01 Wat kan ik weten?
‘Wat je kunt weten is dat filosofie niet alleen draait om wat je kunt weten. Henry David Thoreau zei terecht: “Vandaag de dag zijn er vooral veel filosofieprofessoren, maar geen filosofen. Ook voor het Japanse zenboeddhisme is kennis hooguit iets wat je op weg kan helpen. Kennis is als een vinger die naar de maan wijst – de maan staat symbool voor verlichting en de vinger voor de theorie. Zodra je de maan ziet, kun je de vinger achterwege laten. De filosofie van nu beperkt zich tot theorievorming. Maar de oudheid laat zien dat filosofie van origine een levenshouding is.’
02 Wat moet ik doen?
‘Niemand kan zeggen wat je moet doen. Een filosofische levenshouding geef je zelf vorm door te oefenen. Lezen, luisteren en schrijven zijn allemaal filosofische oefeningen, maar er is meer: in het oude Griekenland ging je naar het gymnasium om geest en lichaam in harmonie te brengen. Zo’n houding gaat niet over één manier van leven of het vergaren van universele kennis. In zo’n levenshouding verenig je wat je kunt weten met wat je kunt doen. Het gaat om de eeuwige zoektocht naar wijsheid. Zoekt en gij zult niet vinden.’
03 Wat mag ik hopen?
‘We mogen hopen dat we de klassieke filosofie als levenshouding herontdekken. Teksten uit de oudheid worden nu gelezen als interessante wetenswaardigheid, om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag. Schopenhauer schreef treffend: “Universitaire filosofie is slechts schermen voor een spiegel.” Maar dat schermen is nu gereduceerd tot een intellectuele strijd, terwijl de strijd om zelftransformatie om meer vraagt. Filosofie kan daarbij helpen. Zoals Marcus Aurelius zichzelf voorhield: “Je moet niet hopen de staat van Plato te stichten. Wees tevreden als er een beetje vooruitgang is en denk niet dat het iets gerings is om zelfs dat tot stand te brengen.”’
04 Wat is de mens?
‘De mens is leeg – vrij van identiteit, zelf en ik. De mens heeft geen essentie. Het idee achter die leegte is dat de mens voortdurend in ontwikkeling is in relatie met zijn omgeving. In het Westen denken we bij leegte vaak aan afwezigheid, maar je kunt vanuit de oosterse filosofie de mens ook zien als gevuld met leegte: vol-ledig. En niet alleen de mens is leeg, alles om ons heen is dat ook. In die leegte zijn we verbonden. Leegte schept de mogelijkheid tot vorm, wat betekent dat je jezelf steeds opnieuw kunt blijven uitvinden.’