Home 4 vragen aan… Laura van Dolron

4 vragen aan… Laura van Dolron

Door Frank Meester op 28 maart 2012

Cover van 04-2012
04-2012 Filosofie magazine Lees het magazine

Stand-up philosopher Laura van Dolron trok volle zalen met de voorstelling Sartre zegt sorry. Op 13 april staat ze op de Filosofie Nacht in Felix Meritis.

Wat kan ik weten?

‘Weten vind ik niet zo belangrijk. Ik ben niet geïnteresseerd in nieuws en feiten. Ik heb ook niet de indruk dat ik steeds meer weet. Als ik mijn oude dagboeken lees, dan kom ik dingen tegen die ik vandaag ook weer ontdek. In boeken onderstreep ik zinnen waarvan ik denk: ‘dat is een belangrijk inzicht’ en dan kom ik er achter dat ik die tien jaar geleden al een keer onderstreept heb. Nieuwe inzichten leiden altijd weer tot nieuwe vragen. Je kunt dingen daarom nooit wezenlijk kennen. Zodra je denkt dat je iets weet, verandert dat weer, al was het alleen maar door het feit dat je denkt dat je het weet. Als iemand een bekentenis doet bijvoorbeeld, dan denk je hem beter te kennen, maar eigenlijk weet je alleen maar minder van hem, want je moet hem nu weer helemaal opnieuw leren kennen vanuit de bekentenis die hij zojuist deed. Wat ik misschien wel beter weet, is hoe weten en kennen werken. Dat maakt dat ik er meer ontspannen mee om ga.’

Wat moet ik doen?

‘Ik heb de ambitie om een soort areligieuze pastoor te zijn, het geweten van Nederland. Maar dan niet zoals Freek de Jonge: steeds hetzelfde verhaal, alleen met wat meer rimpels. Ik wil meer werken vanuit het principe van these-antithese. Zo heb ik een voorstelling gemaakt over spiritualiteit voor mensen die een hekel hebben aan spiritualiteit. Ik laat daarin zien dat spiritualiteit niet zweverig is, maar juist concreet. Alleen wordt dat weer snel erg anti-intellectueel. Als je veertig voorstellingen doet, dan kom je daar langzamerhand achter en word je een beetje kriegel van je eigen verhaal. Mijn volgende voorstelling gaat daar dan weer tegenin. Toch maak ik geen theater over theatermaken. Ik reageer op de wereld. Er is iets wat ik mis in die wereld en dan probeer ik een ruimte te creëren waar dat wel is. Ik maak daar letterlijk een plek voor op het podium. Zo probeer ik niet een afspiegeling van de wereld te laten zien, maar iets aan de wereld toe te voegen.’

Wat mag ik hopen?

‘Ik hoop natuurlijk dat ik echt iets kan toevoegen. Mijn voorstelling Alleen voor jullie gaat over alleen zijn. Veel mensen om mij heen zijn alleen. Dat bevalt ze prima. Een partner is ook niet alles. Eerst hadden mensen God nodig voor troost of voor een bevestiging. Nu zoekt men dat bij een partner. De romantische liefde als Messias. Maar dan is er wel een probleem. Want doordat jij erkenning krijgt van iemand die jouw op zijn beurt ook erkenning moet geven, is dat een erkenning van twijfelachtige allure. De erkenning van God was nu juist zo fijn, omdat hij ver boven je staat en niets terug verlangt. Hoewel alleen zijn veel voordelen heeft, kun je nu toch niet zeggen dat je alleen bent en gelukkig. Dat gelooft niemand. Maar ik denk, en ik hoop daar dus aan bij te dragen, dat mijn generatie een taal aan het ontwikkelen is waardoor volgende generaties wel gewoon kunnen zeggen dat ze alleen zijn en gelukkig.’

Wat is de mens?

‘De mens is een talig wezen. Het probleem is alleen dat hij met die taal nooit tot de kern kan doordringen. Het beste wat hij kan doen is dat hij op een metaniveau over taal praat en dus bespreekt dat taal niet in staat is iets volledig te beschrijven. Je moet overigens niet op dat metaniveau blijven hangen. Dat wordt saai. Je moet dat probleem van de taal erkennen en vervolgens toch over iets anders proberen te praten.
Maar je kunt ook zwijgen. Als je zwijgt merk je dat de mens een levend ding is onder de andere levende dingen. Door de taal distantieert hij zich van de wereld en ervaart hij zich als een buitenstaander. Als je lange tijd niet praat merk je dat je een ontvanger wordt. Je reflecteert niet meer op de wereld waardoor die echt bij je binnen kan komen. Dan ervaar je ook de wijsheid van je lichaam en de natuur. Ons lichaam is fantastisch. In het theater, of bij vriendschap en liefde moet ik allerlei dingen doen om er iets voor terug te krijgen, maar mijn lichaam is mij onvoorwaardelijk trouw. Het ademt maar door en probeert zich steeds weer te herstellen als ik het slecht behandel. Mijn lijf is lief.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.