Home Als alle stemmen gelden
Politiek

Als alle stemmen gelden

Door Als alle stemmen gelden, Daan Roovers en Eva Rovers op 22 januari 2021

Als alle stemmen gelden
Cover van 02-2021
02-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Bij democratie denken we onmiddellijk aan verkiezingen. Maar volgens Aristoteles zijn die een instrument van de elite. Denker des Vaderlands Daan Roovers en schrijfster Eva Rovers pleiten voor een deliberatieve democratie: niet de meeste stemmen, maar alle stemmen gelden.

Stel, we zouden helemaal opnieuw kunnen beginnen met democratie. Nederland mag terug naar de tekentafel om een democratie te ontwerpen die past bij de eenentwintigste eeuw. Bijvoorbeeld een democratie die burgers betrekt bij het maken van beleid, die een antwoord heeft op polarisatie en die opgewassen is tegen ontwrichtende uitdagingen als hyperkapitalisme, fake news, klimaatvluchtelingen en de ecologische crisis. Als we de democratie helemaal opnieuw konden vormgeven, zouden we dan hetzelfde systeem uittekenen dat 200 jaar geleden werd ontwikkeld? Waarschijnlijk niet.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Burgerberaad

Afgelopen oktober stemde een onwaarschijnlijke combinatie van politieke partijen in met een motie van Agnes Mulder (CDA) over de inzet van burgerpanels bij klimaat- en energiebeleid. Van SP tot VVD en van SGP tot Partij voor de Dieren steunden partijen haar verzoek aan minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes om te onderzoeken of inwoners niet veel eerder in besluitvormingsprocessen betrokken moeten worden, zeker als het gaat om grote maatschappelijke vraagstukken. Een maand later liet Wiebes in een Kamerbrief weten dat een onafhankelijke studiegroep onderzoek gaat doen naar de mogelijkheden van burgerpanels.

De motie en Kamerbrief volgden op een jaar waarin burgerpanels (ook wel burgerberaden genoemd) konden rekenen op een aanzwellende golf van media-aandacht in Nederland. De OESO publiceerde er een omvangrijk rapport over, de Franse president Macron vroeg 150 gelote burgers om klimaatmaatregelen te formuleren, en burgerbeweging Extinction Rebellion maakte het klimaatburgerberaad tot hoofdthema van haar campagne. Inter­nationaal groeit van links tot rechts het idee dat ‘gewone mensen’ een cruciale rol kunnen spelen bij het oplossen van netelige beleidskwesties.

Van de vele termen die circuleren – burgerpanel, burgerconventie, burgerforum – dekt ‘burgerberaad’ het best de lading, omdat ‘zich samen beraden’ of ‘delibereren’ er het fundament van is. Bij deze manier van besluitvorming komt een groep gelote mensen via overleg tot aanbevelingen voor politici en bestuurders. Voorbeelden uit het buitenland laten zien dat gewone mensen heel goed in staat zijn om haalbare oplossingen te bedenken voor vastgelopen dossiers. Zo wist een burgerberaad in het katholieke Ierland de jarenlange impasse te doorbreken rond abortuswetgeving, en adviseerde een burgerberaad in Zuid-Australië over de opslag van nucleair afval. En dat gaat nog snel ook. Sukkelen westerse regeringen al dertig jaar om adequaat klimaatbeleid te ontwikkelen, in Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zorgden burgerberaden binnen enkele maanden voor pakketten pasklare maatregelen.

In de achttiende eeuw sloop een fundamentele fout in het ontwerp van de democratie

Directe democratie

De burgerberaden passen in een zogeheten deliberatieve democratie. Een bestuursvorm die niet nieuw is, maar wel in vergetelheid lijkt geraakt. Misschien dat mensen daarom regelmatig beweren dat het oude Athene een ‘directe’ democratie kende. In werkelijkheid ging het om een deliberatieve democratie: alle 30.000 vrije mannen van Athene (vrouwen en slaven waren uitgesloten) mochten deelnemen aan de burgervergadering. De circa 5000 mensen die hierop afkwamen, gingen met elkaar in beraad en stemden over de voorstellen die het dagelijks bestuur van Athene aan hen voorlegde. Dat dagelijks bestuur bestond uit 500 gelote mannen, die hooguit twee jaar zitting mochten nemen.

Het doet allemaal sterk denken aan het ideaal van democratie zoals Aristoteles beschreef in zijn Politica: ‘Het grondbeginsel van een democratische staatsinrichting is vrijheid. (…) Een van de kenmerken van vrijheid is dat men om de beurt wordt geregeerd en zelf regeert.’ Om te voorkomen dat macht corrumpeert, moet deze volgens hem niet te lang in dezelfde handen zijn. Geen beroepspolitici dus. Aristoteles stelt daarom een gerouleerde loting voor, zodat de groep zich regelmatig ververste en meer burgers mee konden doen.

Bij democratie denken wij vrijwel onmiddellijk aan verkiezingen. Maar volgens Aristoteles zijn verkiezingen een typisch oligarchisch instrument, die de macht laat klonteren bij een vaste kliek. Dat gebeurde in Sparta, waar ‘een kleine groep beslist over leven en dood en over verbanning, en nog heel wat meer’ van alle inwoners. Bovendien, weten we sindsdien, werken verkiezingen corruptie in de hand: bestuurders die willen blijven besturen, schromen niet de waarheid te verdraaien of valse beloftes te doen om kiezers gunstig te stemmen. Toch is dit het model dat westerse landen de afgelopen 200 jaar ontwikkeld hebben. Zelfs in die mate dat verkiezingen synoniem zijn geworden voor democratie. Precies het omgekeerde dus van wat Aristoteles concludeerde.

Democratie verdween na Athene van het wereldtoneel, om pas in de achttiende eeuw herontdekt te worden. Dit was een tekentafelmoment. Toen had een ideale democratie uitgedacht kunnen worden, maar dat gebeurde niet. De founding fathers in Amerika en de revolutionairen in Frankrijk kozen niet voor loting, maar voor verkiezingen. Het leek hun verstandiger om de massa geen macht te geven en slechts de elite te laten stemmen – op ver­tegenwoordigers uit diezelfde elite bovendien. Ruim een eeuw later zouden talloze Amerikanen en Europeanen de straat op gaan om stemrecht te eisen. Maar gek genoeg ging niemand de barricaden op voor loting, wat veel meer democratie zou hebben opge­leverd. Want over welke onderwerpen volksvertegenwoordigers besluiten, hebben ook kiesgerechtigde burgers weinig te zeggen. Het kostte vak­bonden, burgerrechten- en vrouwen­bewegingen vele decennia en bloedvergieten om eerlijke lonen, algemeen kiesrecht en gelijke behandeling op de politieke agenda te krijgen. Hadden zij via loting kans gehad om te besturen, dan hadden ze die trage en gevaarlijke omweg niet hoeven nemen.

Op de vooravond van de zesde ‘Convention Citoyenne pour le Climat’ in Parijs plakken deelnemers aan het kunstproject ‘Inside Out’ van de Franse kunstenaars JR hun foto’s op de muren van de Conseil Économique, Social et Environnemental, die het Franse parlement adviseert over sociale en economische kwesties en het milieu. Beeld: Bertrand Guay /AFP

Geheime agenda

Pas in de jaren zeventig van de twintigste eeuw gingen er stemmen op voor deliberatieve democratie. Jürgen Habermas’ Theorie des Kommunikativen Handelns uit 1981 stelde dat mensen in alle vrijheid over politieke zaken moesten kunnen overleggen, wat alleen mogelijk was als het publieke debat gebaseerd was op ‘communicatief handelen’ en niet op strategisch handelen. De nadruk in het vrije gesprek moet liggen op gelijke kansen van de deelnemers, niet op het over­tuigen van de deelnemers van jouw perspectief. Alle gesprekspartners moeten elkaar tijdens het gesprek als gelijkwaardig beschouwen; opleiding of status doet er niet toe. En iedereen moet waarachtig deelnemen, zonder geheime agenda of gelobby.

Een volledig vrij debat zal altijd een ideaal blijven, maar het deliberatieve proces van de burgerberaden komt er waarschijnlijk het dichtst bij in de buurt. Zo kan een burgerberaad zowel door de politiek als door inwoners zelf geïnitieerd worden, en om beïnvloeding door partijen of lobbygroepen te voorkomen, ligt de uitvoering altijd bij een onafhankelijke non-profitorganisatie. De selectie van deelnemers vindt plaats zoals Aristoteles het graag zag: via gestratificeerde loting, waardoor iedereen evenveel kans heeft op deelname en de bevolking op een eerlijke manier wordt gerepresenteerd. En daarin zit een groot verschil met traditionele inspraakprocessen, waar vaak overwegend oudere, relatief welvarende inwoners aanwezig zijn. Deelnemers ontvangen bovendien een dagvergoeding en compensatie voor kinderopvang, zodat iedereen die ingeloot wordt ook daadwerkelijk mee kan doen.

Niet alleen de selectie van deelnemers is belangrijk, ook de wijze van het beraad. De circa 150 deelnemers krijgen een probleem of vraag voorgelegd, met het verzoek inhoudelijke antwoorden te bedenken. Het gaat dus niet om een kant-en-klaar plan waar hooguit bezwaar tegen gemaakt kan worden, maar om een vraag zoals Macron aan het Franse burgerberaad stelde: ‘Welke sociaal rechtvaardige maatregelen moet Frankrijk nemen om de uitstoot van broeikasgassen voor 2030 te reduceren met 40 procent ten opzichte van 1990?’

In een beraad moeten de deelnemers in drie fasen tot antwoorden komen: leren, delibereren en concluderen. Eerst krijgen ze begrijpelijke informatie over het onderwerp van experts, ervaringsdeskundigen en belanghebbenden. Om zeker te zijn dat alle perspectieven aan bod komen, kunnen deelnemers ook zelf experts uitnodigen of informatie opvragen.

Vervolgens delibereren ze in kleinere groepen over verschillende aspecten van de vraag. Een onafhankelijke gespreksleider zorgt ervoor dat iedereen in gelijke mate aan het woord komt, of het nou de buschauffeur, de professor of de toevallig ingelote gemeenteambtenaar is. De inzet van deze fase is niet elkaar te overtuigen van de beste oplossing, maar de uitwisseling van de verschillende perspectieven op oplossingen, met als doel aanbevelingen die niet het individuele, maar het algemeen belang dienen. In de besluit­fase komen alle deelnemers ten slotte weer samen om te stemmen over alle aanbevelingen. Per aanbeveling worden eventuele individuele bezwaren aangetekend, zodat bestuurders een helder beeld krijgen van de consensus over voorgestelde maatregelen.

Verkiezingen zijn een oligarchisch instrument en werken corruptie in de hand

Slimme democratie

Sinds het Brexit-referendum en de verkiezing van Trump dienen Aristoteles en Habermas vaak als basis van publicaties over de staat van de democratie en de oplossingen van deliberatieve democratie. Een mooi voorbeeld is Open Democracy. Reinventing Popular Rule for the Twenty-First Century (2020), van de Frans-Amerikaanse politicoloog Hélène Landemore, hoogleraar aan Yale. Volgens haar is er op de tekentafel van de achttiende eeuw een fundamentele fout geslopen in het ontwerp van de democratie. Het resultaat is een democratie waarin de meeste mensen geregeerd worden en zelden of nooit zelf regeren. Westerse democratieën illustreren volgens Landemore perfect hoe verkiezingen ervoor zorgen dat de macht zich concentreert bij een kleine, homogene groep. ‘Het gevolg is dat de wetgevende macht in de meeste democratieën ligt bij mensen die blinde vlekken hebben voor de problemen van jongeren, mensen met een laag inkomen, minderheden van kleur en degenen die de nadelen ondervinden van neoliberaal economisch beleid.’

Verkiezingsdemocratieën geven macht aan een selecte groep die de samenleving allerminst weerspiegelt. Zo ligt de wetgevende macht in Nederland bij mensen die bovengemiddeld hoog opgeleid zijn: voor 70 procent mannen, voor 17 procent juristen (0,83 procent in de samenleving) en voor nog geen 10 procent mensen met een migratieachtergrond (terwijl die groep in werkelijkheid een kwart van de samenleving uitmaakt).

Om enig zicht te krijgen op hoe een besluit zal vallen in de samenleving is de huidige wetgevende macht aangewezen op enquêtes, peilingen en sociale media. In het beste geval leidt dat tot suboptimaal beleid, in het slechtste tot politieke keuzes die volkomen vervreemd zijn van de samenleving. Beide voeden de groeiende overtuiging van de burger dat politici niet in staat zijn grote problemen het hoofd te bieden. Dat zorgt voor wantrouwen en maatschappelijke onrust, en zet de deur open voor antidemocratische oplossingen. En zo ondermijnt de democratie zichzelf.

Landemore haalt ook Aristoteles aan voor een ander argument voor deliberatieve democratie: verschillende hoofden weten meer dan één. Als problemen complex zijn en tijden onzeker, zetten we het liefst de slimste mensen bij elkaar om oplossingen te bedenken. Dat lijkt misschien logisch, maar aan de hand van onder andere het sociologisch onderzoek van Lu Hong en Scott Page laat Landemore zien dat de beste oplossingen niet bedacht worden door een homogene groep slimmeriken, maar met een bont gezelschap. Kennisdiversiteit blijkt belangrijker dan expertise. De verklaring is simpel: hoe meer verschillende mensen meedenken over een oplossing, hoe meer perspectieven op tafel komen en hoe kleiner de kans op blinde vlekken. Deliberatieve democratie maakt ons als samenleving dus slimmer, schrijft Landemore.

Het boek van Landemore is interessant voor de studiegroep die Nederlandse politici gaat informeren over burgerberaden en deliberatieve democratie. Die groep zal vast niet adviseren om de Nederlandse democratie opnieuw te ontwerpen, maar hun rapport benadrukt hopelijk wel dat burgerberaden onze democratie democratischer maken. Niet macht, geld en diploma’s maken het verschil. Niet de intellectuele elite, niet degenen met de zwaarste tractoren, de rijkste bedrijven of de grootste monden hebben het laatste woord. Iedereen heeft evenveel stem.

Eva Rovers
Eva Rovers is cultuurhistoricus en gevierd biograaf. De laatste jaren schreef ze onder meer het filosofische pamflet Ik kom in opstand, dus wij zijn, gevolgd door Practivisme. Een handboek voor heimelijke rebellen. In 2020 maakte ze samen met Extinction Rebellion Nederland het boek Nu het nog kan. Ze is medeoprichter van Bureau Burgerberaad en zet zich in voor een klimaatburgerberaad in Nederland.

Daan Roovers
Daan Roovers is filosoof en Denker des Vaderlands en voormalig hoofdredacteur van Filosofie Magazine. In het interviewboek Wij zijn de politiek pleit ze voor groot onderhoud aan het democratisch systeem en een breder begrip van vrijheid en verantwoordelijkheid.

Beeld AFP