Home 4 vragen aan… Martin Appelo

4 vragen aan… Martin Appelo

Door Frank Meester op 22 april 2016

4 vragen aan… Martin Appelo
Cover van 05-2016
05-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Of ik door mijn werk een zwart mensbeeld heb?’ vraagt Martin Appelo, therapeut bij onder meer het psycho-oncologisch centrum Het Behouden Huys in Haren. ‘Misschien. Maar wellicht is het andersom. Vanwege mijn zwarte mensbeeld werk ik graag met mensen die op het randje balanceren.’
 

Wat kan ik weten?

‘Er is maar één ding zeker, en dat is dat alles onzeker is. “Alles stroomt”, panta rhei, zou Heraclitus hebben gezegd. Het domme is dat veel mensen, hoewel er niets te verwachten is, toch verwachtingen hebben. En precies uit die verwachtingen komt het lijden voort. Menigeen stelt zich heel wat van het leven voor. Dat ze ertoe doen bijvoorbeeld, of dat ze gezond zullen blijven, dat ze regie en controle hebben, of zelfs dat ze het middelpunt van het universum zijn, en ga zo maar door. Op het moment dat je daarop gaat rekenen, loop je in de val. Want het zijn allemaal illusies. En dan ontstaat dus lijden.

Er zijn vier vormen van lijden. De eerste noem ik essentieel lijden: mensen gaan ergens voor – of dat nu de heilige graal is of een sportprestatie, dat maakt niet uit. En onderweg daarnaartoe merken ze dat het niet lukt. Dat kan door een blessure komen, of door het inzicht dat wat ze willen bereiken gewoon te hoog gegrepen is.

Dan is er positief verzadigd lijden. Deze vorm van lijden zie je veel bij mensen die doordrongen zijn van welvaart, zoals een groot deel van de huidige jeugd. Die doet niets, want alles komt goed. “Of ik nu wel of niet braaf ben, ik krijg die spelcomputer toch wel van Sinterklaas.” En dat gaat veel verder: “Ook al rook ik me te barsten en krijg ik kanker, ik word toch wel bestraald.” Veel mensen zijn te lui om voor de duvel te dansen en houden energie over. Die slaat naar binnen en dan krijgen ze klachten. Die lethargische houding hoeft niet per se tot lijden te leiden. Je kunt ook berusten in passiviteit. Toch bestaat er een bijzonder grote kans dat je je overbodig gaat voelen, en daar kun je vreselijk depressief van worden.

Een veel ergere vorm van lijden is negatief verzadigd lijden. Deze zie je bij mensen die zo lang aan intensieve prikkeling zijn blootgesteld – structureel seksueel misbruik, of marteling – dat ze verwachten dat het nooit meer ophoudt. Ze hebben zich voor alles afgesloten.

Ten slotte is er existentieel lijden. Dan verwacht je dat echt alles dreigt mis te gaan. Alles.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wat moet ik doen?

‘De beste manier om lijden te voorkomen of te verzachten, is je verwachtingen bijstellen. Inzien dat heel veel van je uitgangspunten illusoir zijn. Een meer bescheiden houding aannemen ten opzichte van het leven, jouw rol daarin en jouw invloed daarop. Als het lijden je dan toch treft, kun je je daar maar beter niet tegen verzetten. Je kunt dat lijden beter omarmen. Lijden hoort bij het leven. Streven naar geluk is achterhaald. Dat is iets voor mensen die niet begrijpen dat het leven dialectisch verloopt. De dingen krijgen betekenis bij de gratie van hun tegendeel. Geluk kan alleen bestaan als je het afzet tegen lijden. Als je bij muizen langdurig de nucleus accumbens stimuleert, het hersendeel waardoor ze gelukkig worden, gaan ze dood. Ze vergeten dan van puur geluk om te eten en te drinken. Levende wezens zorgen niet meer voor zichzelf als ze niet het gevoel hebben dat hun geluk afneemt. Dat zie je ook bij heroïnegebruikers.

Als je zelf niet lijdt, maar mensen om je heen hebt die lijden, dan kun je het best vragen of je iets voor ze kunt doen. Ik merk wel vaak dat mensen die hulp niet durven vragen of niet willen ontvangen.’
 

Wat mag ik hopen?

‘Je mag niets hopen. Hoop trekt je weg uit het hier en nu. Hoop is meer iets voor gefrustreerde mensen die in de toekomst turen omdat ze het hier en nu niet optimaal benutten. Als je in het concentratiekamp zit en je hoopt de hele tijd dat je vrijkomt, dan lijd je psychisch meer schade dan wanneer je er op dit moment het beste van probeert te maken. Hoop is altijd gericht op de toekomst. En dat vreet energie. Stel, je kiest ervoor om vader te zijn. Dan moet je nu daarvoor je verantwoordelijkheid nemen. Je zegt dus niet: morgen zal ik dit of dat doen – nee, vandaag geef je dat vaderschap vorm.

Goed, als je dan toch ergens op mag hopen, dan is het dat wanneer het lijden zijn intrede doet in je leven, je niet met iemand opgezadeld zit die te veel aan je kop zeurt en zegt dat het wel meevalt. Want het valt niet mee!’
 

Wat is de mens?

‘Een evolutionair gedrocht dat al roepend dat hij de kroon op de schepping is zichzelf en anderen te gronde richt. Het enige wat je kunt doen is elkaars hand vasthouden; met elkaar een web van verbondenheid weven boven de afgrond van ons bestaan. Of ik door mijn werk een wat zwart mensbeeld heb? Dat zou kunnen, maar misschien is het ook wel andersom: vanwege mijn zwarte mensbeeld werk ik graag met mensen die op het randje balanceren. Ik was laatst in gesprek met een jonge, vrolijke en levenslustige dieetpsycholoog. Zij gaat er helemaal voor en gelooft echt in verandering en het duurzaam halen van doelen. In mijn ogen lijdt zij vooral onder de gevolgen van een positief mensbeeld.’