In een van mijn eerste tangolessen leerde ik dat er in de Argentijnse tango geen wedstrijden worden gehouden, omdat competitie indruist tegen de geest van de tango. Dans is kunst, geen sport.
Ik had het idee dat ik de gedachte erachter wel snapte, maar logisch kon ik er geen chocola van maken. Ik was op les om tango te leren. Wie leert, wordt als het goed is steeds beter. En wanneer je beter wordt in iets, kun je ook beter worden dan een ander. Meer is er voor een wedstrijdje niet nodig, zou je zeggen.
Ik heb er niet lang bij stilgestaan en mijn danspartners er zeker niet mee lastiggevallen (dansen en denken verhouden zich tot elkaar als de grap en zijn uitleg), maar toen ik veel later bij Theodor Adorno (1903-1969) las dat niets de filosoof meer misstaat, dan ‘bij het argumenteren, gelijk te willen krijgen’, kon ik wel dansen van plezier. ‘Het gelijk willen krijgen zelf, tot in de subtielste logische denkvormen aan toe, is een uitdrukking van de geest van het zelfbehoud – en het is juist die geest die de filosofie koste wat kost wil ondermijnen.’ Filosofie gaat om het denken en niet om het gelijk van de denker.
Even tussendoor …
Meer columns lezen van Coen Simon? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Zoals ik zonder enige jaloezie naar de virtuoze danspassen van de beste tangodansers kijk, zo volg ik ook graag de magistrale denkstappen van de allergrootste denkers.
Wie met deze houding de dansvloer van de geschiedenis van de filosofie betreedt, komt in aanraking met de mooiste gedachten. Gedachten die je zelf niet had kunnen bedenken, maar die je dankzij het meesterlijke denkwerk van de beste denkers ooit nu eenvoudig met dezelfde inspiratie meedenkt.

