In gesprek met socioloog Frank Hermans (1947) is het moeilijk om pessimistisch te blijven. Er is volgens hem alle reden om te geloven dat mensen de crises van dit moment – van de oorlog in Oekraïne tot de klimaatproblematiek – te boven zullen komen. ‘Tot nog toe hebben we het gered. Waarom zouden we het nu niet redden?,’ zegt Hermans, zittend in zijn woonkamer in Nijmegen met een kopje koffie. ‘Sterker nog, dergelijke catastrofes zijn door de geschiedenis heen juist momenten gebleken waarop de mens een volgende stap in zijn beschavingsproces wist te zetten.’ Onlangs verscheen Hermans’ boek Het beschavingsfront. Hoe rampen en oorlogen ons menselijker maken.
Dat is een spannende titel. Veel mensen hebben juist het idee dat we er met alle problemen van deze tijd op achteruitgaan.
‘Dat komt doordat we de neiging hebben ons op de actualiteit te concentreren. Als je naar de langere lijn in de geschiedenis kijkt zie je dat de mens wel degelijk vooruitgaat. Met veel vallen en opstaan, maar we komen steeds verder. Sociologen als Norbert Elias en Johan Goudsblom wijzen daar ook op. De mens kent allerlei tegenspoed, maar op de lange termijn is er wel degelijk progressie. De levensverwachting van de mens is bijvoorbeeld verdubbeld in de laatste twee eeuwen. Dat is vooruitgang, dat kunnen we niet ontkennen.’
Welke rol spelen catastrofes in dat proces van vooruitgang?
‘Grote rampen zijn momenten dat de druk zo groot wordt dat mensen gedwongen worden om te veranderen. Eeuwenlang hebben we in Europa allerlei oorlogen uitgevochten, maar na de enorme catastrofe van de Tweede Wereldoorlog zijn we ons tegen oorlog gaan beschermen met samenwerkingsorganisaties en verdragen. Dat is een stap in het beschavingsproces, zou Elias zeggen. We hebben geleerd onze impulsen te beheersen. Dat is hoe rampen ons beschaafder maken.’
‘De catastrofes worden nu groter, omdat mensen steeds meer met elkaar verbonden raken. We leven in een netwerk dat zich over de hele wereld uitstrekt en we zijn sterk afhankelijk van elkaar geworden. Als er ergens iets misgaat, reiken de gevolgen daarvan heel ver. Een ziekte die in China begint verspreidt zich bijvoorbeeld in een mum van tijd over de wereld. En het gebruik van nucleaire wapens kan de gehele planeet onleefbaar maken. Ook voor dergelijke rampen geldt: om die te voorkomen moeten we onszelf beter leren te beheersen. Dat vraagt van ons dat we de gevolgen van onze handelingen beter overzien en gevoeliger zijn voor het leed van anderen. We moeten meer empathie ontwikkelen.’
Heeft empathie niet ook een negatieve kant? Door empathie zijn we bereid veel geld te geven voor de bescherming van schattige panda’s, terwijl de slepende burgeroorlog in Jemen minder belangrijk wordt gevonden.
‘Empathie kan inderdaad gevaarlijk zijn, omdat het een reactie is van mensen op wat hen aanspreekt. Wat aaibaar is of dichtbij staat, krijgt aandacht. We zijn bijvoorbeeld eerder bereid om vluchtelingen uit Oekraïne op te nemen dan uit Syrië. Toch hoeft de kring van mensen voor wie we empathie voelen niet klein te blijven. Wat ooit begon als liefdadigheid naar aanleiding van andermans leed is in veel West-Europese samenlevingen bijvoorbeeld uitgegroeid tot een verzorgingsstaat. We geven geld om mensen te steunen die we niet kennen. Dat is een abstracte vorm van empathie. En die ontwikkeling gaat door. Nu strekt de empathie zich nog niet uit naar andere continenten, maar als de nood hoog genoeg wordt ontkomen we daar niet aan.’
U ziet een opgaande lijn in de geschiedenis van de mensheid, maar mogen we die ook doortrekken naar de toekomst? Misschien gaan de catastrofes van onze tijd ons dit keer wél overmeesteren.
‘We kunnen de toekomst niet voorspellen, maar het mechanisme is altijd dat de druk om te veranderen op een gegeven moment zo groot wordt dat mensen niet anders kunnen. De catastrofe van nu is een sluipende catastrofe. Onze omgang met mens en natuur leidt tot allerlei ellende die niet direct zichtbaar is. Het klimaat verandert, de welvaartsverschillen in de wereld zijn enorm, en de wereldbevolking is sterk gedemoraliseerd en zoekt verlichting in verdovende middelen.’
‘Deze problemen blijven over het algemeen onder de oppervlakte, al zien we in de gezondheidszorg wat die aanrichten: daar melden slachtoffers zich het eerst. Misschien moet de catastrofe eerst nog erger worden voor mensen die zien, maar op een gegeven moment wordt de druk te hoog. Dan komen mensen in actie om voor een ommekeer te zorgen. De wal keert het schip. Dat zie je telkens weer.’
Er is ook verzet tegen deze ommekeer. Klimaatverandering wordt een verzinsel genoemd en de Russische aanval op Oekraïne heeft oorlog weer teruggebracht in Europa.
‘Ik zie dat als achterhoedegevechten. Je hebt inderdaad conservatieve groeperingen die de klok proberen stil te zetten. Zo’n beweging kan heel krachtig zijn, dat hebben we gezien in het verleden. De wereldoorlogen van de vorige eeuw zou je bijvoorbeeld kunnen uitleggen als pogingen van grote rijken van de Habsburgers en van de Ottomanen om hun macht te behouden. Uiteindelijk is het ze echter niet gelukt. De tendens is te sterk. In Oekraïne is dat nu al zichtbaar. De beweging in de richting van Europese samenwerking en het loskomen van armoede blijkt krachtiger dan de pogingen van Rusland om die ontwikkeling te stuiten.’
‘Bovendien zijn mensen zozeer van elkaar afhankelijk geworden dat de druk van de sluipende catastrofe overal wordt gevoeld. Als de pogingen om klimaatverandering tegen te gaan in Europa stokken, dan steken die wel de kop op in Californië of Australië, waar overstromingen en bosbranden een enorme impact hebben. En wij in Europa denken dan: “We moeten aan het werk.” Zo komt de ommekeer toch tot stand.’
Wereldproblemen hoef je dus niet in je eentje op te lossen.
‘Inderdaad. Je hebt als individu eigenlijk maar weinig te vertellen. Het beschavingsproces gaat door.’
Het beschavingsfront. Hoe rampen en oorlogen ons menselijker maken
Frank Hermans
Noordboek
160 blz.
€ 19,90