De dood is het eigenlijke doel van het leven, gelooft de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer.
‘Volgens Schopenhauer is de mens in essentie een wil: een blinde, doelloze drang tot voortbestaan. Voor deze met rede begiftigde mens heeft de levensdrang echter een keerzijde: de doodsangst. Geboorte en dood behoren gelijkelijk tot het leven. Het zijn keerzijden van een enkele medaille.’
Filosofie kan ons helpen om met de naderende dood om te gaan.
‘Tegelijk met de rede kreeg de mens noodzakelijkerwijs ook de verschrikkelijke zekerheid van de dood. Daar staat tegenover dat de rede in zijn filosofische of religieuze reflectie troost kan bieden. Alle religies en alle filosofische systemen zijn hoofdzakelijk een tegengif tegen de zekerheid van de dood. Zonder de dood zou er zelfs nauwelijks gefilosofeerd worden, volgens Schopenhauer.’