Sinds een paar jaar is het slaperige dorpje Wanaka, Nieuw-Zeeland, ingrijpend van aanzien veranderd. Steeds meer miljardairs uit Azië en Silicon Valley bouwen er een bolthole: een luxe schuilplaats, compleet met voedselreserves en generatoren. Het doet denken aan een hedendaags Ararat, waar de Bijbelse figuur Noach na de zondvloed neerstreek.
Terwijl angstige superrijken zich voorbereiden op een doemscenario, is ook voor nuchtere Hollanders het ongemak voelbaar. In een onzekere wereld vol klimaatverandering, terrorisme en vluchtelingenstromen wordt het steeds moeilijker het naoorlogs optimisme vast te houden dat onze kinderen het beter zullen krijgen dan wij. Is onze generatie de laatste die het zo goed heeft?
‘De mensen in de rijke wereld willen maar één ding: dat het heden nooit eindigt’, schrijft Philipp Blom in zijn indrukwekkende boek Wat op het spel staat. Dat gaat gepaard met politici zonder visie, een verlangen naar het bouwen van muren en een ongekende bloei van musea, waar we ons verlustigen aan het verleden.
In dit nummer van Filosofie Magazine onderzoeken we wat er toch aan de hand is met de toekomst. We laten zien wat de grote problemen zijn, maar gaan vooral op zoek naar nieuwe perspectieven. Sophie van Balen zingt de lof van de verbeelding die kan helpen het negativisme te doorbreken, terwijl Sebastien Valkenberg stelt dat het alarmisme van denkers als Blom het menselijk handelen verlamt. Hij breekt, met een beroep op Immanuel Kant, een lans voor de wetenschap.
De Amsterdamse wetenschapsfilosoof Coyan Tromp ten slotte pakt de handschoen van Valkenberg op door met scenario’s complexe hedendaagse problemen (wicked problems) te lijf te gaan. Zij wil niet versimpelen, maar ook niet moedeloos worden. ‘Ik ben hoopvol tegen wil en dank’, zegt Tromp. Geruststellend is het niet, maar het biedt meer perspectief dan een bunker bouwen in Nieuw-Zeeland.
Dit artikel is exclusief voor abonnees