Home Bart Chabot: ‘Ik heb mijn tumor laatst weer gezien’

Bart Chabot: ‘Ik heb mijn tumor laatst weer gezien’

Door Frank Meester op 22 maart 2011

Cover van 03-2011
03-2011 Filosofie Magazine Lees het magazine

Zijn gehoor viel uit en delen van zijn wang werden gevoelloos. Schrijver Bart Chabot bleek een goedaardige tumor in zijn hoofd te hebben. Chabot schreef er een boek over: Diepere lagen. Verslag van een bestraling.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Wat kan ik weten?
‘“Wat is een filosoof?” vroeg ik ooit aan mijn vader tijdens een zondagse wandeling. “Iemand die de hele dag over het leven nadenkt”, was zijn antwoord. Waarschijnlijk zag mijn vader dat dat me wel aansprak, want hij voegde er snel aan toe: “En daar geen droog brood mee verdient.” Toen ik een jaar of twaalf was, had je op zaterdagochtend Teleac-cursussen. Mijn vader volgde de Spaanse les, vooral omdat die gegeven werd door een mooie vrouw met lange donkere haren. Ik keek naar de filosofiecursus van drs. H. van Praag. Ik vond de denksystemen die hij uiteenzette intrigerend. Mijn conclusie was: al die grote filosofen hebben een beetje gelijk, maar het zijn hoogstens splinters van waarheid. Dat geldt trouwens niet alleen voor filosofische kennis; ook al het overige menselijke weten is uiterst onzeker. Zelfs de wetenschap – als het ergens om weten zou moeten gaan, dan is het in deze discipline – komt telkens weer met andere informatie die de oude weerspreekt. Het is maar net van welke kant je het bekijkt. Neem mijn tumor. De artsen wisten mij weliswaar met grote zekerheid mede te delen dat ik een brughoektumor in mijn hoofd heb zitten, maar hoe je die het best kunt behandelen, konden ze me niet vertellen. In Leiden zeiden ze dat ik hem operatief moest laten verwijderen, in Tilburg kreeg ik te horen dat ik hem beter kon laten zitten, maar hem moest laten bestralen, zodat hij niet verder zou groeien. Bij die Leidse operatie zouden ze mijn linkeroor naar voren klappen en een luikje in mijn hoofd zagen, waardoor ze de tumor konden afvoeren. Tumor weg, maar ook mijn gehoor en mijn evenwichtsorgaan. Bij de bestraling in Tilburg behield ik weliswaar mijn gehoor en mijn evenwicht, maar ook die tumor. En het is een joekel. Zoveel ruimte is daar niet, en voor je het weet drukt hij tegen een hersenkwab. Ik wist niet wat de beste keuze was.’

Wat moet ik doen?
‘Jeetje ja, wat moet je dan doen? Je moet alle kennis kritisch benaderen, altijd een second opinion vragen, er rekening mee houden dat je zelf ook niet alles weet, dat je altijd een blinde vlek hebt. Dus net als Socrates kritisch kijken naar wat je zeker denkt te weten. Maar ja, ik moest ook een beslissing nemen. Want die tumor mag dan goedaardig zijn, als ik hem had laten doorgroeien, dan zou ik er toch aan doodgaan. Ik heb gekozen voor Tilburg, voor bestraling. Was wat ik deed goed? De behandeling is technisch geslaagd, maar daar is voorlopig alles mee gezegd. Ik heb mijn tumor laatst weer gezien. En ik schrok er toch wel van. Het is een groot ding en er is maar weinig ruimte. Als je hem z’n gang laat gaan, groeit hij een millimeter per jaar. Pas na een jaar kan de radioloog zien of de bestraling die groei heeft gestopt. En zelfs dan is er nog geen zekerheid, want hij kan altijd weer gaan groeien. Er is trouwens ook nog een bijzonder kleine kans dat de tumor in een kwaadaardige verandert.

Je moet leren leven met onzekerheid. Dat geldt natuurlijk voor iedereen, met of zonder tumor. Het wordt pas echt gevaarlijk als mensen menen iets zeker te weten. Dictators doen dat. Daarom is kunst ook belangrijk. Een verhaal kan de wereld op een andere manier laten zien en je helpen om die vaste meningen omver te gooien. Een gedichtje is een klein wondertje. Met slechts een pen en een papiertje kun je iets heel bijzonders veroorzaken, net als Mozes die water uit de rots liet stromen door er met een staf op te slaan.’

Wat mag ik hopen?
‘Als je te horen krijgt dat je een tumor hebt, dan maak je natuurlijk de balans op. Ik hoefde daar niet lang over na te denken: op 1 staat mijn vrouw, op 2 mijn kinderen, op 3 mijn vrienden en op 4 mijn werk. Ik hoef niet per se de P.C. Hooft-prijs te winnen, of te behoren tot de Grote Drie. Het belangrijkste vind ik dat het me gelukt is een vrouw gelukkig te maken.’

Wat is de mens?
‘Ik zou de man willen omschrijven als een pul en de vrouw als een vaas, maar allebei zijn ze onuitputtelijk. Daarom is de mens zo interessant en mag ik graag over hem schrijven. En dat geldt voor iedere mens, trouwens. Nadat ik had meegedaan aan het programma Sterren dansen op het ijs vroeg Matthijs van Nieuwkerk mij in De Wereld Draait Door hoe het was om met mensen van D- of C-garnituur om te gaan. Toen ben ik kwaad geworden. Wat mij betreft zijn er geen mensen van D- of C-garnituur – ook niet van A-garnituur trouwens. Als ik al een onderscheid maak, dan is het tussen aardig en niet aardig.’

Diepere lagen. Verslag van een bestraling
Bart Chabot
(De Bezige Bij)
232 blz. / € 15,90