Home Wijsheid van de losse pols

Wijsheid van de losse pols

Door Michel Dijkstra en Simone Bassie op 3 februari 2020

Wijsheid van de losse pols
Cover van 02-2020
02-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Een goede schilder bedenkt zijn kunstwerk niet, maar laat het ontstaan, leert filosoof Shitao ons. En daarin ligt een belangrijke levensles besloten.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

In de Ene Penseelstreek liggen de tienduizend wezens besloten. Het schilderij ontvangt de inkt, de inkt ontvangt het penseel, het penseel ontvangt de pols en de pols ontvangt de geest.’ Deze mysterieuze aanwijzing is afkomstig uit Verhandeling over de schilderkunst van de taoïstische kunstenaar en filosoof Shitao. Volgens hem kan de mens zich door de activiteit van het schilderen volledig afstemmen op alles en iedereen. Een proces dat in het taoïsme ook wel ‘het volgen van de Weg (of Tao)’ wordt genoemd.

De van oorsprong Chinese tekst is voor het eerst in het Nederlands toegankelijk dankzij een uitstekende vertaling door sinoloog Jan De Meyer. In zijn even lucide als erudiete toelichting vertelt De Meyer dat Shitao (1642-1707), die eigenlijk Zhu Roji heette, afkomstig was uit de keizerlijke familie. Voordat hij zich op taoïstische schilderkunst richtte, was hij zenboeddhist. Uit deze periode hield hij een fascinatie over voor de ‘lege’ en dus ontvankelijke geest. Met dit begrip wordt uitdrukkelijk geen domheid bedoeld, maar het vermogen om de dingen om je heen te spiegelen zonder vooroordelen.
 

Shitao was gefascineerd door de lege geest

Deze ontvankelijkheid speelt een cruciale rol in Shitao’s methode van de Ene Penseelstreek. Als de mens volkomen open kijkt naar ‘de bergen en het water’ – een Chinese uitdrukking voor het landschap – is hij in staat om zijn pols met maximale souplesse te gebruiken. Dankzij deze vrije pols is het schilderspenseel optimaal in staat om zijn inkt aan het schilderij door te geven. Door de intieme samenwerking van elkaar ontvangende factoren, namelijk schilderij, inkt, penseel en geest, lijkt het kunstwerk zichzelf te creëren. In die zin is er sprake van één beweging of ‘penseelstreek’. Een goed schilderij wordt dan ook niet bedacht, maar ongedwongen uit creativiteit geboren. Deze werkwijze wordt in het taoïsme ook wel wu wei of ‘niet-doen’ genoemd: niet-storend ingrijpen in de natuurlijke gang van zaken. Een schilder doet er goed aan om zijn schilderij niet te veel te ‘plannen’, maar om mee te gaan met het schilderproces zelf.

Shitao verbindt deze artistieke handeling met het functioneren van de natuur: ‘Vergelijk het met de hemel die scheppend werkt en de aarde die voltooiend werkt. Dit is de manier waarop ontvankelijkheid werkt.’ In zijn instructieve toelichting vertelt De Meyer ons dat we de ‘hemel’ als iets materieels dienen te zien: ‘Hemel en aarde zijn twee elkaar aanvullende elementen die samen het stoffelijke universum vormen.’ De ontvankelijk schilderende taoïst verbindt zich met de scheppende en voltooiende taken van de natuur. Tegelijkertijd stemt hij zich ook af op de fundamenteel mysterieuze bron van beide oerkrachten, namelijk de Weg, of Tao. Het resultaat van deze verbinding zijn prachtige vergezichten op mistige bergen en kabbelende rivieren. Deze meesterwerken van Shitao komen tegelijkertijd kalm en krachtig over, zelfs op de kleine reproducties in de Verhandeling.

De Meyer benadrukt dat Shitao ondanks zijn meesterschap altijd bescheiden bleef. Hij was er diep van doordrongen dat hij penseel, inkt en boekrollen van de natuur had gekregen. Op die manier heeft de mens dus niets van zichzelf. ‘Leven is lenen’, en van dit geleende moet hij toegewijd gebruikmaken. Vandaar dat Shitao’s grondhouding uit dankbare eerbied bestaat. De Meyer: ‘Hierin ligt het hele levenswerk besloten: eerbied betonen voor wat je hebt ontvangen en met die gave “transformerend optreden” – met andere woorden, er een persoonlijke creatieve stempel
op drukken.’ Zo ben je op hoogstpersoonlijke wijze één met alles wat jou omringt.

Wie een kwast op papier zet, zo leert Shitao ons, schildert de ‘tienduizend wezens’, inclusief zichzelf. Daarin treft hij dan weer zichzelf aan, en de tienduizend dingen alsmede zichzelf, ad infinitum… Voor deze duizelingwekkende visie op de verbondenheid van alles met alles mogen wij Jan De Meyer dankbaar zijn.

Filosofie Magazine / november 2019
Schilderen als levenskunst, een filosofische lezing van Shitao’s Huayulu
Jan De Meyer (vertaling) | Stuivenberg | 191 blz. | € 24,95