Home De beveiligingsfirma van Bush & co

De beveiligingsfirma van Bush & co

Door Sebastien Valkenberg op 19 maart 2013

01-2004 Filosofie magazine Lees het magazine
Het zou de Amerikaanse neoconservatieven te doen zijn om de wereldwijde verspreiding van democratie en vrijheid. Maar de werkelijkheid is veel cynischer: Amerika is niet meer dan een firma, uit op eigen gewin en veiligheid. De ontmaskering van een morele cover up.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Om de moraal op te vijzelen, bezocht Tony Blair op nieuwjaarsdag de Britse troepen in Basra. Blair prees de moed van de mannen en vrouwen. Het was een bevlogen speech, maar die kon een wrange nasmaak niet wegspoelen. Immers: de vondst van massavernietigingswapens blijft uit, terwijl dat toch ooit de legitimatie was voor de oorlog. Maar Blair toont zich in woord een volgeling van de neoconservatieven in Washington: deze oorlog ging allang niet meer om wapens of schendingen van internationale resoluties, maar om vestiging van democratie en bevrijding van het Iraakse volk. En niet alleen van het Iraakse volk: de invasie in Irak was voor de ‘neocons’ een opmaat naar een grand design van het Midden-Oosten, en zelfs van de gehele wereld. Blair hield de Britse soldaten zelfs voor dat de oorlog in Irak ooit zal worden herinnerd als ‘één van die beslissende momenten in de geschiedenis’. Hoe kan een oorlog, die ooit om de min of meer pragmatische reden was begonnen, uitgroeien tot een historische strijd tussen goed en kwaad? Er zijn twee mogelijke antwoorden: óf het was om te beginnen al nooit om de massavernietigingswapens te doen, maar om andere redenen als democratie en vrijheid. Of – en dat is igenlijk aan de hand – er is sprake van een morele cover up om een cynisch motief te maskeren. Dat motief is het garanderen van de nationale veiligheid, desnoods ten koste van de internationale gemeenschap – wat al reeds is gebleken.De ideologische wortels van de Amerikaanse neocons zijn de afgelopen maanden al vaak opgegraven in de media. De naam die regelmatig valt is die van Leo Strauss, de Duitse conservatieve denker die grote invloed heeft gehad op Allan Bloom – op zijn beurt weer de leermeester van onderminister van Defensie en die hard neocon Paul Wolfowitz. Doorgaans zijn de artikelen zeer kritisch: de regering in Washington lijdt aan morele verblinding. De Verenigde Staten zien door de evangelische zendingsdrang niet meer in dat ze in feite een zeer agressieve, imperialistische lijn volgen die hen steeds verder van de wereldgemeenschap verwijdert.
Maar de vraag is of een dergelijke kritiek niet lijdt aan het zelfde euvel van blindstaarderij – in dit geval op het demonische gevaar van de neoconservatieve dromerijen. Want het neoconservatisme zou wel eens het morele sausje kunnen zijn van de regering-Bush – een façade waarachter niets meer dan cynische machtspolitiek schuilgaat.

Libertarians

Zijn er andere ideologische wortels dan het neoconservatisme? Eén constante in de Republikeinse Partij is de invloed van de libertarians, de anti-overheids- en anti-belastingactivisten. Op zich merkwaardig, omdat er geen grotere tegenstelling denkbaar is dan die tussen conservatieven en libertarians. Libertarians leggen namelijk veel meer de nadruk op de rechten van het individu ten opzichte van de staat, zien de vrije markt als spontane ordening van een samenleving en hebben een broertje dood aan iedere vorm van opgelegd moraal. Het is dan ook begrijpelijk dat uit het kamp van de libertarians zware kritiek kwam op de oorlog in Irak – waar immers zouden de Verenigde Staten het morele recht vandaan halen om waarden door middel van geweld in een ander land af te dwingen?Maar is het werkelijk waar dat deze oorlog niet strookt met het gezichtspunt van de libertarians? Het is verhelderend om de buitenlandpolitiek van de Verenigde Staten niet alleen te vergelijken met neoconservatieve voorvaderen als Leo Strauss en Allan Bloom, maar met het hoofdwerk van een libertarian bij uitstek: de twee jaar geleden overleden Robert Nozick. Nozick werd in 1974 in één klap beroemd met Anarchy, State and Utopia. Het libertarianism van Nozick laat zich het beste begrijpen als een hyperliberalisme die bijna raakt aan anarchisme. Er gaat niets boven het individu, zouden we de strekking van zijn boek kunnen samenvatten. Optreden van de staat komt in de praktijk al gauw neer op paternalistische agressie.

Geen wonder dat de staat van Nozick nauwelijks lijkt op de verzorgingsstaat zoals wij die kennen. Voor hem is de staat een soort reusachtige beveiligingsdienst, een nachtwakerstaat in de meest letterlijk zin van het woord. En niet meer.

Ter rechtvaardiging van deze minimale staat geeft Nozick zijn gefingeerde genealogie van de staat. In de natuurtoestand bezit en bebouwt iedereen zijn eigen lapje grond. Maar er zijn voortdurend kapers op de kust die het leeg willen roven. Er zijn twee mogelijkheden om dit te voorkomen. Of je gaat zelf op wacht staan of je besteedt dit uit aan een ander. Het is natuurlijk veel verstandiger de bescherming aan een specialist over te laten. Je sluit met hem een contract af en hebt er verder geen omkijken naar. Zo ontstaat er een vrije markt waar bescherming een product is dat verhandeld wordt – net als een brood, een koelkast of een auto – en gelegenheidcoalities. Ontevreden over de service? Dan ga je gewoon naar een ander. Zoals je ook naar een andere bakker gaat wanneer deze slecht brood levert. Sommige specialisten vergaren zo’n grote klantenkring dat zij mensen in dienst moeten nemen: er ontstaan beschermingsfirma’s (‘mutual protection associations’). Helemaal volgens de wetten van de vrije markt treedt monopolievorming op. Uiteindelijk blijft er slechts één reuzefirma over: de ‘dominant protective association’.

Neocons zullen niet snel toegeven dat de Verenigde Staten slechts een ‘dominant protective association’ zijn, in plaats van de morele leider van de wereld. Maar – als we Nozicks filosofie vertalen naar de wereld – zijn de Verenigde Staten dan niet meer dan de grootste firma? Vaak zijn zij voorgesteld als de politieagent van onze wereld. Met Nozicks politieke filosofie in het achterhoofd blijkt dat we deze typering helemaal niet metaforisch hoeven op te vatten. We begrijpen het wereldbeeld van Bush het best als we haar zo letterlijk mogelijk nemen. De neocons voelen zich onbegrepen door de Irakezen. Maar de ironie wil dat de Irakezen de Amerikanen juist zien zoals zij in wezen zijn: politieman of, om het in het jargon van Nozick te blijven: firma.

Nu kan je nog zeggen: ‘so what?’. Onbegrepen of niet, de neocons hebben voor elkaar gekregen dat Amerikaanse troepen het Iraakse volk heeft bevrijd van een verschrikkelijke dictator, en dat er in ieder geval een kans is dat het land zich zal ontwikkelen tot een democratie.

 

Condoleezza Rice

Maar we moeten beseffen waar het een firma om draait: het beschermen van de veiligheid van zichzelf en zijn klanten. Zo zijn de Verenigde Staten – als de grootste beveiligingfirma ter wereld – vooral uit op het beveiligen van eigen belangen. Door uit te gaan van nationale veiligheid als leidend beginsel vertroebelt het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse politiek. Buitenlandse politiek is de voortzetting van binnenlandse politiek met andere middelen. Veelzeggend in dit verband is het optreden van nationale veiligheidsadviseur Condoleezza Rice. Ondanks dat ze niet eens deel uit maakt van Bush’ regering, schuift zij alle keren aan wanneer er overleg wordt gevoerd over het beleid ten aanzien van rogue states – of het nu Afghanistan of Irak betreft. Zij heeft de wereld minstens zo vaak gewaarschuwd voor het gevaar Al Qa’ida en Saddam als de minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell.In naam van de nationale veiligheid kondigde Bush meteen bij zijn aantreden aan dat hij het star wars-project van Reagan nieuw leven in zou blazen. Met behulp van een netwerk aan raketinstallaties – die zich uitstrekken tot in Europa! – moet een eventuele raketaanval op de Verenigde Staten tijdig afgeweerd kunnen worden. De Verenigde Staten als een immense gated community, dat moet Bush voor ogen hebben gestaan. Een gated community is een wijk in de Amerikaanse suburbs met hoge muren eromheen, een slagboom bij de ingang en een eigen veiligheidsdienst waarin de rijke Amerikaan zich terugtrekt – ver weg van de boze buitenwereld. De militaire missie in Afghanistan en de pre-emptive strike op Irak zijn slechts een schaalvergroting van het star wars-project, zoals dit op zijn beurt weer een schaalvergroting is van de gated community. Zo worden de in eerste instantie hoogdravende ideeën als democratie, vrijheid en kapitalisme ingezet als de ideële tegenhangers van de bommen waarmee de Taliban en Saddam Hoessein zijn verdreven. Maar zowel de ideeënoorlog als de militaire oorlog staan in dienst van de nationale veiligheid. Beide oorlogen worden gevoerd vanuit de logica dat de beste verdediging de aanval is.

Immanuel Kant schreef het al in 1795 in zijn traktaat Zum ewigen Frieden: een supermacht meent dat het raadzaam is zich helemaal niet in te laten met internationale verdragen. Achter het optreden van de Verenigde Staten schuilt niet de morele motivatie deze wereld tot een betere plek te maken, al gelooft Wolfowitz daar zelf nog zo heilig in. Er is eerder een gebrek aan ideologie: slechts de nationale veiligheid telt.
Vlak na 11 september lieten de NAVO-lidstaten hun lotsverbondenheid met de Verenigde Staten blijken, door artikel 5 van kracht te verklaren. Dit was de politieke vertaling van het statement van de Franse krant Le Monde een dag na de aanslagen: ‘Wij zijn allen Amerikanen’. Met de Verenigde Staten waren alle NAVO-lidstaten aangevallen, was de strekking. De Verenigde Staten negeerden dit gebaar en betrokken de NAVO niet in hun missie enduring freedom in Afghanistan. En toen de door de Verenigde Staten ingediende resolutie weggestemd dreigde te worden, besloten ze tot een militaire Alleingang in Irak. Groot-Brittannië, Australië, Spanje schaarden zich achter de VS, en Nederland een beetje. Tezamen vormen zij de coalition of the willing – precies zoals Nozick beschrijft – die weer uiteenvalt zodra de klus in Irak geklaard is.


De gevolgen voor de internationale veiligheid en stabiliteit zijn funest. In een wereld van firma’s telt uitsluitend het gewin. Binnen de coalities bestaan dan ook geraffineerde betalingssystemen. Omdat de beloningen hoog zijn, is het zaak ervoor te zorgen dat je deel uitmaakt van de cliëntèle van firma nummer één. Wie zich bereidwillig opstelt en de Verenigde Staten steunt, wordt beloond met een eervol bezoek op het Witte Huis of Bush’ ranch in Texas. Maar dat laatste is alleen weggelegd voor hele trouwe bondgenoten. Nederland hield aan zijn steun zelfs een secretaris-generaal van de NAVO over. Omgekeerd geldt dat wie zich niet aansluit bij de coalitie, wordt beschouwd als een afvallige. En die kan rekenen op sancties. Zo sprak Bush onomwonden in de richting van Frankrijk nadat dit land had gedreigd met een veto. Dat hij hiermee geen blufpoker heeft gespeeld bleek onlangs. In december gaf het Pentagon een lijst vrij met daarop 63 landen die mogen meedingen naar contracten voor de wederopbouw van Irak, waaronder Nederland. De landen die de oorlog tegen de Verenigde Staten niet steunden en opstonden tegen de grootste firma ontbreken op die lijst, waaronder Frankrijk

Paranoia

Zo lang de Verenigde Staten deze eendimensionale politiek volhouden, zal de kloof tussen het land en de rest van de wereld in stand blijven. En juist dat maakt het streven naar absolute veiligheid tot een illusie die paranoïde vormen kan aannemen. Vóór 11 september meende het land veilig te zijn door zich af te sluiten van de wereld. Nu dat niet voldoende bleek, heeft het in plaats van dialoog met de rest van de wereld – bijvoorbeeld via de Verenigde Naties – gekozen om die wereld tot binnenlandpolitiek te bestempelen. Vervolgens begrijpt het niet waarom het maar niet wordt begrepen: het heeft immers toch het beste voor met de wereld? Zo blijft de buitenwereld een ongure plek, waar potentiële vijanden voortdurend nieuwe aanslagen voorbereiden op het homeland. Een paranoia die nog eens wordt gevoed doordat de Amerikaanse overheid van tijd tot tijd het risiconiveau van terroristische aanslagen verhoogt van ‘yellow’ naar ‘orange’. Een oplossing zou zijn als de Verenigde Staten het cynische van hun eigen politiek van gelegenheidscoalities zouden inzien. In plaats daarvan kiezen de leiders voor een morele cover up, waar Nozick als rechtgeaarde libertarian van zou walgen. Zou je met Nozick kunnen zeggen dat landen hooguit slechts concurrenten kunnen zijn op de mondiale vrije markt, nu dreigt dat ieder land in potentie een vijand kan worden van Amerikaanse waarden. Dat is ridicuul als het gaat om het aannemen van een wet die een invasie in Den Haag mogelijk maakt. Het is vervelend als een land wordt ‘gestraft’ en wordt buitengesloten van de wederopbouw van Irak – zoals Frankrijk. Maar het is ronduit gevaarlijk als hele landen worden beschouwd als rogue states, zoals Iran – terwijl er botweg voorbij wordt gegaan aan democratische krachten en hervormingen.