Home Weekendlijstje: 7 filosofen in de gevangenis

Weekendlijstje: 7 filosofen in de gevangenis

Door Nina Tesselaar op 14 september 2018

Weekendlijstje: 7 filosofen in de gevangenis

Bij het woord ‘filosoof’ denk je niet zo gauw aan ‘gevangenis’. Toch hebben meer filosofen in de gevangenis gezeten dan je denkt. In dit weekendlijstje meer over filosofen achter de tralies. 

1. Bertrand Russell (1872-1970)

Bertrand Russell was naast filosoof, essayist en wiskundige ook politiek activist. Hij spendeerde zes maanden in de gevangenis omdat hij, als uitgesproken pacifist, een lezing had gehouden waarin hij zich uitsprak tegen Britse participatie aan de Eerste Wereldoorlog. In zijn autobiografie schreef hij dat hij het helemaal niet zo erg vond om in de gevangenis te zitten: hij hoefde bijvoorbeeld geen moeilijke beslissingen te nemen en had enorm veel tijd om te lezen.
Lees hier over Bertrand Russell op onze filosofenpagina.

2. Bernard Stiegler (1952)

Je zou kunnen zeggen dat Fransman Bernard Stiegler filosoof is geworden dankzij zijn opsluiting. Van 1978 tot 1983 zat hij vast voor een gewapende overval op zijn eigen bankier. Tijdens zijn detentie ontwikkelde hij een interesse voor filosofie en tien jaar later behaalde hij zijn doctoraat over techniekfilosofie. Zijn voornaamste these is dat de mens een gebrekkig wezen is. Daarom hebben we techniek nodig als een prothese om onze gebreken te compenseren. In zijn boek Passer à l’acte (Als Een Vliegende Vis) schrijft hij over zijn ervaringen in de gevangenis.
‘We zijn onszelf kwijtgeraakt’, zegt Stiegler.

3. Henry David Thoreau (1817- 1862)

Henry David Thoreau wilde simpeler leven. Hij bouwde een hut in de natuur en leidde er twee jaar lang een zeer eenvoudig bestaan. In zijn boek Walden schrijft hij over zijn ervaringen en de diepe verbondenheid die hij daar voelde met de natuur. Toen hij echter op een dag het hutje verliet om door het dorp te wandelen, werd hij op straat aangesproken: hij moest zijn belasting nog betalen. Toen hij dat weigerde bracht hij een nacht door in de cel. Naar aanleiding van deze ervaring schreef hij het essay Civil Disobedience. Later werd dit werk een belangrijke inspiratiebron voor beroemde activisten, zoals Martin Luther King en Mahatma Gandhi.

4. Voltaire (1694 – 1778)

In Voltaire’s beroemde werk Candide gebeurt de ene na de andere verschrikkelijke ramp. Voltaire uitte hiermee kritiek op de optimistische filosofie van Leibniz, die stelde dat onze wereld de beste van alle werelden is. Voltaire was een tegendraads persoon en uitte regelmatig kritiek op de autoriteiten en op het Christendom, door middel van proza, poëzie, toneelstukken en wetenschappelijke geschriften. Nadat Voltaire een satirisch vers schreef waarin de toenmalige Regent van Frankrijk incest pleegde met zijn dochter was het voor de regering wel genoeg geweest: hij zat hij elf maanden vast in de Bastille.

5. Tommaso Campanella (1568 – 1639)

Deze renaissancistische filosoof werd tot levenslange opsluiting veroordeeld omdat zijn ideeën in strijd waren met de kerk. Tommaso was erg dapper: hij verdedigde Galileo Galilei’s these dat de aarde om de zon heen draait. Uiteindelijk zat hij zevenentwintig jaar lang vast in verschillende gevangenissen in Napels, Italië, waar hij het meeste van zijn werk heeft geschreven. De Zonnestad, zijn bekendste werk, hoort thuis in het genre van de utopische roman. Je zou het echter ook dystopisch kunnen noemen: in Tommaso’s ideale staat worden vrouwen gezien als algemeen eigendom.

6. Boëthius (480 – 525)

Boëthius was een laat-Romeins filosoof en een belangrijke schakel in de overgang van de antieke filosofie naar de middeleeuwse scholastiek. Hij was consul in het toenmalige rijk van de Ostrogoten, maar de koning verdacht hem ervan samen te spannen met het Byzantijnse rijk. Tijdens zijn opsluiting schreef hij het poëtische en invloedrijke werk Over de vertroosting van de filosofie, in afwachting van zijn executie. Er zijn enorm veel manuscripten van overgebleven. In Over de vertroosting wordt Boëthius getroost door Vrouwe Filosofie, die hem vertelt dat we geluk van binnenuit moeten halen: als het lot tegenzit kan het zo afgelopen zijn met alle roem en rijkdom.

7. Antonio Gramsci (1891- 1937)

Antonio Gramsci was medeoprichter van de Partito Comunista Italiano, de communistische partij van Italië. Omdat Gramsci een tegenstander was van Mussolini’s fascistische regime werd hij in 1926 tot tien jaar cel veroordeeld. In de gevangenis schreef hij zijn Quaderni del Carcere (Gevangenisgeschriften), die hij stiekem naar buiten wist te smokkelen. In deze geschriften ontwikkelde hij zijn theorie van de culturele hegemonie. Volgens deze theorie speelt de klassenstrijd zich niet alleen maar af op economisch vlak, maar bepaalt de heersende klasse ook de cultuur.


Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.