Dit artikel is exclusief voor abonnees
Niet alleen met deze analyse maar ook met zijn denkbeelden over macht en politiek was Foucault zijn tijd vooruit. Die denkbeelden vormen voor mij de inspiratiebron voor mijn betoog over ‘De terugkeer van het engagement’ dat ik hieronder presenteer in de vorm van vijf slogans mét een toelichting, om een te sterke ‘verdunning’ van filosofische problemen te vermijden.
Eerste slogan: de vorm van het nieuwe engagement is het ethisch-spirituele leven
‘Want ziet hoe rijk het leven is
Ze zien de televisiequiz
En leven in betonnen dozen’
zong Wim Sonneveld over het dorp met het tuinpad van zijn vader dat gemoderniseerd was geraakt.
‘Met flink veel glas dan kun je zien,
hoe of het bankstel staat bij Mien’
Foucault zette de moderne maatschappij neer als een alziend – panoptisch – systeem van toezicht. Maar dit bood een al te eenzijdig deprimerende visie op wie wij zijn, wij moderne mensen. Deze visie corrigeerde hij dan ook in later werk door weer over vrijheid te spreken. Er kan veel meer gebeuren achter het glas dan alleen maar consumptie en aanpassing, zo stelt hij dan. Moderniteit houdt namelijk ook iets anders in en wel een bepaalde houding.
Het lijkt vreemd om ter typering van die houding naar de klassieke oudheid te verwijzen maar toch is dat precies wat Foucault doet. In de klassieke tijd treffen we een soort ethiek aan die erop neerkwam dat men heel gericht zijn dagelijks handelen trachtte te stileren. Er bestonden ethische vocabulaires die de middelen aanreikten om je in vrijheid vorm te geven, in een eigen interpretatie van de morele regels of ‘codes’ die er waren. Vandaar dat we kunnen spreken van vrijheidspraktijken, aldus Foucault. Voor zover het niet ging om een toepassing van algemene morele regels maar om een ontwerp kunnen we de ethische zelf-schepping vergelijken met de creatie van een kunstwerk. En daarbij werd gebruik gemaakt van in de cultuur voorhanden schema’s en instrumenten, met name van allerlei soorten ‘zelftechnieken’ of ‘spirituele oefeningen’.
Het is dit besef dat wij verantwoordelijk zijn voor wie wij zijn, dat een ander, vaak ondergesneeuwd, geluid vormt van de moderniteit. Het is ondergesneeuwd omdat het maar al te vaak wordt overruled door bestaande instituties en praktijken die de ethisch-spirituele zelfschepping inzetten ter perfectionering van de rollen van consument en cliënt in plaats van als kritiek daarop. Een goed voorbeeld daarvan is de hedendaagse filosofie van de levenskunst die, als ze niet uitkijkt, onder andere door de media tot een zoveelste consumptieartikel voor de westerse consument wordt gemaakt.De echte moderne houding is ingekapseld geraakt en we moeten haar weer versterken, zo stelt Foucault voor. We moeten weer modern zijn zegt hij dus, en met een verwijzing naar de oude Grieken, Kant en Baudelaire, heeft hij het dan over een specifieke levenshouding: de houding namelijk van een besef van ethisch-spirituele zelfcreatie, van het zelf op ons nemen van bepaalde waarden. Zo komt een houding van engagement naar voren die het besef inhoudt dat wij moderne mensen zelf verantwoordelijk zijn voor wie wij zijn. Dit besef staat haaks op een geloof in vaste – al dan niet op de rede geënte – waarheden en ismes, en het houdt een kritische distantie in jegens voorgebaande paden. ‘Echte’ moderniteit komt juist neer op een besef van vrijheid en dus van verantwoordelijkheid voor wie wij daadwerkelijk – willen – zijn.
Maar vrijheid en verantwoordelijkheid zijn op zich nog lege vormen. Welke inhoud gaat er samen met het door ons gesignaleerde nieuwe engagement? Weer grijp ik terug op de late Foucault voor ‘het moderne’ antwoord op deze vraag.
Tweede slogan: de inhoud van het nieuwe engagement is het ethisch spirituele leven voor allen
Met een verwijzing naar dit denken van Foucault kunnen we stellen: de inhoud van het nieuwe engagement is ‘vrijheidspraktijken voor allen’. Daarbij gaat het specifieker gezegd om de mogelijkheid om je eigen leven zelf ethisch-spiritueel vorm te geven. Ethisch(-spiritueel) omdat het draait om je handelen hier en nu in relatie tot de medemens, (ethisch-) spiritueel omdat het gaat om je hele leven, en zelf vormgeven omdat het erom gaat, in een eigen interpretatie van de morele codes, je eigen leven praktisch te kunnen inrichten, wat dus ook de sociale vrijheid vergt om dit te kunnen doen.
Derde slogan: het nieuwe engagement is cross-cultureel
De Egyptische hoogleraar Nasr Abu Zayd, die van de universiteit in zijn land werd verbannen wegens zijn stellingname voor het soefisme, zegt het zo in Mijn leven met de islam: ‘Er is een verschil of men een tekst als religieuze autoriteit erkent en zijn beschavende functie onderstreept of hem als dé autoriteit bij uitstek voor alle levensvragen beschouwt. .. [In het laatste geval] verliest de koran echter iets wezenlijks, namelijk zijn specifiek religieuze, spirituele en in een algemene zin ethische dimensie.’ ‘Als ik terugdenk aan mijn dorp ¼[lag] voor ons de kern van de religie in de handelingen van de mens.’ En dat handelen is geënt op een persoonlijke interpretatie en een persoonlijke relatie tot God: ‘De menselijke kennis van God is noodzakelijkerwijs subjectief, maar daardoor tevens dynamisch en verschillend van mens tot mens.’
Het soefisme kent dus de ‘moderne’ houding van besef van ethisch-spirituele zelfschepping, en ook het ideaal van een ethisch-spiritueel leven voor allen – vrouwen inbegrepen. Ook tolerantie jegens andere religies was van meet af aan onderdeel van deze traditie die nu ook wereldwijd door moslims weer wordt opgenomen en geherinterpreteerd als het moderne geluid van de islam. Ook Abu Zayd verwijst naar het soefisme waar hij stelt dat de islamitische traditie ‘op moderne wijze’ kan worden voortgezet.
Religie en moderniteit staan kortom niet haaks op elkaar. Religies gaan uit van een Waarheid of een Bron, maar het maakt alles uit of ze die als vaste waarheid willen opleggen (fundamentalisme) of die beschouwen als iets waaruit mensen op eigen verantwoordelijkheid inspiratie putten om hun leven vorm te geven. Zo zien we dat moderniteit niet samenvalt met de westerse cultuur en dat het streven naar ‘vrijheidspraktijken voor allen’ neerkomt op het steunen en uitbouwen van in alle culturen aanwezige aanzetten daartoe. De concrete voorbeelden van het nieuwe engagement die we eerder aanhaalden bestaan ook veelal uit zo’n cross-culturele samenwerking en zijn niet te kwalificeren als een soort charitatief eenrichtingsverkeer. Het nieuwe engagement neemt dus de vorm aan van een cross-culturele coalitie van al diegenen die strijden tegen fundamentalisme en overheersing, en voor de toegang van mensen tot het ethisch-spirituele leven.
Het gaat bij het streven naar vrijheidspraktijken voor allen dus niet om het exporteren van de westerse cultuur. Ten eerste is dit niet zo omdat ook alle religies dit ‘moderne’ geluid kennen. En ten tweede geldt juist ook voor de westerse cultuur dat vrijheidspraktijken worden overruled door een bepaald soort fundamentalisme. De rollen van consument en cliënt worden bijna dwingend aan iedereen opgelegd en daarbij wordt ook nog eens geclaimd dat de westerse cultuur wereldwijd superieur want ‘het meest rationeel’ is, reden waarom zij ook aan andere culturen moet worden opgelegd. En we hoeven niet alleen te denken aan de internationale politiek van dit moment: ook in Nederland voert dit fundamentalisme momenteel de boventoon.
Vierde slogan: Het moderne engagement ‘werkt aan de grenzen’
We kunnen niet anders doen dan wat de filosoof Popper noemde ‘piecemeal engineering’ in een proces van ‘trial and error’: al doende steeds bedenken wat de volgende stap moet zijn en dit alles zo nodig weer bijstellen. Vrijheid is geen einddoel maar altijd ‘werk in uitvoering’ zo kunnen we dit samenvatten.Werken aan de grenzen van de bestaande instituties en culturele praktijken is de aanpak van het nieuwe engagement.
Vijfde slogan: het nieuwe engagement streeft naar radicale democratie
Met dank aan mijn studenten van de werkgroepen ‘Kritische maatschappijtheorie’ en ‘Democracy and Diversity’ aan de Universiteit van Amsterdam die mij hielpen om het ‘korter’ te kunnen zeggen.
Karen Vintges is universitair docent sociale en politieke filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Zij schreef De terugkeer van het engagement, uitg. Boom, Amsterdam 2003, 122 blz., € 13,50
Verder lezen over modern engagement: De kunst gewoon te leven, door M. Huijer, uitg. Boom, Amsterdam 1996. Technocratie en onbehagen, door H. Zwart, uitg. Sun, Nijmegen 1995. En: Breekbare vrijheid: de politieke ethiek van de zorg voor zichzelf, Michel Foucault, red. A. Halsema/N. Helsloot, uitg. Krisis/Parrèsia, Amsterdam 1995 (vooral ‘Kan ik “mijzelf” scheppen? Naar een ethiek van de vrijheid: de wending in het late werk van Michel Foucault.’, door L.ten Kate/H. Manschot)