Home Bert Keizer: Zenuwimpulsjes

Bert Keizer: Zenuwimpulsjes

Door Bert Keizer op 26 september 2017

Cover van 10-2017
10-2017 Filosofie magazine Lees het magazine
Daniel Dennett en David Papineau vlogen elkaar in de haren in The Times Literary Supplement van 4 augustus j.l. naar aanleiding van Dennetts laatste boek: From Bacteria to Bach and Back. ‘Vlogen elkaar in de haren’ is een beetje overdreven. Laten we zeggen dat ze het over elkaars haar hadden, waarbij Papineau Dennett verweet dat hij zich heeft laten knippen door Gilbert Ryle. Het ging, voor de verandering, over geest-lichaam, bewustzijn, qualia etc. – philosophy of mind, kortom. 
 
Ik ben geen Dennett-fan. Zijn betoogtrant treft mij als overdadig slim en vaak te glad, en hij goochelt met begrippen op een manier die ik net wel/net niet kan volgen, zodat je aan het eind van zijn betoog met een smak in een positie beland bent die je voornamelijk als vreemd en onwaarschijnlijk voorkomt, en die helemaal niets verheldert. Over bewustzijn als illusie schrijft hij dit aan Papineau: ‘Licht valt op het netvlies en wordt omgezet in neuronale impulsen. Maar er volgt niet NOG zo’n omzetting, waarbij die impulsen overgaan naar “het bewustzijn”. Nee, er zijn alleen maar impulsen. Het lijkt ALSOF een tweede omzetting plaatsvindt. Dat is een illusie en dat valt uit te leggen. We zijn daarmee bezig.’ Ik heb het illusoire van die tweede omzetting nooit begrepen. Wij allemaal hebben die tweede omzetting nog nooit begrepen, want hij is er niet, maar er gebeurt wel iets.

Dennett laat een fascinerende vraag liggen: hoe kan het dat precies hetzelfde spul – neuronale impulsen – op de ene plek in het brein leidt tot zien, en op een andere tot horen? Er is immers niets visueels of auditief aan die impulsen. Het is niet zo dat je in de gehoorzenuw bij goed luisteren heel kleine geluidjes hoort, in de optische zenuw kleine flitsjes ziet, die verderop in de hersenen ineengeflanst worden tot een melodie of het beeld van een auto. Onzin, want wie zou daar binnen naar dat beeld kijken of naar die melodie luisteren? Het mannetje in het mannetje. Een neurofysioloog gaf mij als oplossing voor het raadsel: ‘Die impulsjes in de gehoorzenuw hebben een heel ander patroon dan die in de optische zenuw.’ Ja, ga zo door en je zult spinazie eten. Inmiddels is het erg lastig om weg te komen van het idee dat de wereld ‘afgebeeld’ wordt in de hersenen. Maar wat de zebra redt van de leeuw is niet een cerebrale ‘leeuw’, maar de relevante spierarbeid die nodig is om weg te rennen. Laatst hoorde ik iets heel anders over hersenfysiologie: ‘Als we ons brein zouden kunnen begrijpen, dan zou het dermate simpel zijn dat we maar zeer weinig zouden begrijpen.’ Nog leuker vond ik deze, waarin Geest het eindelijk zou winnen van Stof: ‘Willen alle aanwezigen die geloven in telekinese alstublieft mijn rechterhand opsteken?’  

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.