Home 4 vragen aan… Jan Terlouw

4 vragen aan… Jan Terlouw

Door Frank Meester op 07 december 2011

Cover van 10-2011
10-2011 Filosofie magazine Lees het magazine

Door onze hersenen hebben we een hoop ellende kunnen aanrichten, vindt de net 80-jarige schrijver, fysicus en politicus Jan Terlouw. ‘Om al die ellende op te lossen, zullen we ook die hersens moeten gebruiken.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

1. Wat kan ik weten?
‘Laatst maakten wetenschappers metingen bekend waaruit zou blijken dat een minuscuul deeltje sneller gaat dan het licht. Waarschijnlijk is er iets mis met de meting, maar daar gaat het mij niet om. Ik vind het geweldig hoe die wetenschappers hun ontdekking openbaar maakten. Ze zeiden: “Dit hebben we gemeten. Wij snappen het ook niet. Wie heeft er een verklaring?” Zo hoort het. Als er een open discussie is, zonder dat daarbij emoties, belangen, religies, ideologieën of wat dan ook spelen, komen we verder. Mijn nieuwe boek heet: Hoed u voor mensen die iets zeker weten. Daarmee bedoel ik dus niet dat we niets kunnen weten. Juist niet. Het mag misschien wat tegenstrijdig klinken, maar om tot steeds zekerder kennis te komen, moeten we onze zekerheden voortdurend ter discussie durven stellen. Dat gaat op voor wetenschap en in iets beperktere mate ook voor politiek en recht. Door politici die iets zeker weten zijn de wreedste regimes ontstaan. Ik denk aan Stalin en Hitler.’

2. Wat moet ik doen?
‘Niet achteroverleunen. Er is een enkeling nodig om de massa in beweging te brengen. Het is belangrijk dat je daarbij naar je geweten luistert. Ik heb altijd spijt gekregen van de keren dat ik dat niet deed. Bijvoorbeeld toen ik als fractievoorzitter van D66 na de verkiezingen van 1981 heb meegeholpen om het kabinet met daarin Van Agt als premier en Den Uyl als minister van Sociale Zaken tot stand te brengen. Een stemmetje in mij zei: “Jan, doe dit niet.” Hun verhouding was immers slecht nadat Van Agt bij de vorige verkiezingen uiteindelijk met de VVD in zee was gegaan. Maar goed, wij hadden met D66 veel stemmen gewonnen en het leek voor ons een mooie deal. Het werd dus een mislukking.
De huidige politici zouden ook meer hun geweten moeten volgen. Ik kan me niet voorstellen dat de innerlijke stem van de CDA’ers zegt: “Doorgaan met de PVV.” Het kabinet-Rutte zou onmiddellijk gereconstrueerd moeten worden. Nu is het een bizarre situatie. Er is een minderheid die in naam gedoogt, maar in werkelijkheid bijna niets gedoogt, althans niet de belangrijkste dossiers. Als minister Leers iets goeds zegt over immigratie, wordt hij onmiddellijk door Wilders op het matje geroepen. Dit kabinet laat zich ringeloren.
Veel buitenlanders denken dat Wilders in de regering zit. En eigenlijk is dat ook zo. Dat geeft een schadelijk imago. Je zou het zo kunnen veranderen. Rutte moet zijn kabinet aanvullen met de PvdA, en eventueel D66 en GroenLinks. Dat gebeurt niet uit angst voor de PVV. En angst is een slechte raadgever.’

3. Wat mag ik hopen?
‘Het Internationale Energie Agentschap in Parijs kwam onlangs met een alarmerend rapport over de stijging van de temperatuur op aarde. Daarin staat onomwonden dat er radicale maatregelen nodig zijn om een ramp te voorkomen. En eigenlijk staat er ook dat de politici dat niet voor elkaar krijgen. Als de temperatuur inderdaad zes graden stijgt, zoals in het worstcasescenario, dan gaat dat miljoenen mensen en dieren het leven kosten. Waarom doen we niets? De burger heeft er niet zo’n zin in. Wetenschappers zouden beter moeten uitleggen wat er aan de hand is. Het International Panel on Climate Change weet voor 90 procent zeker dat de stijging van de temperatuur het gevolg is van menselijk handelen. Maar de media geven de enkeling die dat niet gelooft net zo’n grote stem. Dan het bedrijfsleven; dat heeft geen belang bij verandering. En de politici, ten slotte, zijn te laf. Terwijl maatregelen niet zo moeilijk zijn. Zeg tegen het bedrijfsleven dat het volgend jaar 5 procent in groene energie moet stoppen en het jaar daarop 15 enzovoort. Het agentschap laat zien dat het technisch en economisch mogelijk is om genoeg energie te leveren voor de groeiende wereldbevolking zonder gebruik te maken van fossiele brandstoffen. Ik hoop dat we onze hersens gaan gebruiken en zo rampen zullen voorkomen, maar ik vermoed dat we eerst rampen zullen krijgen en dan pas onze hersens gaan gebruiken.’

4. Wat is de mens?
‘Onze genen verschillen maar een klein beetje van die van de chimpansee. We zijn agressieve, impulsieve wezens. Alleen als we ons daar bewust van zijn, kunnen we die kwade kant compenseren. Het is gevaarlijk om zulke agressieve beesten als de mens een stel goede hersens te geven. Daarmee kunnen we een hoop ellende aanrichten. En dat hebben we gedaan. Om al die ellende op te lossen, zullen we ook die hersens moeten gebruiken. Dat is de enige manier. Ons denken stelt ons namelijk in staat – en verplicht ons er daarom zelfs toe – om buiten onze kleine belangetjes van het hier en nu te denken en de wereld voor de toekomst beter te maken. Ons denkvermogen heeft ons trouwens ook al veel moois gebracht. Zoals de wet, die de wet van de jungle heeft vervangen. Of de kunst. Wie had ooit kunnen denken dat wij apparaten kunnen maken waaraan we prachtige klanken kunnen ontlokken? Over de mens kun je je eigenlijk alleen maar verwonderen.’

Hoed u voor mensen die iets zeker weten.
Gedachten over politiek, wetenschap en kunst
Jan Terlouw
(Lemniscaat)
250 blz. / € 19,50