Home Wat doen we met moeder?

Wat doen we met moeder?

Door Anne Havik op 24 maart 2009

03-2009 Filosofie magazine Lees het magazine

Je ouders kunnen niet meer voor zichzelf zorgen. Wat dan? Een gesprek met filosofe Katherine Gardiner over de pijnlijke confrontatie met aftakeling. En over de ontwapenende kwetsbaarheid van vader of moeder.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wat doe je als je merkt dat een van je ouders niet meer voor zichzelf kan zorgen? Grijp je in, of kijk je het zo lang mogelijk aan? Breng je hem of haar naar een tehuis of neem je de zorg zelf op je? Hoewel geen enkel kind op deze vragen zit te wachten, is de kans groot dat je ze ooit zelf zult moeten beantwoorden. Wat doe je dan? En welke gevolgen heeft je keuze voor de relatie met je ouder?

Hoewel de te maken afwegingen natuurlijk per situatie verschillen, (Leeft de andere ouder nog? Woont je vader of moeder ver weg? Heb je een goede band met hem of haar? Is hij of zij nog in staat om op zichzelf te wonen? Heb je een partner, kinderen of een fulltime baan?), hebben ze één ding met elkaar gemeen: het zijn reacties op een dwingende situatie.

Je geeft dan gehoor aan een moreel appèl, legt filosofe Katherine Gardiner uit. Een appèl dat ons, zonder dat we het willen, in beweging brengt, aldus Gardiner, die onlangs is gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar proefschrift Why Care? On Motivation in Care Ethics. Gardiner: ‘Zorgen doe je vaak vóórdat je een rationele beslissing heb genomen. Je kunt wel besluiten om de zorg niet op je te nemen, maar dan moet je een tegenbeweging maken, een reden vinden om het niet te doen.’ In dat opzicht verschilt die reactie volgens Gardiner eigenlijk niet van onze reactie als we een schattig klein katje vinden in de goot: ‘Je voelt dat je het niet voorbij kunt lopen.’

Verantwoordelijkheid
Je voelt dat je het niet voorbij kunt lopen, maar wat gebeurt er als je het opraapt? Dan draag je ineens de verantwoordelijkheid voor iets waar je niet op zat te wachten. Die verantwoordelijkheid wil je misschien liever niet, als je heel eerlijk bent. Niet voor een kat, en al helemaal niet voor het leven van je vader of moeder. Je hebt het al druk genoeg met je eigen leven, je werk, partner en kinderen, en ziet het helemaal niet zitten om alles ineens overhoop te gooien omdat je moeder dementeert. Gaat het trouwens wel echt zo slecht met haar? Ze zag haar theemuts weliswaar voor haar tas aan en ging boodschappen doen zonder geld en huissleutels, maar lag dat niet gewoon aan het slechte licht?

Gardiner: ‘Zodra je je realiseert dat je iets voor je ouders moet doen, voel je een natuurlijke weigering. Dat is gezond. Iemand die onmiddellijk juichend het leven van zijn ouders volledig overneemt, kan zich beter eerst zelf laten nakijken. Aan de ene kant weet je dat jij de aangewezen persoon bent om je ouders te helpen, aan de andere kant wil je helemaal niet zien dat ze jou nodig hebben. Zij hebben altijd voor jou gezorgd, en het is confronterend dat de rollen nu worden omgedraaid.’

Dat laatste maakt de zorg voor een ouder zo anders dan die voor een kind, benadrukt de filosofe. ‘Als je kinderen krijgt, is het vanzelfsprekend dat je voor ze zorgt. Maar weinig ouders plaatsen daar vraagtekens bij. Het omgekeerde is eigenlijk net zo vanzelfsprekend, maar toch proberen we eronderuit te komen. Dat komt, behalve door allerlei praktische factoren, vooral ook doordat de zorg voor een ouder per definitie een aflopende zaak is. Kinderen hebben een toekomst. Eerst zijn ze volledig afhankelijk, maar met de jaren worden ze zelfstandiger, en uiteindelijk kunnen ze op eigen benen staan. Afhankelijke ouders worden alleen maar afhankelijker; de zorg voor hen neemt alleen maar toe. Uiteindelijk gaan ze dood. Dat lijkt geen aantrekkelijk perspectief.’

Wat moet ik doen?
En toch besluit je, nadat je het eerst een tijdje hebt aangekeken, om je over je weigering heen te zetten en te helpen. Waarom? ‘Omdat niets doen simpelweg geen optie is’, vindt Gardiner. ‘Wat voor band je ook met je ouders hebt, helemaal niets doen breekt ieder moreel mens uiteindelijk op.’
Maar dan rijzen de volgende vragen: wat ga je doen, en hoe? Hoe voorkom je dat je eigen leven zwaar te lijden krijgt onder dat besluit? Neem je alle zorg zelf op je? Of zoek je een goed tehuis voor je moeder? Ben je een slecht kind als je voor dat laatste kiest? Is zorg uitbesteden ook een vorm van goede zorg? Niemand, zelfs je vader of moeder niet, kan van je verwachten dat je jezelf voor hem of haar opoffert? Toch?

Dat zijn twee uitersten, vindt Gardiner. ‘Alle zorg uit handen geven en alles zelf doen zijn twee extremen, die in de praktijk vaak allebei niet de beste oplossing zijn. Door de zorg helemaal uit te besteden, krijg je het gevoel dat je zelf tekortschiet. Hoewel dat ook een goede vorm van zorg kan zijn, als je het tehuis tenminste goed uitkiest. Alle zorg zelf op je nemen is een enorm zware last, waar je zelf aan onderdoor kunt gaan. Gelukkig zijn er ook middenwegen. Je kunt bijvoorbeeld een tijdje parttime gaan werken, of je kunt zorgen voor een paar dagen per week thuishulp. Afhankelijk van de leefomstandigheden kies je voor de oplossing die het beste lijkt.’

Toch erkent Gardiner ook dat er genoeg situaties te bedenken zijn waarin geen enkele oplossing goed lijkt. Daarbij moet je als kind wel voor ogen houden dat de oplossingen die je voor je ouders bedenkt in veel gevallen ook niet goed zijn. Niemand vindt het leuk om te merken dat hij oud wordt. Bovendien zijn de ouderen van tegenwoordig veel sterker gehecht aan hun zelfstandigheid dan vorige generaties en zitten sommigen helemaal niet te wachten op iemand die zich met hun leven komt bemoeien. Wat doe je dan? Wat doe je bijvoorbeeld als je hulpbehoevende vader denkt dat hij helemaal geen hulp nodig heeft, en die zelfs weigert? Als hij blijft autorijden terwijl hij een gevaar op de weg is voor zichzelf en anderen? Of als je moeder steeds vaker per ongeluk het gas aan laat staan, maar boos wordt als je haar aanspreekt op haar vergeetachtigheid? Stuur je haar met een smoesje naar de dokter? Verstop je stiekem de autosleutels van je vader? Hoezeer je ook het beste met je ouders voor hebt, geen van de oplossingen die jij voor ogen hebt, lijkt goed. Als je de wens van je ouders respecteert, lig je zelf nachten wakker. Maar als je smoesjes ophangt om je ouders ergens toe te dwingen, lieg je tegen de mensen van wie je houdt. Gardiner noemt dit het moment ‘waarop Kant niet meer werkt’: het moment waarop je niet meer kunt handelen naar de gulden regel van deze filosoof, die zei dat je anderen altijd zo moet behandelen als je zelf behandeld wilt worden. Op dat moment kun je alleen nog maar naar de resultaten van je handeling kijken en je afvragen welke handeling tot het beste resultaat leidt. ‘Dan plaats je je vader of moeder in een ander kader. Dat is pijnlijk, omdat dat het moment is waarop je je ouders verliest. Ze zijn niet meer je meerderen, noch je gelijken, maar worden je kind. Net zoals bij een kind, eigen jij je hun realiteit toe. Je neemt hun verantwoordelijkheden over. Je geeft de autosleutels niet, omdat je weet dat je vader zijn rijgedrag zelf niet meer goed kan inschatten. Maar je doet het omdat je het beste met hem voorhebt.’

Door die houding kun je echte beslissingen een tijdje uitstellen. Hoe pijnlijk ook, soms zijn ze nuttig, omdat het besef dat vader zijn auto weg moet doen, of moeder misschien toch naar een verzorgingstehuis moet, zo langzamer kan doordringen bij de ouders zelf. ‘Leuk wordt het hoe dan ook niet. Maar het kan ze uiteindelijk wel laten inzien dat ze hulp nodig hebben. Tot die tijd kan het minder kwaad om hen af en toe tegen zichzelf te beschermen en uit te leggen waarom je hebt gelogen als ze erachter komen dan ze gewoon hun gang te laten gaan.’

Hoe zwaar en pijnlijk het af en toe ook kan zijn om de zorg voor je ouders op je te nemen, het levert ons, meent Gardiner, uiteindelijk veel op. ‘Als de ouder en het kind hebben geaccepteerd dat de ouderdom met gebreken komt, krijgen ze de kans om hun relatie in een ander licht te zien. Ook al is het confronterend om je ouders te zien aftakelen en te zorgen voor iemand die altijd voor jou heeft gezorgd, toch is het ook mooi om een kwetsbare kant te zien van die personen, die je misschien nooit eerder zag. De rollen worden omgedraaid: de ouder wordt het kind en het kind wordt de ouder. In die relatie delen ze dingen met elkaar die ze nooit hebben gedeeld. En als alles uiteindelijk is afgelopen, kijken de meeste kinderen alleen maar met grote tevredenheid op die tijd terug.’