken. Je pc, je laptop, je iPad en je smartphone zijn allemaal voorbeelden van turingmachines. De kracht van de machine bracht Turing ook op het idee dat een machine in principe alles kan doen wat het menselijk brein ook kan.

Lichaam-geest

Turings fascinatie met het brein begon echter al veel eerder. In 1930, toen hij achttien jaar was, overleed zijn beste vriend, Christopher Morcom. In een brief aan Morcoms moeder schreef Turing na het overlijden: ‘Wat betreft de vraag waarom we een lichaam hebben; waarom we niet als vrije geesten leven of kunnen leven en als zodanig communiceren, we zouden misschien wel kunnen, maar dan zou er niets te doen zijn. Het lichaam geeft de geest iets om voor te zorgen en te gebruiken.’ Waar andere computerpioniers tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog vooral nadachten over een machine die ingewikkelde berekeningen kan uitvoeren, dacht Turing al na over een machine die dezelfde cognitieve vaardigheden zou kunnen ontwikkelen als de mens. Een machine die kon waarnemen, handelen, leren, redeneren, taal gebruiken – zelfs een machine met emotie en bewustzijn. Tijdens een BBC-interview uit 1951 zei hij: ‘Het hele denkproces is nog steeds grotendeels mysterieus voor ons, maar ik denk dat de poging om een denkende machine te maken ons veel zal helpen om uit te vinden hoe wijzelf denken.’

Turing gaf een geheel nieuwe draai aan het klassieke lichaam-geestdebat, dat in de zeventiende eeuw begint bij René Descartes. Volgens Descartes zijn lichaam (of materie) en geest gescheiden substanties – écht verschillende zaken dus. Wat meteen het probleem oproept hoe beide toch kunnen samenwerken. De oplossing van Turing is duidelijk: als een computer de menselijke geest kan nabootsen, dan is die geest niet zo bijzonder als Descartes meende. Alles wat de menselijke geest doet, is dan immers berekenbaar.

Turing gaat in feite zelfs nog verder dan de materialist met zijn oplossing voor het lichaam-geestprobleem. Het materialisme stelt dat geest alles is wat het brein, als onderdeel van het lichaam, produceert. De biologie van dat lichaam, en dus ook van het brein, wordt door een materialist gereduceerd tot natuurkunde: een beschrijving van het gedrag van alle atomen waaruit het lichaam bestaat. Turing meende dat psychologie direct te reduceren valt tot een computerprogramma, zonder de biologie van het brein hersencel voor hersencel, en molecuul voor molecuul, te simuleren.

Informatierevolutie

In zijn artikel over de turingtest uit 1950 voorspelde Turing dat computers nog vóór het jaar 2000 zouden slagen voor deze test. Dat was weinig meer dan een wilde gok. Met geen mogelijkheid had hij de stormachtige ontwikkeling van de computercapaciteiten kunnen voorspellen. Zoals de stoommachine aan het eind van de achttiende eeuw de Industriële Revolutie ontketende, zo hebben computer en internet in de jaren tachtig en negentig de informatierevolutie ontketend. Zij zijn verlengstukken geworden van ons hele doen en denken.

Ondanks deze spectaculaire ontwikkelingen is Turings voorspelling bij lange na niet uitgekomen. Alle computerchatprogramma’s vallen bij de turingtest nog steeds razendsnel door de mand als niet-menselijk. Zodra je het gesprek een beetje persoonlijk maakt, raken ze in verwarring. Het fundamentele probleem is dat de computer geen contact maakt met de wereld. Taal en denken zijn sociale fenomenen, maar de computer is niet sociaal. Computers hebben geen persoonlijkheid. Ze hebben geen consistent verhaal, geen mening, geen smaak, geen emotie. ‘Het probleem met computers is dat niets ze iets kan schelen’, zei de Amerikaanse filosoof John Haugeland.

Meer dan zestig jaar nadat Turing zijn fameuze test heeft gelanceerd, moeten we concluderen dat geen enkele computer ook maar in de buurt is gekomen van het slagen voor de turingtest, dat de test niet in staat is vooruitgang van kunstmatige intelligentie te meten, dat die geen enkele praktische rol speelt in het wetenschappelijk onderzoek naar kunstmatige intelligentie en dat die geen rekening houdt met het feit dat machine-intelligentie heel anders kan zijn dan menselijke intelligentie. Iedereen vindt dat vogels vliegen. Maar iedereen vindt ook dat Boeing 747’s vliegen, terwijl ze dat op een heel andere manier doen. Toch zou geen 747 ooit slagen voor een turingtest voor vliegen als die net zo gebaseerd zou zijn op het imiteren van vogels als de turingtest gebaseerd is op het imiteren van mensen.

Sociaal-emotionele intelligentie

Het menselijke brein is een informatieverwerkend, levend orgaan dat voortdurend in contact staat met de omgeving. Het is in honderden miljoenen jaren geëvolueerd om het lichaam te laten overleven in een onzekere en veranderende buitenwereld en om het lichaam zich te laten voortplanten. Het brein vraagt zich voortdurend af hoe het lichaam moet reageren op de omgeving. Het is er goed in  nieuwe kennis en vaardigheden te leren. Het is ijzersterk in het herkennen van patronen: het gezicht van je moeder, het geluid van een politiesirene. En het brein heeft sociaal-emotionele intelligentie.

Het computerbrein is een niet-levende, op logica gebaseerde machine vol siliciumtransistoren, die geïsoleerd is van de omgeving. Het rekent extreem snel vergeleken met het menselijk brein. Het kan enorme hoeveelheden gegevens in zijn geheugen houden en wordt nooit moe. Maar qua leervermogen en qua patroonherkenning van beelden en geluiden kan de computer nog lang niet tippen aan de mens, om over sociaal-emotionele intelligentie maar te zwijgen. ‘Eén ding zal de computer nooit kunnen: van de apen afstammen’, zei Hugo Brandt Corstius ooit.

Het is daarom tijd om Turings test te vervangen door wat ik ‘Turings Tango’ noem. Waar de turingtest draaide om de vraag wanneer we kunnen zeggen dat computers denken, draait Turings Tango om de vraag hoe de mens optimaal kan samenwerken met de computer. Wat is het beste tangopaar van mens en computer? 

Helaas heeft Turing niet lang genoeg geleefd om te kunnen zien hoe de computer zich ontwikkelde. Als hij had mogen meemaken dat de computer er weliswaar goed in blijkt te zijn exact en logisch regels te volgen, maar slecht in alles wat bij de mens te maken heeft met sociaal-emotionele intelligentie en met de in het lichaam gewortelde cognitie, dan had hij het brein volgens mij niet meer als een computer gezien, maar als een orgaan van een organisme. De computer is niet meer dan een manke metafoor voor het brein.

Turings Tango. Waarom de mens de computer de baas blijf
Bennie Mols
(Nieuw Amsterdam)
224 blz, € 18,95

Videolinks bij het boek Turings Tango

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen