Home Burgerschap als luxeartikel

Burgerschap als luxeartikel

Door Sebastien Valkenberg op 04 december 2012

Cover van 12-2012
12-2012 Filosofie magazine Lees het magazine

Weinig boeken verschaffen zulke verhelderende inzichten in de werking van de democratie als Aristoteles’ Politica, bewijst de integrale vertaling.

Kinderen mag je alleen te vondeling leggen als ze misvormd zijn. Was getekend: Aristoteles in zijn Politica. Tegenwoordig zou hij zich met dit standpunt de woede van Jeugdzorg op de hals hebben gehaald. Het is een terugkerend euvel van deze klassieker uit de politieke filosofie: veel opvattingen doen tamelijk gedateerd aan.
De vraag dringt zich op wat de recente integrale vertaling van de Politica rechtvaardigt. Wellicht is al zwaarwegend genoeg dat Aristoteles zo ongeveer geldt als de invloedrijkste filosoof ooit. En Herodotos is tenslotte ook vertaald, terwijl zijn geschiedschrijving van Griekenland in veel opzichten verouderd is. Canonieke werken horen kennelijk gewoonweg beschikbaar te zijn, los van de vraag naar hun onmiddellijke bruikbaarheid.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Hoe zit het met de Politica van Aristoteles? Is het een boek dat in alle waardigheid op zijn lauweren mag rusten op de boekenplank? Of verdient het het nog steeds om gelezen te worden? Wat blijft er, met andere woorden, van over als we de historische eigenaardigheden terzijde schuiven?

Om het maar meteen te verklappen: genoeg, meer dan genoeg zelfs. Hoewel de Politica rommelig oogt – de tekst is een nooit voor publicatie bedoeld collegedictaat –, kan die nog steeds veel heilzaam werk verrichten. Maar weinig boeken verschaffen zulke verhelderende inzichten in de werking van de democratie.

Misschien wekt het verbazing dat deze les moet komen van een tekst uit de Oudheid. Want weliswaar schoot deze staatsvorm voor het eerst wortel in Athene, maar dat laat onverlet dat destijds veel mensen buiten de boot vielen. Slaven en vrouwen mochten niet meedoen. Deelname aan het openbaar bestuur was naar schatting voor slechts een kwart van de bevolking weggelegd. Aangezien Aristoteles geen voorstellen doet om deze groep uit te breiden, kan hij geen volbloeddemocraat genoemd worden. Voor hem blijft het burgerschap tot op zekere hoogte een luxeartikel, een situatie die pas ten einde kwam toen de Amerikaanse ‘Founding Fathers’ in de achttiende eeuw verklaarden: ‘All men are created equal.’ Toch maakt dit Aristoteles’ analyse van de democratie niet minder behartigenswaardig.

Zijn actualiteitswaarde bewijst de Griekse filosoof wanneer hij een vraagstuk behandelt dat nog steeds speelt. In het geval van ziekte, aldus Aristoteles, gaan we niet zelf arts spelen, maar halen we er een expert bij. ‘Vervolgens zou men kunnen vinden dat hetzelfde geldt voor verkiezingen: de juiste persoon kiezen is het werk van deskundigen, bijvoorbeeld van landmeters een landmeter te kiezen, van stuurlui een stuurman.’
De redenering blijft onverminderd populair. Meestal manifesteert deze zich in de vorm van de verzuchting dat tegenwoordig iedereen overal maar een mening over mag hebben. Alsof een IQ-test eerst moet uitwijzen of iemand mag deelnemen aan het publieke debat. Niet zo lang geleden ging schrijver Christiaan Weijts in nrc.next een stap verder. Hij betreurde het dat ‘het kiesrecht afnemen van het minder snuggere bevolkingsdeel’ onmogelijk was.

Maar de Politica schiet burgers te hulp die geen aanspraak zouden mogen maken op stemrecht of andere vormen van zeggenschap. Essentieel aan de democratie vindt Aristoteles namelijk dat die niet toebehoort aan enkele experts die hoog zijn opgeleid en beschikken over speciale kennis. Het draait om meer dan verstandig beleid maken. Ook moet een zo groot mogelijk draagvlak bestaan – en dan helpt het om burgers medezeggenschap te geven. ‘Dus blijft er niets anders over dan hen te laten deelhebben aan politieke beraadslaging en rechtspraak.’

Eurocrisis

Verder waarschuwt Aristoteles voor onderschatting van het collectief. Dat zou weleens over meer wijsheid kunnen beschikken dan een select gezelschap van deskundigen. Met deze argumentatie is hij een pleitbezorger van crowdsourcing avant la lettre – de gedachte die onder meer ten grondslag ligt aan Wikipedia. De internetencyclopedie kent geen redactie en iedereen mag – heel democratisch – lemma’s schrijven. Tegen de verwachting in kan het resultaat wedijveren met de prestigieuze Encyclopaedia Britannica.

Bovendien vraagt Aristoteles aandacht voor de bijzondere aard van het politieke metier. Misschien wel de belangrijkste les uit de Politica is dat hij verschillende vormen van wijsheid haarscherp van elkaar onderscheidt. Politiek veronderstelt namelijk een andere benadering dan de technische werkwijze van artsen, landmeters en stuurmannen.

Als politici zich toch als die techneuten opstellen, gaat het mis. Met deze correctie keert Aristoteles zich nadrukkelijk tegen zijn leermeester Plato. Deze legde in zijn Politeia alle macht in handen van een filosofenkoning. Aangezien deze verlichte despoot exclusieve toegang heeft tot de waarheid, is het voor hem juiste beleid zo klaar als een klontje. Wát er moet gebeuren staat buiten kijf; politiek gaat vervolgens enkel over de verwezenlijking hiervan. Welbeschouwd is de filosofenkoning weinig meer dan een superambtenaar met almacht.

Deze benadering laat echter nauwelijks ruimte voor diepgravend politiek debat. Waartoe zou er immers gedebatteerd moeten worden als toch al evident is wat er moet gebeuren? Het gevolg: een blinde vlek als in de samenleving zo’n gevoel van evidentie ontbreekt. We zien het in de oplossing van de eurocrisis. Het technocratische wereldbeeld maakt de ontvankelijkheid gering voor eventuele tegenwerpingen en bezwaren. Deze hebben al snel de reputatie van hinderlijke obstakels (‘provincialisme in nationale parlementen’) die doortastend optreden onmogelijk maken (‘het Europese noodfonds zo snel mogelijk optuigen’).

Politici mogen zich daarom niet beperken tot kosten-batenanalyses die aangeven welke maatregelen het meest effectief zijn. Het kompas waarop ze moeten koersen, aldus Aristoteles, heet phronêsis – zeg maar fingerspitzengefühl. Door die praktisch wijsheid goed in te zetten geven ze blijk van affiniteit met het electoraat. Zeker in een democratie is stuurmanskunst onmisbaar. In geen enkel ander type samenleving moeten politici namelijk meer verantwoording afleggen tegenover de weerbarstige publieke opinie – inclusief de zorgen en twijfels die daarin een rol spelen. Zodoende biedt Aristoteles met zijn Politica een lesje in nederigheid aan technocraten die vanzelfsprekend gewaande maatregelen er snel even doorheen willen jassen.

Aristoteles
(Historische uitgeverij)
368 blz. / € 35,00