Iris Kensmil (50) is beeldend kunstenaar. Zij vertegenwoordigde Nederland op de 58ste Biënnale van Venetië.
Voor de Biënnale van Venetië tekende ik met viltstift een portret van denker, dichter en activist Audre Lorde (1934-1992) direct op de muur. Twee weken deed ik erover. Het portret was meer dan levensgroot: 550 bij 390 centimeter. “I am a Black Lesbian Feminist Warrior Poet Mother, stronger for all my identities, and I am indivisible,” schreef Lorde – die zin nam ik op in de toelichting. Voor zo’n portret doe ik altijd veel onderzoek: ik bestudeerde beeldmateriaal van Lorde en ik las haar teksten, zoals de bekende essaybundel Sister Outsider (1984).
Het portret van Lorde was onderdeel van een serie portretten. Ik selecteerde zeven vrouwen met een Caribische achtergrond, uit Amerika en uit Europa, en met een utopische blik – zoals filosoof Angela Davis, schrijver Octavia E. Butler en schrijver en surrealist Suzanne Césaire. Die veelheid aan stemmen uit de zwarte intellectuele traditie wil ik in mijn werk laten zien.
Een halfjaar na de Biënnale tekende ik het portret van Lorde opnieuw, voor een tentoonstelling in Israël. Anders dan verwacht vond ik het de tweede keer juist moeilijker. Ik wil zo’n tekening in één keer goed hebben. Tijdens het tekenen kwamen de teksten van Lorde weer boven, zoals deze zin: “When we speak we are afraid (…) but when we are silent, we are still afraid, so it is better to speak.”
Haar woorden geven kracht. Mijn ouders waren bang zich uit te spreken over bijvoorbeeld Zwarte Piet – zij waren in een vreemd land en moesten zich aanpassen. Lorde zegt dat je stilte je niet zal beschermen. Als je stil bent, verandert er ook niks. Als je stil bent, word je alleen bozer en bozer. En als je stil bent, ben je nog steeds even bang. Je kunt je dus maar beter uitspreken. Lorde deed dat met woorden, ik doe het beeldend.’
Beeld Maarten Noordijk